Kan iemand deze proloog even beoordelen? En heeft iemand tips om hem iets spannender en wringender te maken, met misschien nog wat extra regels (want ik vind hem nogal kort)?
De zon die die ochtend fel scheen, stond in schril contrast met het gevoel dat hem van binnen opvrat.
De voeten die in zijn zij werden geplant, waren gemeen en genadeloos. Hij huilde. De pijn was niet te harden. De vuisten die in zijn gezicht neerdaalden, deden hem wensen dat hij dood was.
Hou op.
Angst en woede streden om een eerste plaats. Hij durfde niet te schreeuwen, maar jankte onbedaarlijk en voelde zijn zelfbeheersing wegsijpelen. Zachtjes fluisterde hij zijn eigen naam, waarom wist hij niet, misschien kalmeerde het hem. Sven Hermansson. Sven Hermansson.
‘Vuile teringlijer,’ werd er in zijn oor gesist. Hij rilde. Kippenvel stond op zijn armen. Hij had het koud, zo koud, en zijn hart bonkte in zijn keel. De tranen stroomden over zijn wangen, hoewel hij ze uit alle macht probeerde tegen te houden.
‘Jankerd. Je verdient niet beter. Rat die je bent.’
Hou alsjeblieft op.
Hij voelde zijn lichaam niet meer. Hij probeerde zijn ziel te bevrijden, hij wilde pijn niet meer voelen, niet meer, alsjeblieft.
Het geschreeuw werd door niemand opgemerkt. Of het werd wel opgemerkt, maar niemand durfde in te grijpen. Er was geen levende ziel op aarde die het de moeite waard vond om de kleine Sven Hermansson te helpen.
Hij kende hun geur. De geur van alcohol, zweet en tabak. Ze waren ouder dan hij, dertien misschien, en deden waar ze zelf zin in hadden. Iets wat Sven nooit zou durven. Hij was immers een watje.
Hun stemmen klonken hard in zijn oren. Schel en gemeen, als de duivel in hoogsteigen persoon. Het was alsof ze hem kapot wilden maken, wat waarschijnlijk ook zo was, en ze kenden geen grenzen. Zijn buik deed pijn. Bloed stroomde over zijn lippen, het gutste, zijn voortand zat los en wiebelde als hij er met zijn tong tegenaan duwde.
En toen hield het op. Plotseling hield het op, alsof een hand hen bij hun kraag had gegrepen.
‘We gaan,’ hoorde de kleine Sven Hermansson. De stem herkende hij, maar hij wist niet of het de leider van het groepje was, of iemand die wel leider wilde zijn maar het niet mocht. De woeste handen en schoppende voeten verdwenen en ineens was hij alleen.
Moederziel alleen. En hij wilde dat ze hem dood geschopt hadden.
oi, suzy