Arthur Harvey Whitby
327 21 years | Vampire | At the Lunar inn | With Lizzy and Phillip
De snaren van een gitaar klonken luid door het kleine appartementje heen, terwijl Arthur op zijn sokken over de net gedweilde vloer heen vloog. Het was spekglad, Arthur voelde zich even weer een klein kind, want dit is precies wat hij vroeger ook altijd had gedaan wanneer zijn moeder de vloer thuis had laten dweilen. Het was meer dan eens voor gekomen dat Arthur daarbij dan een vaas om had gestoten of wat dan ook, te veel gang en je knalde zo tegen een gang aan. Vroeger, dat was een lange tijd geleden voor Arthur. De laatste keer dat hij zijn moeder had bezocht was inmiddels alweer zo'n twintig jaar geleden, misschien werd het wel eens tijd. Aan de andere kant, Arthur had het net enigszins naar zijn zin hier in Lunar Falls. Hij had een leuk appartementje, klein maar fijn en een leuke kamergenoot. Hij en Lizzy, de vampier en de weerwolf, een vreemde combinatie maar de afgelopen twee jaar had laten zien wat voor perfecte combinatie ze waren. Ze voelden elkaar goed aan en begrepen elkaars behoeften perfect, er waren nou eenmaal dingen die je niet uit kon leggen aan een normaal mens. Waarom je zakjes bloed in je koelkast moest bewaren... ieder ander had Arthur waarschijnlijk allang uitgemaakt voor een seriemoordenaar à la Hannibal Lecter. Dat het goed werkte betekende trouwens niet dat Arthur het soms niet fijn vond dat Lizzy even verdwenen was. In tegenstelling tot Arthur had de blondine wel een baan hier in Lunar Falls en was ze dus wel vaker te vinden in de herenberg in het dorpje. Momenten die Arthur vaak alleen doorbracht in hun appartementje, schoonmakend of dansend door het hele huis.
Arthur zou waarschijnlijk wel een baan kunnen vinden hier, maar waarom zou hij, het was voor Arthur niet echt nodig momenteel. Arthur had genoeg tijd om te werken in zijn leven, in de achttiende eeuw had hij bijvoorbeeld keihard gewerkt, daar had hij nog genoeg geld van over. Dan kon je zo nu en dan ook wel even een kleine vakantie nemen en wanneer het weer zwaar werd kon hij weer wat nieuws verzinnen. Wanneer je zolang leven als Arthur had, had je alle tijd om nieuwe dingen te ervaren. Momenteel was hij gewoon even opzoek naar rust hier in Lunar Falls. Een paar jaar en dan zou hij waarschijnlijk weer verder trekken.
Waarschijnlijk was Arthur de rest van de middag ook in het appartementje gebleven, had hij niet Lizzy haar eten op de keuken tafel zien liggen. Een zucht rolde over Arthur zijn lippen, was ze die nou alweer vergeten? Misschien was dit de reden dat hem al tig keer was verteld dat hij ook eindelijk eens een telefoontje moest aanschaffen. Dan had hij de blondine nu even snel een berichtje gestuurd om haar te vertellen dat ze haar eten moest ophalen, maar dat ging nu dus lastig. Hij kon haar wel een mail sturen, misschien werkte dat? Echter was Arthur ook nog altijd geen ster met de computer hij had Lizzy het hem wel eens uit laten leggen, maar als hij er zo over nadacht zou hij niet weten wat het wachtwoord van hun computer was. Arthur zijn best optie leek de postduif te zijn, maar daar deden ze hier in Lunar Falls blijkbaar niet meer aan, want hij had sinds aankomst hier nog geen enkele duif gezien.
Kort keek Arthur naar buiten naar de grote laag witte sneeuw die daar lag, het menselijke deel in hem zei dat het veel te koud was om naar buiten te gaan. Even leek Arthur dit ook echt te geloven, hoe koud zou het zijn, zeker wel onder de 0, dan ging je toch niet naar buiten. Echter leek Arthur zich al snel weer te realiseren dat dit voor hem helemaal niet uitmaakte, hij zou in een t-shirt naar buiten kunnen stappen en hij zou het nog altijd niet koud kunnen krijgen. Toch trok Arthur voor de vorm een warme trui en een warme jas aan toen hij uiteindelijk besloot dat zijn beste optie Lizzy haar lunch brengen was.
Nog geen tien minuutjes later opende hij de deur van de herenberg. 'Lizzy, ik heb je eten.' zei hij terwijl hij de deur achter zich dicht deed, met de gedachte dat Lizzy toch alleen zou zijn. Het was er meestal niet echt druk rond dit tijdstip, maar toen Arthur opkeek zag hij een jongeman bij Lizzy aan de balie staan. 'Oh sorry,' mompelde Arthur een beetje overvallen door Lizzy haar gezelschap. Onhandig trok Arthur de wanten uit die hij over zijn koude vinger had getrokken, waarna hij een plastic tas omhoog hield waar hij LIzzy haar eten in had gegooid. 'Je eten.' zei hij een beetje schaapachtig, plots niet meer wetend wat hij nu moest zeggen met het gezelschap van de jongeman er bij.
I could be your perfect disaster, you could be my ever after.