• Er zijn goede mensen, maar ook slechte mensen.
    Het probleem is dat je goed en slecht zo moeilijk uit elkaar houd.
    De mensen die dat heel moeilijk vinden, worden slecht genoemd.
    Daar zijn heel veel groepen van.
    Één van de groepen wordt piraten genoemd.




    Ooit, lang geleden, is er een schip gezonken door een aanval van sirenes.
    Je weet wel, die bloedmooie meiden die je verdrinken. Nu zinken er wel vaker schepen.
    Maar in dit schip zat een heleboel goud en zilver.
    Daarom zijn er zoveel schepen naar opzoek, honderden jaren later.
    Helaas gaat dat niet héél makkelijk.
    Je hebt een aantal dingen nodig:
    Een zilveren kelk,
    Het kompas van de koning,
    De kaart in de schedel,
    En het vertrouwen van een meermin.

    De regels:
    - Niemand is perfect
    -Je mag nergens de beste in zijn. Dan bepaal je over karakters dat zij dat niet kunnen zijn.
    - Het is komisch bedoeld, jonge karakters en niet zo depressieve mensen zouden heel fijn zijn. (Piraten snijden andere, niet zichzelf (;)


    Het begint op een mooie morgen op zee. Iedereen wordt wakker, ze weten niet hoe dichtbij de andere twee vijandige schepen zijn. Al snel ontdekt iemand het...
    [Bij de Pearl ontdekt Pixie het]

    [ bericht aangepast op 12 aug 2015 - 21:23 ]


    obsessive rage


    Zijn brede grijns veranderde in een waarderende glimlach, nadat ik nogmaals een slok nam van de rum en deze zienderogen veel beter verdroeg. Ergens deed het me een genoegen dat hij mijn aftastende stoutmoedigheid zo opnam. Ondanks dat het slechts bij die waarderende glimlach bleef en een verdere reactie uitbleef, was het genoeg voor mij om te weten dat ik me al meer kon permitteren bij deze Des. Ik hoefde niet continue een klein muisje te zijn dat zich voornamelijk dood moest houden. Een opluchting, want een hele reis stilzwijgend knikken en alleen ademen zou me alsnog vervelen, besefte ik. En verveling haatte ik nu eenmaal, en het maakte dat mijn gedrag onvoorspelbaarder werd. Iets wat ik in deze situatie absoluut niet kon gebruiken.
          Voor ik het echter door had, was hij al opgestaan en griste de fles uit mijn handen. Mijn eerste reactie was aanvankelijk een schrikreactie, tot hij grapte: “Wel eerlijk delen, zuiplap.” Hij zette de fles neer na zelf een slok genomen te hebben en ik zag duidelijk in het bruingroen van zijn irissen dat hij me aan het plagen was. “Je hebt evenveel manieren als ik, zo te zien.”
          Ik voelde hoe mijn wangen kleurden, gewoon door het feit dat ik nogal beroerd met zijn geplaag om kon. Het ontbrak me aan een dergelijke houding en ik voelde me vooral gegeneerd door zijn woorden., ondanks dat hij het niet eens zo slecht leek te bedoelen.
          “Goed, dit is het plan voor de komende weken,” begon hij, en ik wist mijn focus dan ook meteen te verleggen, waardoor de gêne die in m’n binnenste woelde, langzaam verdween. “Wij zijn op een missie, doen er alles aan om die missie te volbrengen en dan ben jij aan de beurt. We hebben een briefje met de vraag voor losgeld achter gelaten bij je lieve pa. Zodra we terug komen, krijgt hij één kans om het losgeld te betalen, anders hang je aan de strop.” Als zichtbare reactie knikte ik slechts. Wat kon ik anders dan te doen alsof ik akkoord ging met al zijn plannen. Ik kon moeilijk eisen dat hij me nu linea recta terug moest brengen naar Saint Lucia. Hij zou me slechts vierkant uitlachen. “Of misschien wil je tegen die tijd wel bij ons blijven.”
          In gedachten schreeuwde het direct van ‘geen kans, gast’, maar in mijn totale houding liet ik hier niks van merken. “Dat betwijfel ik,” zei ik slechts, ongedwongen en op inschikkelijke toon.
          Hij maakte het me erg lastig om hem te peilen. Om hoogte te krijgen van waar zijn grenzen lagen, tot hoever ik kon gaan. Niet dat ik hem tot het uiterste wilde drijven, maar ik had er nood aan te weten waaraan ik toe was. En ondanks dat zijn plannen duidelijk genoeg waren, wist ik nog niet wat hij nu precies van MIJ verwachtte. Hoe ik me moest gedragen, hoe ik me kon gedragen.
          “En wat verwacht je nu precies verder van mij?” vroeg ik hem dan ook maar op de man af. Mijn woorden klonken nochtans gerieflijk, aangenaam. Het was zeker niet m’n bedoeling hem te provoceren, maar de vraag had letterlijk op m’n lippen gebrand en ik had de vraag al uitgesproken nog voordat ik hem had kunnen inslikken.


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Sinedad Fortescue


          Niet lang nadat het touw de onrustige golven raakt — begint het individu een antwoord terug te schreeuwen. Echter, doordat ik mij op grotere hoogte bevind en het allesbehalve stil is op dek, gaat zijn stem verloren in een scala aan andere geluiden. Door zijn bewegingen kan ik in ieder geval opmaken dat hij aan het proberen is. Ik knijp mijn ogen langzaam samen als steeds duidelijker wordt dat de kledij die rond zijn lichaam hangt — ondanks geschaad — duidelijk uniform uitroept.
          De man, weet ik nu duidelijk, komt hakkend doch stotend bij de reling en weet zich er uiteindelijk met een laatste restje kracht overheen te zwaaien. Zonder mijn hulp landt hij op de pas ingezouten, houten vloer. Ik neem hem schaamteloos in me op, totdat hij overeind krabbelt en ik iets omhoog moet kijken om zijn gezicht te kunnen inspecteren.
          ''Eh, bedankt voor. . . Dat.'' Ondanks de schrale ondertoon, heeft hij een diepe stem. Ik denk dat hij het als een bedankje bedoeld, waardoor ik mijn hoofd tweemaal op— en neer laat gaan bij wijze van antwoord. Mijn aandacht gaat voornamelijk uit naar zijn uniform en de lichte verwondingen die hij heeft opgelopen.
          ''Bedank me niet te vroeg.'' Ondanks de opgelaten situatie, tracht ik me zo min mogelijk te laten beïnvloeden door zijn bedeesde voorkomen. Met gerechte schouders doe ik mijn best een logische oplossing te verzinnen — maar dat blijkt niet half zo makkelijk als het lijkt. De kapitein hoort te beslissen over deze drenkeling, en te beoordelen aan zijn uniform zal hij zo weer in het water liggen als het aan hem ligt. Dood, wel te verstaan. Des heeft het druk met zijn geheimzinnige dametje. Misschien kan hij wel iets voor me betekenen. Het zou zonde zijn om zoiets weer terug te gooien.
          ''Ik neem aan dat je wilt blijven leven. Ik ben je bereid te helpen. Sterker nog — ik ben de enige die je kan helpen. Dit is de Queen Anne's Revenge. Mijn hulp is enkel niet gratis.'' Mijn vingers harken kordaat door mijn haar, dat dankzij de wind alle kanten op blaast. Ik ben het stukje touw dat ik normaal gebruik om het uit mijn gezicht te houden helaas benedendeks vergeten. Afwachtend glijden mijn ogen over zijn gezicht. Ik zou er een heel mooi verhaaltje van kunnen maken, maar mijn directe aanpak ligt me meer.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Edward England

    Luke slash Lucy loopt naast Tamala het ruim op. Ik begrijp nu eindelijk waarom die twee altijd zaten te roezemoezen. Vrouwen. Tamala moet het geweten hebben, de etter. Ik moet misschien maar twee mededelingen geven. Die van Lucy erbij.
    'Mannen!' roep ik. 'Vandaag heb ik twee mededelingen. De eerste is noodzakelijk, de ander gewoon handig. Ten eerste, Pixie heeft ontdekt dat er twee, drie schepen bijna binnen kanonsbereik liggen. De meeste lijken vijandelijk.' Ik zie dat de bemanning al in beweging komt, maar ik houdt mijn hand op.
    'Wacht even! De tweede mededeling; er is een vrouw aan boord! Juffrouw Bird, komt u naar voren.'
    Ik kijk nog even om me heen.
    'Ik heb besloten dat we pas na het gevecht moeilijk gaan doen. Als ze dan nog leeft, tenminste,'


    Are you, are you, coming to the tree?

    Lucy Bird

    Tamala antwoord niet. dan begint de kapitein te spreken.
    'Mannen!' roept hij. 'Vandaag heb ik twee mededelingen. De eerste is noodzakelijk, de ander gewoon handig. Ten eerste, Pixie heeft ontdekt dat er twee, drie schepen bijna binnen kanonsbereik liggen. De meeste lijken vijandelijk. Wacht even! De tweede mededeling; er is een vrouw aan boord! Juffrouw Bird, komt u naar voren.' Ik grijns en loop naar voren, niet meer zo bang. Ik trek mijn hoed af, en mijn rode haar valt over mijn schouders. Iemand fluit.
    'Ik heb besloten dat we pas na het gevecht moeilijk gaan doen. Als ze dan nog leeft, tenminste,'
    'Das prima, kap'tein. Maar ik heb er ook geen bezwaar tegen om spion op een ander schip te worden, lijkt me leuk.'


    obsessive rage


    Isaiah Simeon Hale - The Royal Heart


    Doordat de vrouw me zo schaamteloos aankijkt, voel ik me bijna naakt hier. Ik probeer even schaamteloos terug te kijken, maar dat lukt niet helemaal. Ik neem haar echter wel snel in me op. Ze is zongebruind, haar ogen lijken wel goud door de zon die erin schijnt en ze heeft wilde krullenbos die meewaait op de wind. Ze knikt enkel als ik haar halfhartig en geïntimideerd bedank.
          ''Bedank me niet te vroeg.''
          Mijn mond vormt kort een 'o', voor ik deze weer dichtdoe. Ze recht haar schouders en komt zo mogelijk nog intimiderender over op mij. Ik probeer ondertussen haar houding te kopiëren om tenminste een beetje zelfverzekerd te lijken terwijl zij nadenkt, maar haar woorden zorgen dat er rillingen over mijn rug heen lopen. Het klinkt nou niet erg positief. Er zijn een paar mannen die stoppen met wat ze doen om naar ons te kijken, maar ik merk ze amper op. De vrouw voor me vraagt al mijn aandacht op het moment.
          ''Ik neem aan dat je wilt blijven leven. Ik ben je bereid te helpen. Sterker nog — ik ben de enige die je kan helpen. Dit is de Queen Anne's Revenge. Mijn hulp is enkel niet gratis," vervolgt ze dat, waarop ik hevig begin te knikken. Als ik merk hoe stom dat is, stop ik gelijk weer.
          "Natuurlijk," zeg ik, net iets te langzaam terwijl ik nadenk over mijn woorden. "Ik werk voor de hoogste bieder en mijn leven is momenteel wel het hoogste bod. Is dat goed genoeg?" probeer ik er dapper uit te krijgen.




    Thaddeus Becerra 'Despiadado' - Captain of the Queen Anne's Revenge


    Genevieve reageert precies op mijn geplaag zoals ik dat leuk vind, met rode wangen en zonder woorden omdat ze niet lijkt te weten hoe ze moet reageren. Dat vond ik nou leuk, als mensen er niet goed tegen kunnen. Al vind ik het ook altijd leuk als ze wél extreem reageren door zich er tegen te verzetten. Maar zover lijkt Genevieve nog niet te zijn. Ach, ze is dan ook een rijkelui's kind, wat verwacht je dan? Snel verleg ik de focus op het plan dat ik heb en haar, zonder de details te vermelden, vertel. Ze knikt gewoon, tot ik opmerk dat ze misschien wel bij ons wilt blijven.
          "Dat betwijfel ik," antwoord ze simpelweg, alsof ze dit keer geen last van mijn geplaag heeft. "En wat verwacht je nu precies verder van mij?"
          Een brede grijns siert mijn lippen. "Jij mag hier blijven zitten, mooi wezen of wat dametjes zoals jij dan ook doen, zolang je maar rustig blijft en niet vervelend gaat doen. Soms duren de dagen op een schip nogal lang en zijn de nachten wat eenzaam, dus ik vind het geen probleem als je mij ondertussen komt entertainen. Mondje dicht tegen de bemanning, straks worden ze nog jaloers." Ik lach zachtjes om mezelf.


    Sorry, ik ben zo inspiratieloos de laatste tijd, maar ik wilde toch wat schrijven.

    [ bericht aangepast op 2 sep 2015 - 17:51 ]


    Your make-up is terrible

     Tamala Kaluwa Fersens

    Vaag heb ik het idee dat de mededeling over Lucy ook iets met mij te maken heeft, maar ik zet het idee gelijk van me af. Ik heb er niks mee te maken, herhaal ik in mijn hoofd. Eigenlijk lieg ik tegen mezelf, Lucy had haar geheim dat nu geen geheim meer is als enige aan mij verteld. Ik probeer de mededeling te vergeten en richt me op de eerste mededeling. Strijdlust laait door me heen. Ik wil best wel vechten. Misschien leid dat me af van mijn dromen.
    Alweer een geheim, bedenk ik bij mijzelf. Er zijn zoveel geheimen. Maar dit is een serieus geheim. Er valt niet mee te spotten. Ik heb er geen controle over.
    Misschien moet ik het vertellen, bedenk ik me. Nee, laat maar, dat idee is te gek voor woorden. Waarom zal ik zoiets doen? Het zorgt vast alleen maar voor meer problemen, die ik het liefst wil vermijden.


    you said "plese don't ever change" but you don't like me they way i am

    Pixie
    Ik kwam weer boven en ging direct weer bij de mast staan om er terug in te klimmen. Ik had het niet zo op gevechten en ik had geen idee wat de kapitein met me zou doen met het feit dat ik lag te slapen. Hij begon te praten toen de hele crew op dek was, over wat ik had gezien en dat Luke Lucy bleek te zijn. Ik vond haar reactie al helemaal niets. Ik deed dan ook, wat vreemd voor me was, een stapje naar voren en keek haar recht aan. "Luke, dat je hier niet direct overboord gaat, betekent niet dat je op een ander schip niet een slechter lot wacht als ze merken dat je een dame bent, laat staan als ze merken dat je van ons komt. Dames op schepen zijn nog altijd een roep om ongeluk. Als je geluk hebt leggen ze je om." piepte ik, voor ik snel terugliep naar de mast. "Zal ik bovenin opzoek gaan naar een uitweg, kapitein? Ik bedoel als er een gat valt, dat we weg kunnen?" vroeg ik zacht. Ik haalde een kaart uit de achterkant van mijn riem. We konden vast een uitweg vinden als iedereen afgeleid was door de gevechten. Als ukkie in het kraaiennest werd ik vaak niet eens gezien, en als ze toch achter me aan gingen, was ik snel genoeg in klimmen tussen en over de masten dat ik vaak zonder te vechten weg kon komen. Ik zuchtte zachtjes en haalde met mijn vrije hand mijn warrige haren wat op orde... Of eigenlijk wat meer in de war. Ik wist het gewoon niet meer en werd vrij nerveus hier op de grond met een vijandig schip in de buurt, zeker nu het er twee waren.


    Bowties were never Cooler

    Lucy Bird

    'Daarvoor bestaat het toneelspelen, Pixie.' mijn ogen twinkelen.
    'Queen Annes Revenge? Vol met meiden. De BlackSea? Alleen maar meiden. En dat koopvaardij schip, ze doen makkelijker met dames dan met heren. Geloof me, er zijn veel voordelen aan mij zijn. En zoniet bestaat die hoed, vergeten? Ik was vroeger kapiteinsdochter, mijn familie is bekend en mijn vader ook. Dat kan bij dat eerlijke schip wel werken, geloof me, voor alles een oplossing.'


    obsessive rage


    Een brede grijns legde zich rond zijn lippen, en ik had haast direct spijt van mijn gestelde vraag. “Jij mag hier blijven zitten, mooi wezen of wat dametjes zoals jij dan ook doen, zolang je maar rustig blijft en niet vervelend gaat doen.” Het leek nog mee te vallen, maar natuurlijk vervloekte ik de goden direct met de opluchting die ik voelde, aangezien zijn antwoord nog niet ten einde was. “Soms duren de dagen op een schip nogal lang en zijn de nachten wat eenzaam, dus ik vind het geen probleem als je mij ondertussen komt entertainen.” Mijn gezicht vertrok zienderogen en in het lichte blauw van mijn ogen legde zich een blik van wansmakelijke weerzin. “Mondje dicht tegen de bemanning, straks worden ze nog jaloers,” voegde hij er nog aan toe. Een zachte lach vulde de ruimte tussen ons in. Eén van ons vond het in ieder geval grappig…
          “Je… ik… je denkt toch niet dat ik… met jou.. dat… we… nooit van m’n leven,” sputterde ik, hetzij dat de blos op mijn wangen nagenoeg verraadde dat ik me meer dan ongemakkelijk voelde bij zijn woorden, dat ik zijn oneerbaar voorstel vooral gênant vond. “Je hebt te veel klappen op je kop gehad, dat je uberhaupt in je hoofd durft te halen ik ik je zou willen 'entertainen',” wist ik er echter nog aan toe te voegen, het laatste er vooral uitspugend. Ik wist meer standvastigheid in m'n toon te vinden, in tegenstelling tot m'n eerdere gesputter wat er vooral met hakken en stoten uit was gekomen. Ik wist mijn rug te rechten, om zo mijn eerdere preutse voorkomen wat naar achteren te schuiven. Het was al erg genoeg dat hij me zo kon laten doen reageren, en geheid dat hij er zich om verkneukelde.

    Des' antwoord vond ik dus echt geniaal!


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Sinedad Fortescue


          Zodra ik duidelijk heb gemaakt dat het nog geen tijd is om me te bedanken — zie ik hoe zijn enigszins droge lippen een perfecte ''o'' vormen. Tevens merk ik op dat hij enige poging onderneemt mijn positie te kopiëren. De rivaliteit tussen intimidatie en oplettendheid ontgaan hem zodra hij meermaals begint te knikken op mijn latere woorden. Het ziet er vrij knullig uit, wat hem een vederlicht glimlachje van mijn kant oplevert. Het is totaal niet de normale gang van zaken, iets waardoor ik behoorlijk moet improviseren.
          ''Natuurlijk. Ik werk voor de hoogste bieder en mijn leven is momenteel wel het hoogste bod. Is dat goed genoeg?'' Net als de jongeman overdenk ik ook mijn woorden voor ik ze hardop uitspreek. Mijn ogen gaan overziend langs het dek, benieuwd naar eventuele luistervinken, maar vinden al snel de drenkeling terug.
          ''Twee gunsten,'' verklaar ik, hem van top tot teen in me opnemend. Mijn handen rusten losjes op mijn heupen, grotendeels om hem aan het oog van een ijverige dekzwabber te onttrekken. ''Eén voor het feit dat ik je uit het water heb gevist, en een tweede voor je verblijf aan boord. Hebben we een deal?'' Mijn tanden ontbloten zich in een volledige glimlach als ik mijn hand naar hem uitsteek. Beloften horen bezegeld te worden. Zolang de kapitein zijn poppetje in zijn vertrek heeft — hoef ik me geen zorgen te maken om zijn bemoeienis.
          ''Sin.'' Laat ik daar uiteindelijk achteraan volgen. Een krachtige naam voor een krachtige meid.


    Geen probleem. Ik vind het wel prettig als het niet zo snel gaat.


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    Isaiah Simeon Hale - The Royal Heart


    ''Twee gunsten,'' geeft ze me, met haar handen in haar zij, iets wat haar woorden kracht lijkt bij te zetten. ''Eén voor het feit dat ik je uit het water heb gevist, en een tweede voor je verblijf aan boord. Hebben we een deal?''
          Er verschijnt een grote grijns op haar gezicht die haar tanden ontbloten, tanden die er beter uitzien dan van de mannen die ik op mijn schip gezien heb. Ze steekt haar hand naar me uit om de deal te bezegelen, maar haar grijns zorgt ervoor dat ik de rillingen krijg. Vooral omdat ze niet zegt wát die gunsten zullen zijn, dat zal in de toekomst wel blijken, denk ik. Maar die gunsten in ruil voor mijn leven zijn het vast wel waard, dus besluit ik om haar hand vast te pakken en haar een zo stevig mogelijke handdruk te geven.
          "Deal," geef ik toe, de opluchting klinkt door in mijn stem.
          ''Sin,'' stelt ze zich voor, een naam die zeker wel bij haar past.
          "Isaiah," stel ik mezelf vervolgens voor terwijl ik mijn hand weer terug trek. "Dus ehm, ben jij de kapitein of zoiets? En wat zijn die gunsten? Of ga je die passen innen als het moment daar is?"
          Omdat ik zo nerveus ben, praat ik al snel teveel en stel ik teveel vragen. Maar ook omdat ik zo opgelucht ben dat ik momenteel veilig ben. Deze vrouw is nog veel enger in haar eentje dan mijn hele vorige bemanning bij elkaar, die groot en deels uit militairen mannen bestond.




    Thaddeus Becerra 'Despiadado' - Captain of the Queen Anne's Revenge


    In eerste instantie leek Genevieve opgelucht, maar nadat ik verder gegaan was, vertrok haar gezicht en ze straalde een en al weerzin uit. Niet dat ik iets anders verwacht, dames zijn over het algemeen niet zo meegaand als je zoiets voorstelt. Behalve als ze het voor hun beroep doen en je ze betaalt, dan. Haar wangen zijn rood geworden door mijn woorden. Het arme meiske is waarschijnlijk nog een preutse maagd. Des te leuker is het voor mij.
          "Je… ik… je denkt toch niet dat ik… met jou.. dat… we… nooit van m’n leven," sputtert ze al stotterend. "Je hebt te veel klappen op je kop gehad, dat je überhaupt in je hoofd durft te halen ik ik je zou willen 'entertainen'."
          Pas in de tweede zin word ze feller en recht ze haar rug dapper. Op mijn gezicht blijft een achteloze grijns staan als ik klaar ben met gniffelen en ik mijn schouders ophaal. Ze blijft leuk reageren, wat ik ook naar haar toegooi. Zo blijft ze tenminste wel even leuk, maar volgens mij is ze wel het type dat er snel aan went en zich gemakkelijk aanpast.
          "Maar liefje, volgens mij heb ik nooit gezegd dat ik jouw toestemming ergens voor nodig heb," vertel ik haar op een iets kinderlijke toon, alsof ze het anders niet zou begrijpen. Mijn toon mag dan wel lieflijk klinken, maar de intentie die ik heb is alles behalve lieflijk. Ik sta op van mijn bureau en loop naar haar toe. "Spreek je een beetje Spaans? Je hebt mijn naam toch meegekregen toen ik me voorstelde?"


    Your make-up is terrible

    Sinedad Fortescue


          Ik zat niet geheel zonder reden op een piratenschip. Ik weet heel goed hoe ik mezelf staande moet houden tegenover de rest van de wereld — het is een scheidingslijn tussen de persoon die ik ben en de persoon die ik zou willen zijn. Ik roei letterlijk met de riemen die ik heb, terwijl ik deze aanpak waar ze me worden aangereikt.       ''Isaiah,'' sluit aan op mijn informele voorstelling. Geen naam die iemand zou kiezen, dus neem ik aan dat het een echte is. Mijn vingers glijden door mijn krullen terwijl hij het woord neemt — zoals ik had verwacht dat hij zou doen. ''Dus ehm, ben jij de kapitein of zoiets? En wat zijn die gunsten? Of ga je die passen innen als het moment daar is?'' De woorden beven, gepaard met een minstens even onzekere blik in zijn ogen. Ik lik het zout van mijn lippen, een langzame blik over mijn schouder werpend voor ik neerkniel in een dode hoek aan de zijkant van wat vastgebonden vaten. We zullen minder opvallen als we zitten, dus klop ik gebiedend naast me terwijl ik het me gemakkelijk maak.
          ''Incorrect. Mijn kapitein is Despiadado. De enige echte,'' mijn mondhoeken krullen nietszeggend om bij deze onthulling, waarna ik mijn achterhoofd tegen het hout laat leunen en mijn ogen sluit. Het voelt alsof ik zijn angst kan ruiken, terwijl ik me heimelijk afvraag of ik daadwerkelijk zo angstaanjagend ben. ''Ik ben slechts. . . Scheepsarts. Ja, dat was 'm.'' Ik ben meerdere dingen geweest voor ik op de Queen terecht kwam. Zwabber, zoals vrijwel iedereen begint. Maar ik had iets dat niet iedereen had. Talent. Dat, en de kennis van thuis. Ik leerde gaandeweg en de positie beviel me. Ik was degene die alles kon redden, tegen de juiste prijs. Geliefd en gevreesd: dat zag ik wel zitten.
          ''Maak je niet te druk om de deal, Isaiah. Ze komen wanneer ze komen.'' Wanneer ik besloot dat het tijd was, of uitkwam. Misschien niet heel vriendelijk, maar wie kon het zich nog permitteren lieflijk te zijn? Ik kruis mijn enkels en probeer de prikkende zon te ontwijken.
          ''Als ik jou was zou ik dat mooie uniform overboord gooien. Ik wil je best wat lenen, maar eerst moet je iets drinken.'' Aan een uitgedroogde marinier heb ik immers niks. Ik pluk de flacon van mijn broek en neem zelf een tamelijke slok voor ik de fijne inhoud ervan overdraag. Ik vraag me af of hij te trots is om hier zonder kleding rond te lopen, maar ik neem aan dat hij slim genoeg is te bedenken dat een naaktloper minder blikken trekt dan een gehaat uniform.


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    Isaiah Simeon Hale - The Royal Heart


    Ik volg haar tong als ze over haar lippen heen likt, waarbij ik haar blik bijna mis. Ze kijkt weg van me om over haar schouder te kijken. Ik ben een tikkeltje verbaasd als ze op de grond naast een paar vastgebonden vaten gaat zitten en op een dwingende manier naast zijn klopt om aan te geven dat ik naast haar moet zitten. Aarzelend laat ik mezelf zakken en plof ik naast haar neer.
          ''Incorrect. Mijn kapitein is Despiadado. De enige echte,'' zegt ze, alsof het iets moet betekenen, maar ik heb eerlijk geen idee wie dat nou weer is. ''Ik ben slechts... Scheepsarts. Ja, dat was 'm. Maak je niet te druk om de deal, Isaiah. Ze komen wanneer ze komen.''
          Ik staar naar haar als ze haar enkels kruist. Ze klinkt zo kalm, ik had niet verwacht dat ze de scheepsarts zou zijn en het voelt alsof ik een zonnesteek heb momenteel. Alsof er allemaal niks van klopt en ik eigenlijk aan het dromen ben. Ik knik wat suffig op wat ze zegt, er niet helemaal bij. Maar door haar volgende woorden word ik weer een beetje wakker geschud.
          ''Als ik jou was zou ik dat mooie uniform overboord gooien. Ik wil je best wat lenen, maar eerst moet je iets drinken.''
          Ze haalt een flacon van haar riem af, die ze opent en zelf een slok neemt voordat ze hem aan mij overhandigd. Ik ruik er eerst voorzichtig aan voordat ik ook een paar slokjes neem. Ze heeft gelijk, ik ben uitgedroogd en nu ik vocht op mijn tong proef, heb ik de neiging om alles op te drinken. Maar ik ben degelijk opgevoed en doe het niet. Na een paar extra slokken geef ik de flacon terug en kijk ik naar mijn doorweekte uniform. Ze heeft gelijk, deze moet ik kwijt zien te raken. Ik begin mijn uniform los te knopen en trek het jasje ervan uit. Eronder draag ik niks, het is al warm genoeg in dat ding op zee. Ik trek mijn laarzen uit, waar nog wat water uitkomt, en ontdoe me dan van mijn broek. Dat is iets wat behoorlijk lastig gaat als je zit en volgens mij ziet het er dan ook idioot uit. Gelukkig heb ik daaronder wel een lange, katoenen onderbroek aan.
          "En nu?" vraag ik, mijn wangen rood terwijl ik me rot schaam voor mijn zo goed als naakte lichaam, die ik zo half probeer te verbergen in een vreemde houding. "Mijn schoenen mag ik toch wel houden?"


    Your make-up is terrible


    “Maar liefje, volgens mij heb ik nooit gezegd dat ik jouw toestemming ergens voor nodig heb,” zei hij lieflijk, alsof hij tegen een onwetend kind sprak nadat zijn gegniffel stopte en er een achteloze grijns op zijn gezicht achterbleef. Mijn mond klapte abrupt open door zijn woorden, zowel van ongeloof als de stomheid waarmee ik geslagen werd.
          “Je zou niet durven,” wist ik echter direct uit te brengen, onstuimig en geen acht slaand op de teruggetrokken houding die zo gewoon was aan me. Het was vooral door het weten dat hij in staat was tot dergelijke praktijken, dat hetgeen hij zei me angst inboezemde.
          Hij stond op van z’n bureau en liep naar me toe. “Spreek je een beetje Spaans? Je hebt mijn naam toch meegekregen toen ik me voorstelde?” vroeg hij, vooral ingenomen met zichzelf.
          Ondanks dat alles in mijn lijf schreeuwde om een stap achteruit te zetten, om zo te voorkomen dat hij de afstand tussen ons verkleinde, bleef ik staan waar ik stond. Inwendig kromp ik echter bij iedere stap die hij dichterbij kwam, verder ineen. Mijn rug hield ik nochtans statig gerecht, al was de angst die ik voelde duidelijk zichtbaar in het blauw van mijn irissen. Ik wist dat hij wist dat ik bang was. Voor hem, en voor wat hij zou kunnen doen.
          Ik beet dan ook op de binnenkant van m'n wang, waarna mijn blik de zijne nochtans gedurfd opzocht. “Ik spreek Frans, geen Spaans," zei ik vervolgens, waarbij de woorden vooral doortastend klonken. Ondanks dat iedere vezel in m'n lijf schreeuwde om niets te provoceren, was de drang om me niet zomaar te laten kennen te hardnekkig aanwezig om zomaar te negeren. De spijt die ik echter voelde van mijn uitgesproken woorden, slikte ik verwoed weg en de neiging om nu linea recta de hut uit te rennen en van het schip te springen trachtte ik te bedwingen, aangezien ik wist dat de deur op slot was gedraaid en ik hem niet gunde om me als een hysterisch burgertrutje op te stellen.

    Goed, vermoeidheid heerst en m'n post is dan niet zo geweldig uitgeschreven als dat ik in gedachten had... Afin, het komt er vooral op neer dat Gen dus inwendig doodsangsten uitstaat, maar haar best doet dit niet te tonen omdat ze hem dat niet gunt :'D
    En ik leg de bal bij Des in het kamp en je mag dus ook gewoon wat powerplay gebruiken, hoor (; Je ziet maar wat je ervan maakt, je mag je volledig uitleven ^_^

    [ bericht aangepast op 22 sep 2015 - 20:53 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”


    Thaddeus Becerra 'Despiadado' - Captain of the Queen Anne's Revenge


    "Je zou niet durven," zegt ze, nadat haar mond opengevallen is van mijn woorden.
          Mijn antwoord is simpel. Ik sta op en vraag haar of ze mijn naam niet meegekregen heeft toen ik me voorstelde. Als ik dichterbij kom, blijft ze zo fier mogelijk rechtop staan, maar ik zie de angst in haar ogen en hoe haar lichaam bijna fysiek in elkaar krimpt met elke stap die ik dichterbij kom. Ondertussen sta ik erg dichtbij haar en blijf ik staan. Haar ogen zoeken de mijne op en ontmoeten elkaar. Ze durft wel, maar ik zie haar angst toch. Ze weet heus wel waar toe ik in staat ben door mijn houding alleen.
          "Ik spreek Frans, geen Spaans," antwoord ze erop, wat nogal uitdagend klinkt voor mij en ik zacht grinnik.
          "Ik kan je wel wat Spaans leren," zeg ik zacht, met een grijns. Ik leg mijn hand dwingend onder haar kin zodat ze me wel aan moet blijven kijken. "Despiadado betekent 'harteloos', oftewel sans coeur. Dat begrijp je wel, toch?"
          Ik blijf haar aankijken om haar reactie te zien, iets wat uiterst vermakelijk voor me is. Mijn andere hand leg ik daarop op haar onderrug en ik trek haar tegen mezelf aan. Uiteindelijk besluit ik de jonge vrouw gewoon los te laten en een stap naar achteren te doen om haar de ruimte te geven. Ik vind het leuk om te choqueren, maar dat heeft geen zin als ik op de eerste dag al mijn trucjes uit de kast haal.
          "Ik heb honger, wat jij?" vraag ik vervolgens, alsof er niks gebeurd is en ik dit elke dag doe.


    Your make-up is terrible