Misha staat bij de wasbak, maar neemt in eerste instantie niet de moeite om zich om te draaien. Nee, nog sterker, hij neemt niet eens de moeite om te antwoorden op wat ik zei. Met een nieuwsgierige blik bekeek ik hem, tot hij zich wel omdraaide. Ik scheurde mijn blik meteen van hem los en ineens waren de stukjes hout die ik aan het verzamelen was wel erg interesant. Ik durfde ook niet meer op te kijken. Ik kon nog een schrikreactie onderdrukken toen ik zijn hand op mijn arm voelde sluiten en rechtop werd getrokken. Een stuk minder ruw dan ik had verwacht, maar nog steeds geeft het me een heel klein gevoel. Ik probeerde hem met een onbezorgde blik aan te kijken, in een poging te voorkomen dat hij doorheeft dat ik doodsangsten uit sta voor zijn vergrote pupillen. Toch kon ik hem niet eng noemen, nog niet in ieder geval. Ik staat hem met een nieuwsgierige blik aan terwijl hij een plukje haar aan de kant schruift. Hij laat zijn blik over mij heenglijden en meteen is het gevoel van gisteren terug. Dat gevoel alsof ik niks meer ben dan een veedier bij een vleeskeuring.
'Hoe heet jij?' vroeg hij, zijn doordringende blik weer terug bij mijn ogen. Lichtelijk ongemakklijk, dat was de beste manier om te bechrijven hoe ik mij voelde.
"Vaiana," antwoordde ik, maar voor ik ook nog maar één woord uit kon brengen had hij al een volgende vraag gesteld.
'Jij bent het nieuwe meisje, nietwaar?'
Ik beet op de binnenkant van mijn lip en knikte lichtjes. "Ja," mompel ik een beetje afwezig, terwijl ik mijn wenkbrauwen iets samentrek terwijl ik mijn ogen over zijn lichaam laat glijden. "Ik ben hier net twee dagen." Twee dagen, en nu al ging het hotel drie dagen dicht vanwege kerst. Ik vroeg me af of dat goed voor mij was of slecht. Ergens kon ik mijn geluk niet op dat ik met oude vieze mannen slapen nog even uit kon stellen, maar dan moest er nog het volgende worden toegegeven; ik heb nog nooit met ook maar iemand geslapen. Verder dan kussen vond ik prima, maar zoals ik altijd gezegd had wilde ik minimaal een relatie van een jaar en dat hadden Ced en ik nog niet gehad. Ced en ik hadden helemaal geen echte relatie gehad als ik er nog eens goed overnadacht, het was allemaal nep geweest. Ik realiseerde me toen pas dat ik hem nog steeds aanstaarde, waardoor ik mijn blik snel afwendde en mijn schoenen ineens heel interessant waren. De stukjes hout lagen bij mijn voeten, waar ik ze verzameld had.
"Misha? Toch? Ced heeft een namenrondje gedaan," begon ik, terwijl ik langzaam mijn arm uit zijn grip probeerde te halen, in de hoop dat hij zelf onebewust, of bewust, alsof het mij uitmaakte, los zou laten. "Of- of j-je moet liever hebben dat ik je anders aanspreek." De woorden waren gehaast geweest, onzeker, precies zoals ik ze niet had willen laten klinken.
|
|