Ik heb een zelfde soort topic al eerder aangemaakt waar voor een deel hetzelfde stukje tekst instaat, maar nu heb ik het proloogje dus af en hoor ik graag jullie meningen en tips.
De jaren hadden geen afbreuk gedaan aan de schoonheid van Elvira Pulcher. De zilveren plukjes die zich bescheiden verspreid hadden door haar volle bos bruine haar, gaven zich alleen weg onder de schittering van het maanlicht dat door het gebroken raam scheen en alleen wanneer zij heel diep fronste kon je de kraaienpootjes naast haar nog steeds fonkelende ogen zien. Haar bleke huid was zijn glans nog niet verloren, in tegenstelling tot die van hem. Sirius kon nog precies de vier diepe rimpels in zijn voorhoofd heugen en voelde zich direct twintig jaar ouder wanneer hij aan ze dacht. Een grauwe onzekerheid overviel hem en hij trok snel zijn hand weg van de deurknop die akelig klam was geworden. Zijn handen haalde hij door zijn grijzende haar en pufte zachtjes zijn opgekropte adem uit. Sirius schoof zijn voeten stilletjes over de krakende houten vloer in de gang en stopte toen hij zijn weerspiegeling ontdekte in de stoffige spiegel. Zijn gezicht leek benauwd, angstig en oud en dat beviel hem helemaal niet.
Niet alleen was zijn huid ontsierd door vadertje tijd, maar ook van de jaren in Azkaban. Zwarte tattoos kropen vanaf zijn borst richting zijn nek en tussen de stoppels op zijn kaak verscholen zich littekens die elk een pijnlijk verhaal met zich mee droegen. Zijn vingers streken zachtjes op zijn gezicht heen en hij betrapte zichzelf erop dat diezelfde vingers nerveus trilde. Het gevoel dat door zijn lichaam raasde als een pijnlijke vloek, liet zijn borst verkrampen en zijn hart sneller kloppen en hielp hem herinneren aan de secondes die hij verspilde met het wegschuilen in de donkere gang. De harde realiteit was echter dat Sirius niet wist wat hij met zichzelf aan moest. Zijn verwarde hoofd vertelde hem dat het niet verstandig was om haar onder de ogen te komen, maar zijn bange hart verlangde naar de zoete tonen van haar stem die hij zich al jaren voor de geest probeerde te halen. Sirius stopte zijn handen in de versleten zakken van zijn jas en peuterde aan de loszittende draadjes. Toen hij voor de deur stond ademde hij diep in en hij rook haar. De zoete parfum en de warme geur van de wijn en de haard. Het was een dicht bij perfecte romantisch sfeer. Hij duwde zijn leren schoenpunt tegen de afbladerende verf van en drukte zijn vuist tegen het hout van de deur. De zachte piep van de scharnieren lieten hem schrikken en hij wilde alweer zijn hand terug trekken, maar ditmaal leek die verstijfd te zijn. Met elke centimeter die de deur open schoof, rolde er kleine pluisjes en stof onder de deur door en hij voelde een grote gelijkenis met het vuil onder zijn schoenen.
Het licht van het vuur scheen op zijn gezicht toen hij voorzichtig de kamer instapte en ondanks dat het warm was gleed er een koude rilling over zijn rug. Het licht van het vuur voelde onprettig, als een schijnwerper die de aandacht in de kamer onverdeeld naar hem bracht. De gesprekken in de kamer stopte en de ogen draaide zich allemaal richting de deuropening. Een simpele begroeting verliet moeizaam zijn lippen en voordat hij het merkte had zij haar armen om hem heen geslagen. Haar aanraking voelde als een prettige verdoving en zijn nekharen gingen overeind staan.
Niet alleen was zijn huid ontsierd door vadertje tijd, maar ook van de jaren in Azkaban. Zwarte tattoos kropen vanaf zijn borst richting zijn nek en tussen de stoppels op zijn kaak verscholen zich littekens die elk een pijnlijk verhaal met zich mee droegen. Zijn vingers streken zachtjes op zijn gezicht heen en hij betrapte zichzelf erop dat diezelfde vingers nerveus trilde. Het gevoel dat door zijn lichaam raasde als een pijnlijke vloek, liet zijn borst verkrampen en zijn hart sneller kloppen en hielp hem herinneren aan de secondes die hij verspilde met het wegschuilen in de donkere gang. De harde realiteit was echter dat Sirius niet wist wat hij met zichzelf aan moest. Zijn verwarde hoofd vertelde hem dat het niet verstandig was om haar onder de ogen te komen, maar zijn bange hart verlangde naar de zoete tonen van haar stem die hij zich al jaren voor de geest probeerde te halen. Sirius stopte zijn handen in de versleten zakken van zijn jas en peuterde aan de loszittende draadjes. Toen hij voor de deur stond ademde hij diep in en hij rook haar. De zoete parfum en de warme geur van de wijn en de haard. Het was een dicht bij perfecte romantisch sfeer. Hij duwde zijn leren schoenpunt tegen de afbladerende verf van en drukte zijn vuist tegen het hout van de deur. De zachte piep van de scharnieren lieten hem schrikken en hij wilde alweer zijn hand terug trekken, maar ditmaal leek die verstijfd te zijn. Met elke centimeter die de deur open schoof, rolde er kleine pluisjes en stof onder de deur door en hij voelde een grote gelijkenis met het vuil onder zijn schoenen.
Het licht van het vuur scheen op zijn gezicht toen hij voorzichtig de kamer instapte en ondanks dat het warm was gleed er een koude rilling over zijn rug. Het licht van het vuur voelde onprettig, als een schijnwerper die de aandacht in de kamer onverdeeld naar hem bracht. De gesprekken in de kamer stopte en de ogen draaide zich allemaal richting de deuropening. Een simpele begroeting verliet moeizaam zijn lippen en voordat hij het merkte had zij haar armen om hem heen geslagen. Haar aanraking voelde als een prettige verdoving en zijn nekharen gingen overeind staan.
Mijn vraag vooral is of het einde niet wat afgehaakt is en of alles lekker doorleest/loopt.
Ik heb een nieuwe kant van een personage geschreven die je normaal niet echt meekrijgt.
[ bericht aangepast op 29 aug 2015 - 20:32 ]
Sophisticated ignorance, write my curses in cursive...