Er was eens - vraag me niet wanneer -
In 'n land - dat land kent niemand meer -
Een kind - zo rond een jaar of tien -
Straatarm - 't was niet om aan te zien.
Dat kind - o, tragisch dat het is -
Was wees - als ik me niet vergis -
Zwierf alleen - geen cent op zak -
Verhongerend - en o zo zwak.
Tot plots - in barre wintertijd -
Een vrouw - met schoonste tederheid -
Het kind zag liggen - bleek en koud -
Een deken gaf - gemaakt van goud.
Zij hield het kind - geheel bedekt -
Tegen haar borst - met stil respect -
Verloste het - geen pijn, noch zeer -
En nam het mee - terug naar de Heer.
Ze sprak eerbiedig - zonder spot -
"Mijn kind - jij bent het kind van God."
En zo - althans, zo ongeveer -
Was onze wees geen weeskind meer.
Ik heb niet veel met sprookjes en hun goede eindes. :W Maar goed, het is voor het eerst in een halfjaar/jaar of zo dat ik weer een gedicht met rijmschema heb geschreven, dus ik dacht, laat ik het lekker enthousiast onder iedereens neus duwen. Wat vinden jullie? ^^
Ik kijk uit het raam, naar de lucht en de zon, ik loop naar buiten en flikker van het balkon.