Heyaa
Ik zoek iemand die me eventjes kan helpen met statistiek (welbepaald het onderdeel toevalsveranderlijke/stochast bij een continue kansverdeling op het niveau 3ASO Wiskunde A). Ik begrijp en kan alles van de leerstof, op één verdomde soort vraag na dan! Er zijn verschillende vraagstukken, maar ze komen allemaal neer op eenzelfde oplossingsmethode. Hier komt het dus:
In een verlichtingselement werden op zeker tijdstip twee nieuwe gloeilampen geplaatst. De brandduur van een lamp wordt weergegeven door de toevalsveranderlijke X die een normale verdeling heeft met mu = 240 en sigma = 10.
Voor beide lampen wordt de brandduur bepaald. Hoe groot is de kans dat het verschil in levensduur tussen beide lampen meer is dan 20 uur?
In een kousenfabriek worden machinaal sportkousen gemaakt. De lengte van deze kousen is de normaal verdeeld met een gemiddelde lengte van 45 cm en een standaardafwijking van 0,4 cm. Wanneer men nu twee kousen pakt om een paar te vormen, hoe groot is dan de kans dat het lengteverschil tussen deze twee kousen meer dan 0,5 cm bedraagt?
In beide gevallen wordt dus telkens de kans gevraagd van een verschil van twee variabelen in een normale verdeling. Ik heb echt geen flauw idee hoe ik hieraan moet beginnen. Ik weet namelijk wel hoe je dit doet als het gaat om twee verschillende toevalsveranderlijken, maar die werkwijze kan je hier dus niet toepassen. Dus is er iemand die weet hoe je dit aanpakt, please?
Zou je dan de oefeningen even kunnen uitwerken, op papier eventueel en een foto uploaden of het naar me doorsturen op Whatsapp of Facebook of zo? Duizend maal bedankt (:
i can swear, i can joke i say what's on my mind if i drink if I smoke i keep up with the guys