• Hallo beste mede schrijvers,

    (Mijn excuses. Ik had deze per abuis in het verkeerde topic geplaatst, namelijk creativiteit)

    Nu post ik het hier opnieuw.

    Mijn debuutroman is al een tijdje gepubliceerd. Het heet De Zaden der Hoop Boek I - De Val van Hymír.

    Ik heb wel eens een gedeelte ervan hier bij stories geplaatst. Het is echter weer veranderd en Boek I is nu te koop bij alle boekhandels en ook bol.com en eci.nl

    Het is een mengsel van Sci-fi/Fantasy en Horror. Boek I.5, die dient als een kort verhaal dat zich tussen boek I en II afspeelt zal ook bijna gepubliceerd worden.

    Hieronder de flaptekst:

    Heden en verleden vloeien samen, als de oude Wijsgeer genaamd Benedictus, een serie van boeken, aan zijn meest bekwame student, Xavier, wil laten lezen. Deze boeken bevatten vertellingen uit lang vervlogen tijden en Xavier beleeft die verhalen, alsof hij zich daar daadwerkelijk bevindt. Twee van deze verhalen worden in dit eerste boek geïntroduceerd, namelijk die van het licht en de duisternis. Ze wisselen elkaar naadloos af, samen met deze Benedictus hoofdstukken, die zich in het heden van de wereld, genaamd Sistna, afspelen. Maar wat Xavier niet weet, is dat hij door het verzoek van Benedictus op te volgen, misschien wel een corrupte tak van de regering, genaamd de Bloedraven - die ook in die vertellingen uit het verleden voorkomen - kwaad gemaakt heeft en dat hij misschien wel in een eeuwenoude oorlog is verstrengeld.

    En hieronder het eerste hoofdstuk en een klein gedeelte van het tweede hoofdstuk om gratis te lezen. Voordat ik deze hieronder plak wil ik jullie vragen dat, mocht het je wat lijken, mijn facebook pagina te volgen en te liken:) https://www.facebook.com/Owan-Drake-1074887429217128/ en me eventueel op Hebban te volgen. https://www.hebban.nl/auteurs/owan-drake

    O, en nog even één klein dingetje. Mocht je het willen kopen, raad ik je in alle eerlijkheid aan om het ebook te kopen. Het scheelt enorm in de kosten. Het pocketboek is 25,99 euro en het ebook maar 1,49 euro! Bol.com heeft op dit moment issues met inkijkexemmplaren, maar ik heb het getest en als je het ebook koopt, dan zie je de tekst wel. Als je meer wilt lezen na de tekst hieronder kun je naar eci.nl gaan, want daar werkt naar mijn weten het inkijkexemplaar wel gewoon.

    Veel leesplezier:

    I Benedictus Hoofdstuk I

    Benedictus
    –Oude Bibliotheek(Heden)

    'De lichte kant en de duistere kant hebben in de afgelopen eeuwen zo lang tegen elkaar gestreden. Maar de tijd stroomt als een rivier en daarmee zal de geschiedenis zich herhalen.'
    Dat was wat de oude Wijsgeer, genaamd Benedictus Einsberg dacht terwijl hij zijn borstelige wenkbrauwen fronste. Op zijn hoofd rustte een oude, gebreide muts, die was ingezet met glanzende robijnen. Zijn zilvergrijze haren bungelden langs zijn gerimpelde gelaat, als een chaotische wirwar van stof en spinrag.
    Naast de groene stoel waar hij op zat, stond zijn staf gemaakt van haagdoorn. Zijn kleding was helemaal wit, net als de lichte kant die hij vertegenwoordigde.
    De kroonluchter die aan het plafond hing maakte een knarsend geluid, terwijl hij zelf een vrolijke deuntje floot. Maar alleen hij wist dat de oorsprong van dit deuntje een stuk minder vrolijk was, dan het klonk.
    Roestkleurige vlekken leken de tegels van zijn bibliotheek te hullen in zeeën van bloed.
    Wilde eenden waren in een meertje, die zich in het omringende bos bevond, aan het snateren, terwijl een felle windvlaag van buiten door de nissen van zijn bibliotheek woei.
    Hij wachtte op iemand. Een heel bijzonder iemand, genaamd Xavier. Deze jongeman was veruit zijn meest bekwame student.
    Zijn vingers tezamen gevlochten, bleef hij zijn deuntje fluiten en terwijl hij dit deed, hield hij zijn blik onophoudelijk gericht op de zeeën van bloed. 'Hij is te laat.' dacht hij toen.
    Hij stond op en liep toen in de richting van een boekenkast, met daarin vijf boeken. De boeken waren niet alleen door hem geschreven, maar ook door hem ervaren. Maar alleen hij wist wat dat betekende. Voor nu tenminste, want ooit op een dag, zou zijn leerling, Xavier de waarheid over de Zaad Synchronisatie ontdekken.
    Hij pakte het eerste boek van de plank en blies het stof van de kaft. De titel was versleten, maar ondanks dat nog steeds leesbaar, hoewel nauwelijks. De titel luidde, Profeet van het Licht. Hij wist niet waarom, maar zijn oog viel op het derde boek, genaamd Profeet van de Duisternis.
    Toen mompelde hij: 'Als hij echt Benedictus herboren is, zal hij dit verhaal 's nachts herbeleven alsof hij het daadwerkelijk meemaakt, in zijn dromen. Althans dat is mijn inschatting.'
    Hij draaide zich om, greep de halsketting, die om zijn nek hing, klikte deze een ogenblik later open en de oude klok in de ketting werd zichtbaar. Toen zag hij dat Xavier zeker tien minuten te laat was. 'Kom op, Xavier.' dacht hij, terwijl de wilde eenden hun vrolijke gesnater voortzetten.
    'De lichte kant kan dan wel de zwakste lijken.' mompelde hij. 'Maar wat de bezoedelden niet weten, is dat wij eigenlijk de sterksten zijn, want wij zijn door het licht gespaard.'
    Hij keek wederom naar het boek genaamd Profeet van het Licht, terwijl hij binnensmonds verder mompelde: 'Dit is slechts het begin. Misschien is het mijn slechtste werk van allemaal, maar goed, het is puur de inleiding van een lang verhaal. Slechts een opwarming voor wat er gaat komen.'
    En hij wist dat het Xavier was, die deze Saga van epische boeken ging lezen. 'Het is tijd dat Xavier het eerste hoofdstuk van deze eeuwenoude oorlog gaat herbeleven.' zei hij tegen zichzelf, terwijl het gekras van de kroonluchter veranderde in een schrijnende sensatie.
    'Donder op walgelijke kroonluchter!' riep de Wijsgeer. 'Ze hebben je nooit gerepareerd zeker, nadat mijn duistere kant gek werd!'
    De kroonluchter reageerde enkel met nog meer gekrijs.
    'Ach, ik kan niet geloven dat ik te lui ben om dit op te lossen. Ik heb maar één woord van de Alouden Taal nodig en dan is het voorbij.'
    Een rat kroop langs zijn been, dus schreeuwde hij. 'Goed en boven dat alles, lijkt het er op dat deze plek nu is vergeven van ongedierte.'
    ‘Ha en jij bent de ergste.'
    Benedictus draaide zich om en met een onthutste toon vroeg hij: 'Ach Xavier, hoe lang sta je daar al?'
    Xavier's lange, zilveren haar straalde met een vale glans, alsof er een sluier van licht om zijn gezicht gehuld was. Zijn zwarte blouse gaf hem het uiterlijk van een hoog aangeschreven ambassadeur, ook al was hij amper zeventien jaar oud, althans dat was wat hij zelf dacht.
    In de opening van de deur hingen oude spinnenwebben, waardoor Xavier moest niesen. 'Het is hier stoffig, meester!' zei hij toen.
    'Je weet wat ze zeggen?'
    'Wat?'
    'Mijn werken worden nooit oud–'
    'Enkel een beetje stoffig.'
    Benedictus liep terug naar zijn stoel en pakte zijn staf. Daarna sloeg hij ermee op de grond. 'Je doet het weer!' zei hij toen.
    'Wat?'
    'Laat maar.'
    'Meneer Xavier, u heeft nieuwe e-mails.' zei een hese vrouwenstem, die vanuit Xavier's broekzak sprak.
    Nogmaals, sloeg Benedictus zijn staf tegen de grond. 'Omwille van Sombravor! Dat is haar!'
    Xavier haalde zijn smartphone uit zijn zak en terwijl hij slechts een half oor voor zijn meester had, vroeg hij: 'Wie is wie?'
    'Heb je die onlangs gedownload?'
    'Wat weet jij nou over technologie, oude man?'
    'Ach, laat maar.'
    'Wat was er zo belangrijk dat ik moest komen?'
    'Ik verzoek je om een verzameling van mijn verhalen te lezen.'
    'Denk je niet dat ik iets beters te doen heb met mijn tijd, of beter gezegd, met mijn leven?' vroeg Xavier terwijl hij wat oude applicaties en schermen van zijn smartphone wegveegde. ‘Jeetje, wat denk je wel niet!’
    'Als je deze wereld wilt behouden zoals hij is, kun je maar beter beginnen met lezen.’
    'Ben je serieus, of maak je een grapje?' vroeg hij, maar op de één of andere manier wist hij dat Benedictus de keiharde waarheid sprak. Iets vertelde hem dat hij een belangrijke rol zou spelen in het lot van deze wereld, alsof hij een Profeet was. Toen weerklonk er een stem door zijn hoofd: 'Profeet van Hoop... Verzwelg de duisternis… Vermoord de Godin van Chaos...'
    'Wat was dat?' kreunde Xavier, nat bezweet.
    De stem vervolgde zijn pleidooi: 'Wilder Driez... Anja Einsberg... Mar Brodwyck... Nova... Ze zullen allemaal samen komen in een epische climax en dan zal Benedictus herboren worden...'
    'Wat gebeurt er met me!' schreeuwde hij. 'Wie ben ik?'
    'Meneer Xavier, u heeft nieuwe e-mails.’ zei de hese vrouwenstem, die uit zijn telefoon sprak, opnieuw.
    'Kun je dat verdomde geluid uitzetten!’ Benedictus zijn toon klonk ietwat smekend. 'Ik kan niet tegen die verrekte stem!'
    'Zijn zelfs je oren kwetsbaar geworden?'
    Benedictus balde zijn vuist om zijn staf, en mompelde vervolgens zachtjes: 'Houdan Geludia!'
    Een angstaanjagend licht begon rondom de knoestige kromming, aan de bovenkant van zijn staf, te schijnen, terwijl hij met een guitige grijns naar zijn student staarde.
    'Hé mijn vervloekte volume is gedempt!’ riep Xavier. ‘Hoe heb je–'
    'Eeuwen oude magie van de Alouden.' antwoordde Benedictus.
    Daarna vervolgde de stem in Xavier’s hoofd diens toespraak: 'Alouden… Bloedraven... Godin van Chaos... Android X...'
    Xavier’s adem veranderde in een piepend protest, alsof hij tien sigaretten, gevolgd door twee waterpijpen gevuld met hasj, achtereenvolgens gerookt had. Hij haalde zijn schouders op en vroeg: 'Ben ik door aan het draaien?' Hoewel hij bang was, verlangde hij naar de waarheid. Daarom stopte hij zijn telefoon in zijn broekzak en zei tegen Benedictus: 'Laat ik die eerste roman van je maar eens gaan lezen dan.'
    'Erg goed van je.' zei de Wijsgeer die nog steeds het boek tussen zijn vingers geklemd had. Daarom overhandigde hij het snel aan zijn student.
    'Het heet Profeet van het Licht?'
    'Ja dat maakt uit, omdat?'
    'Het lijkt allemaal zo vertrouwd.'
    'Is dat zo?'
    'Ja, meester.'
    'Dan werkt de Zaad Synchronisatie zelfs al vóórdat ik het eigenlijk verwacht had.'
    'Zaad Synchronisatie?'
    'Laat maar zitten.'
    'Goed.' zei Xavier. 'Waar kan ik plaatsnemen?'
    De Wijsgeer wees met zijn knokige vinger richting een eikenhouten tafel, die in een verlaten hoek van de kamer stond.
    Toen Xavier dichterbij kwam, zag hij een kaart van de wereld, genaamd Sistna, waarin zij leefden. De kaart lag uitgespreid over de hele tafel.
    'Die werd gemaakt nadat de Koppelingen werden gebroken door mijn duistere kant.' zei de Wijsgeer.
    'Waar gaat dit boek over?' vroeg Xavier, daarmee het geraaskal van de Wijsgeer negerend. Het voelde op de één of andere manier vertrouwd voor hem aan. Hij voelde zelfs enige trots opwellen in het binnenste van zijn ziel, alsof hij deze romans zelf had geschreven, trots zijnde op het eindresultaat.
    'Lees eerst maar eens alle boeken en ik beloof je dat de antwoorden uiteindelijk vanzelf zullen komen.'
    Aldus draaide Xavier zich om en sloeg het boek open.
    Benedictus zijn eerste verhaal was begonnen.
    II Licht Hoofdstuk I

    Paragraaf I
    Wilder Driez

    Wilder
    –De Zilveren Maan

    De bruine kroes was tot de nok toe gevuld met koperkleurig bier. De zwaartekracht speelde zijn gebruikelijke spelletjes, aldus droop de dikke schuimlaag langzaam langs de zijkanten naar beneden.
    Terwijl de man, genaamd Wilder Driez, zijn beide vuisten rond de kroes balde, tuurde hij vanonder zijn capuchon, die verbonden was met zijn oude, vervallen jas.
    Hij zag een Rapshider hoofd aan de muur hangen. Het was Abbus zijn persoonlijke trofee, wist hij. Het hoofd was bedekt met grijze haren, zo divers in zijn tinten dat er sprake leek te te zijn van meer dan vijftig tinten grijs.
    Zijn blik werd wazig, alsof hij zich in een droom bevond en toen schakelde Wilder zijn focus over naar de man, die was gehuld in zwarte kleding. Aan zijn heup hing een in de schede gesloten rapier, waarop de man zachtjes trommelde met zijn vingers.
    Terwijl de geur van talgkaarsen Wilder's neusgaten binnendrong, bracht hij langzaam de kroes omhoog en krulde zijn lippen eromheen, om nog geen moment later zijn lip open te snijden, ten gevolge van een kleine scherpe rand aan de bovenzijde. 'Sombravor’s ballen.' vloekte hij, waarna hij de kroes neerzette.
    Toen hij het bier geproefd had, werd hij vervuld van woede, want zijn scherpe zintuigen vertelden hem dat het biermerk, het handelsmerk van zijn gezworen vijanden was. En daarom begonnen tranen over zijn wangen te stromen. 'Ik vervloek de Bloedraven!' schreeuwde hij en gooide vervolgens de kroes naar het hoofd van de Rapshider. 'Waarom kan ik het lot niet veranderen!'
    Een man kwam van achter de toonbank op hem afstormen. Zijn witte tuniek was bedekt met vlekken van reuzel, waarschijnlijk door het snijden van vlees, maar het was ook veel te klein, want eronder was zijn naakte, behaarde en veel te dikke buik zichtbaar.
    Toen Wilder zijn gezicht goed bestudeerde, zag hij dat deze man zijn uiterlijk had veranderd, want nu had hij een bruine ringbaard, in plaats van een sikje. Zijn haar was nog steeds hetzelfde, echter wel vet van het zweet. Het hing voor zijn azuurblauwe ogen. Aan de bovenkant van zijn schedel was nog steeds diezelfde oude kale plek, bedekt met de littekens, die hij had opgelopen door de strijd met de Rapshider – dat was wat hij zelf vertelde tenminste, maar Wilder wist wel beter.
    Deze man heette Abbus en hij was de eigenaar van deze taverne en tevens een goede vriend van hem, ook al was Wilder's vader niet zo weg van hem.
    'Wat denk je wel niet dat je voor een idioot bent!?' zei de man, wild zwaaiend met zijn mes. ‘Een beetje herrie lopen trappen in mijn herberg!'
    'Praat niet zo tegen je Heer!'
    En toen herkende Abbus zijn stem. ‘Bij de Goden, mijn Heer, waarom ben je in vermomming gekomen?'
    Wilder wees naar de man gehuld in het zwart, die steeds dichterbij kwam. Achter hem liepen twee ridders, gehuld in een lederen pantser. Ze hadden hun zwaarden al getrokken.
    'De verhalenvertellers!?' schreeuwde Abbus. 'Wat is er, omwille van Sombravor’s kloten, aan de hand!?'
    'Geen tijd om uit te leggen!' was Wilder’s reactie. 'Maak je gewoon klaar om ernstige schade aan te richten!'