Ze merkte op hoe de man achteruit liep, als of hij bang voor haar was. Een emotie van verdriet en teleurstelling gleed door haar lichaam heen bij het zien van zijn reacties op haar, ze wou hem niks aan doen. Zijn reactie snapte ze dan ook niet helemaal, ze had hem alleen maar proberen te helpen? Want wie wou er nou een leven onder de grond door brengen?
"Laat me hier uit," Persephone keek naar het vlechtwerk om vervolgens weer terug te kijken naar haar gevangene.
"Dat kan niet, nu nog niet." sprak ze zacht, waarna er een kleine glimlach rond haar lippen verscheen.
"Als je lief voor me bent kan ik je hier uit laten." ze negeerde de blik in zijn ogen of het lage gebrom waar hij haar mee aan had gesproken, maar hier? In deze prachtige bloemen weide was zij de baas. Elk stukje grond reageerde op haar, precies zoals zij het graag wou. Hades mocht dan misschien de heerser over de onderwereld zijn maar dit was niet zijn grond.
Persephone kon het niet laten om hem te vragen of hij wist wie ze was. Ze keek hem dan ook vragend op, ondanks dat zij op haar knieën zat was er geen enkel moment dat ze zich onderworpen voelde door de god van de onderwereld, met een enkele beweging zou ze deze god op zijn knieën kunnen dwingen of hij dit nu wou of niet. Ze voelde zijn blik over haar lichaam heen glijden, iets wat haar toch wat verlegen maakte maar Persephone deed haar best om het te verbergen, niet dat ze zich er voor schaamde maar het was nu niet zo'n goede moment om verlegen te worden.
"Ik heb geen idee wie jij bent." teleurgesteld schudde ze haar hoofd, de toon waar hij haar mee aansprak beviel haar niet, ze verdiende respect. Ze had hem immers zo makkelijk in deze kooi kunnen krijgen.
"En het kan me ook geen flauw schelen." ze wou op staan om van hem weg te lopen maar in plaats daar van bleef ze nieuwsgierig zitten toen ze op merkte hoe hij richting het vlechtwerk liep. Persephone keek naar hem op en liet haar blik over zijn gezicht heen glijden.
"Laat me los meisje, of dit wordt de laatste keer dat je daglicht ziet." langzaam stond Persephone op en voelde de stof van haar jurk tegen haar lichaam aan plakken, het witte stof was nu vast en zeker doorzichtig geworden waar door haar lichaam makkelijker te zien was maar veel maakte het haar niet uit.
"Er is een tijd en plaats om te sterven." Persephone stak haar hand voorzichtig door de tralies heen als of ze een wild dier benaderde en legde haar warme zachte vingers tegen zijn wang aan.
"Maar niet vandaag." een kleine onschuldige glimlach was rond haar lippen verschenen terwijl ze de woorden had gesproken.
"je hebt hier geen macht Hades, ik ben hier de baas en niemand anders." zij was de enge die hem weer zou kunnen bevrijden en liet ze dat nu net niet van plan zijn.
"Als ik jou was zou ik dus maar lief tegen me zijn, anders zou je het nog heel moeilijk kunnen krijgen." alle emoties waren verdwenen uit haar stem toen ze de woorden sprak.