Je ogen kleuren rood,
Van het bloed, vergoten,
Van je vrienden, verstoten,
Van de sporen, verdwenen,
En de strijd, nooit opgegeven.
Je wangen kleuren wit,
Van de moeite, erin gestoken,
Van de mislukkingen, gebroken,
Van de excuses, verzonnen,
En van de strijd, nooit gewonnen.
Je lippen kleuren grijs,
Van je geweten, verbeten,
Van je daden, bijna vergeten,
Van herinneringen, verstoten,
En de strijd, nooit afgesloten.
We dwaalden en verdwaalden en noemden sterren naar onszelf.