• De drie grote families. De Starks, de Lannisters en Targaryen hebben het eindelijk goed. Al na tien jaar is er geen oorlog meer en leeft iedereen in de zeven koninkrijken in harmonie samen en is er grote welvaart. Op de ijzeren troon zit de familie Targaryen en zij laten hun bloed weer verbinden met andere huizen door huwelijke af te sluiten. Het is eindeljik een paradijs op de verkrachtingen en brute moorden na. Als er een groot feest word gehouden in Koningslanding word er een huwelijk afgesloten. Één tussen de zoon van de Targaryen en de dochter van de Lannisters. Één tussen de zoon van de Starks en de dochter van de Targaryen en een huwelijk tussen een zoon van de Starks en de dochter van de Lannisters.
    Willen deze prinsen en prinssesen dat wel? Ze kunnen in opstand gaan tegen hun ouders of zich erbij neer leggen. Misschien hebben ze hun hart al aan iemand verloren en moeten ze die nu voor altijd gedag zeggen.
    Aan hun de keus.


    Rollen:

    Targayen

    Koningin: Maelesys Targaryen ~ Cissy 1,11
    Prins: Augustus Targaryen ~ Nevergirl 1,5
    Prinses: Rosemary Targaryen ~ VladiFerr 1,2
    Bastaarddochter: Rhaeyna Blackfyre ~ McGonnagall 1,4


    Starks
    Prins: Rickard Brandon Stark ~ Sand 1,7
    Prins: Eddard Stark ~ Squib 1,4
    Prinses: Lyanna Mira Stark ~ Cathedrals 1,7
    Bediende: Jilliyan Yden Nalor ~ Sabaism 1,6


    Lannisters
    Prinses: Sabaism
    Prinses: Joanna Lannister ~ Waldeinsamkeit 1,5



    Andere belangrijke personen


    Huwelijksgast: Alessandra Fossoway ~ Merlyn 1,11
    Huwelijksgast: Lorent Tyrell ~ Nimble 1,10
    Bordeel eigenaar: Nymeria Fregar ~ Nimble 1,7
    Kings guard: Ser Thoros "The Little Pup" Clegane ~ Shadowhunter 1,10
    Vrouwe van de Stormlanden: Isabeth Baratheon ~ Squib 1,7
    Bastaarddochter: Arianne Martell lid van de Small Council als Master of Whisperers ~ Shadowhunter 1,11
    Geheime liefde: Rylen Wyl ~ Cissy 1,4


    Regels:


    – 200 woorden minimaal.
    – Minstens 2 keer in de week reageren.
    – Niet meer dan 2 personages.
    – Een reservering blijft 72 uur staan.
    – geen perfecte personages.
    – 16+ is toegestaan.
    – Ga niet als een snel trein reageren. (Dus niet dat als een iemand 2 dagen niet online is kunnen zijn er 3 pagina's erbij zijn)
    – Naam verandering door geven.
    – Je hoeft GOT niet te hebben gelezen of hebben gekeken, maar als je even wat meer informatie wilt PB mij dan of zoek het zelf op (:



    Het begin
    Iedereen komt net aan in Kingslanding en het feest is al in volle toeren bezig. In het paleis is het vol met lekkernijen, gezelligheid en kamers voor de gasten. De gasten worden in alle rust door bediendes begeleid naar hun kamers, terwijl in de keukens het ene na het andere meesterwerk word klaargemaakt. De prinsen en prinsessen hebben ieder hun eigen ding te doen. In hun kamer blijven tot het diner of door de stad rondstruinen en de pracht en praal bewonderen van Kingslanding. Ook in het dorp word druk feest gehouden en is het dus nergens rustig.



    [ bericht aangepast op 9 feb 2015 - 9:51 ]


    "Rebellion's are build on hope"


    Rickard Brandon Stark
    Prince of Winterfell

    Wanneer Ales en Dard van de gelegenheid een toneelstuk maken door beleefdheden uit te wisselen, laat ik mijn kijkers opnieuw over de verschillende schepen glijden en weten mijn gedachten af te dwalen naar verre reizen waar niets of niemand controle over me had. Slechts wanneer Ales een hoge roep uit weet te stoten, knipper ik enkele malen met mijn kijkers en richt ik me weer op het hier en nu. ‘Als ze Death niet goedkeurt of dreigt om hem te roosteren, dan neem ik hem met alle liefde van je over.’ Mijn wenkbrauwen zinken omlaag in en diepe frons wanneer ik voor me zie dat iemand Death pijn zou willen doen, maar deze gedachten dwing ik al snel naar de achtergrond: niets of niemand zou aan mijn jonge Direwolf komen, al zou ik hem moeten verdedigen met mijn eigen leven — zelfs mijn aanstaande vrouw niet.
    Voor even houd ik mijn blik gericht op het schouwspel voor me: Ales en Death hebben het vanaf het allereerste begin goed met elkaar kunnen vinden en Ales was zelfs een van de redenen dat ik Death überhaupt heb gehouden in plaats van hem te vermoorden. Hopelijk vond de prinses Death even leuk als Ales hem vond, anders zou het gehele huwelijk bij voorbaat al verdoemd zijn.
          Obsidian weet ditmaal tot me door te dringen door zacht te grommen, waar Dard direct op weet te reageren — doordat Obsidian al ouder was, waren ze perfect op elkaar ingespeeld. ‘Volgens mij is het tijd om terug naar de Red Keep te gaan, in elk geval voor mij en Alessandra als we niet aangevallen willen worden.’ “Goed plan,” is Ales’ antwoord op de woorden van Dard, waarna ik mijn blik tevens over de ongure typen laat glijden en mijn hand onwillekeurig naar het heft van mijn zwaard laat glijden. Wanneer ik enkel en alleen lucht voel, herinner ik me dat ik mijn zwaard in mijn vertrekken heb gelaten en slechts gewapend ben met een kleine dolk — verstopt in mijn laars. Zwaarden vielen te veel op, zeker in deze kledij.
          Geheel automatisch recht ik mijn rug ietwat en laat alle emoties en gevoelens uit mijn kijkers verdwijnen, waardoor er slechts twee lege en kille lichtblauwe poelen over blijven. De voorste man van het groepje fronst zijn wenkbrauwen ietwat, verwar door het gegeven dat de “gewone jongeman” zich zo vorstelijk kon gedragen op het moment dat hij bedreigd werd. Wanneer Ales’ tevens haar hand in de mijne laat glijden, beginnen ze zacht te mompelen — hoogstwaarschijnlijk over het geen wat ze nu zouden gaan doen.
    ‘Zullen we maar gaan, Wolfje?’ Warme gevoelens trekken door mijn lichaam wanneer ik Ales’ haar koosnaampje hoor fluisteren, maar ik herinner mezelf er aan dat ik nu kil en hard over moet komen totdat we terug zijn bij de Red Keep en ik zowel Ales als Dard veilig heb kunnen houden.
          ’Dard, voorop.’ Mijn stem is zacht, maar vol bevel. Wanneer mijn jongere broer voor zou lopen, zou hij niet in zijn rug aangevallen worden en kon ik het overzicht bewaren. ‘Houd Obsidian rechts van je.’ Met een zachte duw in zijn rug — waarbij ik hem een lichte, geruststellende kneep geef — zorg ik ervoor dat we in beweging komen en we richting de ongure typen stappen: het was de enige weg terug naar de Red Keep.
    Wanneer we eenmaal langs de mannen lopen, steek ik mijn hand in mijn zak en haal er een koperen munt uit — die ik met een simpele tik van mijn duim en wijsvinger in de groep laat belanden. Direct duiken de mannen er tegelijkertijd op af en ontstaan er een kleine vechtpartij over wie de munt uiteindelijk zou mogen behouden. Inmiddels zijn wij de straat ingelopen en verschillende meters van ze verwijderd, waardoor ik langzaam de emoties weer terug in mijn kijkers laat glijden.
          ‘En, Ales? Hoe gaat het met je Lorent? Hoorde dat jullie ook gaan trouwen, je vader zal vast en zeker tevreden zijn met het huwelijk.’ De pijnlijke glimlach rondom mijn mondhoeken houd ik grotendeels verborgen voor Alessandra, waardoor ik snel een hand door mijn haren haal. ‘Je hebt wel geluk dat je hem al kende,’ glimlach ik vervolgens oprecht — terwijl de Red Keep langzaamaan in zicht komt en we niet veel later door de hoge poorten stappen. Wanneer we eenmaal op de binnenplaats staan, draai ik me even naar Dard toe — wie ik een lichte glimlach toe werp. 'Dard — ik ga even wat anders aantrekken en dan toch maar eens mijn aanstaande ontmoeten. Zie ik je zo in de troonzaal?'
    Met een lichte knik loop ik van Dard weg — mijn hand nog steeds verstrengeld in die van Alessandra.

    [ bericht aangepast op 23 feb 2015 - 13:22 ]



    LUCIYA GWENDYS LANNISTER
    "A Lannister always pays his debts"


    Vanuit m'n felgroene kijkers had ik een ruime blik over de verschillende kleuren kleding en de bediendes die overal met wijn rondliepen. Ook de vrolijke stemmen van de gasten ontgingen mijn oren niet; het was een feest, enkel voor hun. Het gegeven een drie jaar jongere prins moeten trouwen, is voor mij helemaal niets. Er is altijd een mogelijkheid dat de prins vriendelijk is, enkel was er bij mij al een streep door het woord liefde gezet, omdat ik die niet voelde voor zoiets, helemaal niet om het uithuwen. Naar mijn mening was het niet nodig, maar iedereen doet zijn best om de familie in stand te houden en de titel met eer blijven beleven.
          Voorzichtig nipte ik aan de beker met de dieprode gloed erin, iets wat ik deed sinds het gesprek tussen Lorent en Vrouwe Alessandra. Na een laatste slok liet ik het glas op een tafel achter, aangezien de bediendes overal te vinden waren - al enkel voor de wijn. Rustig liep ik met gratie, zoals ik het geleerd had, door de menigte en ontving hier en daar nog enkele felicitaties. Het waren allemaal gasten, waarvan sommigen vage bekenden waren.
          Nadat ik me een weg tussen de menigte had gebeend, liep ik kalmpjes verder. Het was hierbinnen prachtig, binnen King's Landing - maar als je in de straten kwam, of enkel buiten, drong je de geur van rotte vis en verwezing binnen. Het was buitenom armoedig, maar daar zouden te weinig van de adelijken zijn die er werkelijk wat aan zouden doen - naar mijn mening.
          De geluiden van de muziek, de stemmen, het lachen - bleef achter me, nadat ik me steeds meer verwijderde van de grote menigte. Mijn tempo werd ietwat sneller, waardoor ik nog een keer over m'n rechterschouder keek - voordat ik in snelle een kamerdeur opende en die gauw weer achter me sloot, echter was dit geen kamer - meer een opslagruimte met allerlei spul. Er was nog geen verschijning van Lorent, waardoor ik stil op m'n plek bleef staan.

    [ bericht aangepast op 18 feb 2015 - 17:38 ]


    "Satan's friendship reaches to the prison door."


    Lyanna
    "You saw her beauty, but not the iron underneath."
    •••


    Voor een dame uit Winterfell, was King's Landing best overweldigend - ik zou het echter nooit toe willen geven. Dit was de eerste keer dat ik hier kwam. Tuurlijk, ik had er over gehoord en erover gelezen in de boeken. Maar er zelf zijn, dat was iets compleets anders. Mijn ogen gleden langzaam over de menigte, er waren ontzettend veel mensen - maar ik was niet het type die het middelpunt zou willen zijn.
    Van een dienblad wat voorbij komt pak ik een glas wijn. Rode wijn, om precies te zijn - en zonder twijfel een van de beste wijnen die deze wereld kende. Verveeld draaide ik de beker wat rond in mijn hand, starend naar de ronddraaiende vloeistof. Ik slaakte een zucht en keek weer op. Het mocht dan wel allemaal zo indrukwekkend zijn - om eerlijk te zijn was ik liever thuis.
    Ik nam een slok van de wijn in mijn beker en kwam tot de conclusie dat dit inderdaad een van de beste wijnen moest zijn. Tenminste, een van de beste die ik tot nu toe in mijn leven had geproefd. Ik zou willen dat het niet zo was - maar toch voelde ik me behoorlijk ongemakkelijk hier, tussen al die mensen. Naast mijn familie waren er maar een paar die ik kende, vaag kende. Nogmaals tuurde ik de ruimte af, zoekend naar ook maar iemand om een beetje aansluiting mee te vinden.


    but do you feel held by him? — does he feel like home to you? ( Anatomy » Midsommar )



    Lorent Tyrell
    Lord of Highgarden • 21 • Huwelijksgast


    De avond begon langzaam te vallen en de troonzaal werd beetje bij beetje drukker (ik dacht niet eens dat dat nog mogelijk was). Ik dacht terug aan het briefje die ik in Luciyas hand had geschoven met daarop de plaats en het tijdstip van onze afspraak. Ik had er lang over nagedacht met een kaart van de Red Keep voor mijn neus, toen Luciyas in haar brief om een afspraak vroeg, zo'n drie weken geleden. Telkens we in King's Landing waren, kozen we een nieuwe plek uit, zodat er zeker geen mogelijk zou zijn dat we gevolgd worden of toevallig ontdekt worden. Deze keer had ik voor een opslagkamer gekozen aan de zuidkant van het kasteel. Het was afgelegen en ik had niet het idee dat iemand ons daar zou gaan zoeken.
          Toen het bijna zover was, verontschuldigde ik me bij Gerold en de andere baanderheren, en nog voor Gerold me kon tegenhouden was ik al tussen de menigte verdwenen en liep ik de binnenplaats over naar mijn bestemming. Hoewel ik Gerold erg graag had, kon hij me erg op de zenuwen werken. Hij wilde altijd alles als eerste weten en liet me nooit gaan zonder zijn zegje te doen. Ik moest hem er vaak aan herinneren dat ik niet alleen zijn vriend was; ik was ook zijn Heer en hij moest de grenzen respecteren. Dat vond hij minder grappig.
          Ik knikte beleefd naar een bediende die met een dienblad vol glazen over de binnenplaats rende en ontweek nog snel een staljongen die een paard onder controle probeerde te krijgen. De bruine hengst sprong op en neer en de jongen viel neer op de grond. Ik sprong snel tussen hen in. "Ho! Ho, daar! Rustig, jongen, rustig!" riep ik naar het paard en nam de teugels vast. Ik streek met mijn hand over de hals van het dier en voelde diens hartslag langzaam verminderen. De staljongen stond ondertussen alweer op zijn voeten en nam het paard dankbaar over.
          "Dank u, Heer," mompelde hij. Ik glimlachte en knikte, waarna ik me snel naar de opslagruimte haastte. Ik wierp een laatste blik op de mensen achter me toen ik het gebouw in stapte, maar niemand leek op mij te letten. De deur viel achter mij dicht en met snel kloppend hart liep ik door de gang naar de laatste deur, de opslagruimte. Ik stopte en luisterde aan de deur, maar hoorde niks. Voorzichtig opende ik de deur en stapte naar binnen. Mijn ogen moesten even wennen aan het donker, gelukkig had de kamer één enkel klein raampje waar een rode gloed door viel.
          Pas toen zag ik dat ik toch niet alleen was. "Luciya," ademde ik opgelucht en glimlachte naar haar.


    kindness is never a burden.

    Rosemary Targaryen



    Ze was verstrooid. Dat was iets wat zeker was. Terwijl ze hoffelijk, elegant en vol met etiquette moest zijn, was ze verstrooid.
    "Ik denk er precies hetzelfde over, prinses, alhoewel ik betwijfel dat we dezelfde redenen hebben."
    Ze keek de Ser aan. Ze had helemaal niet geluisterd en ze beet even op haar lip uit schaamtegevoel. Ze glimlachte zachtjes, ja, hij hoefde niet te trouwen met een Stark. Zij daarentegen mocht haar bloed doorzetten met iemand uit het mooie noorden.
    "Kan ik trouwens iets voor u doen, prinses? Ik vergeet mijn manieren helemaal, mijn excuses."
    Ze begon zachtjes te grinniken. Ze had altijd een zwak gehad voor deze man. Niet als in een romantische manier, maar altijd dat ze wel van hem hield als een broer. Haar lila ogen vingen plots de banieren van huize Wyl. Ze kon wel huilen. Ze wou niet dat hij hier was om dit te zien. Deze afschuwelijke verbintenis te moeten aanschouwen.
    'Nee,' mompelde ze. 'Er is niks. Ik moet gaan.' Ze drukte vlug een kus op zijn wang en glipte toen door de drukke mensenmassa. Ze wou niet onbeleefd zijn, maar nu wou ze naar Rylen. Ze kwam aan bij de banieren en begroeten bepaalde mensen. Totdat ze hem zag. Voorzichtig streek ze met haar hand over zijn arm om zijn aandacht te trekken.
    'Heer Wyl,' zei ze met een liefelijke stem. 'Wilt u mij naar buiten begeleiden. Ik heb wat frisse lucht nodig.' Ze zocht naar zijn blik. Een moment van herkenning en ze wachtte.


    "Rebellion's are build on hope"


    LUCIYA GWENDYS LANNISTER
    "A Lannister always pays his debts"


    De lucht hierbinnen was heet, waardoor ik wat verveeld met m'n hand voor mijn gezicht begon te wapperen - wat desondanks niet erg veel zin bracht. Een lichte zucht borrelde in me op, nadat ik de kamer rondkeek. Het licht viel hier alleen vaag binnen, waardoor het niet echt mogelijk was om te zien wat voor opgeborgen spul hier stond.
          M'n wenkbrauwen zakten in een frons, nadat ik me met samengeknepen ogen naar een zetel omkeek. Het was hier zelfs zonder licht te zien wat voor rommel hier was, alles was snel en slordig op elkaar gestapeld - echter was dit een goede plek, aangezien geen enkel mens in dit deel van King's Landing kwam, al zeker niet in een simpele opslagkamer.
          Ietwat slungelig liet ik me op een oude kruk zakken, nadat ik de jurk vast gegrepen had en die wat optilde. Het nadeel aan zoveel stof was, dat je nauwelijks normaal kon zitten zonder de hele onderrok op te tillen. Vooral deze jurk, die een doorgegeven jurk uit de familie Lannister was, was onmogelijk verspild aan mijlen stukken stof.
          Pas toen de deur open ging, kwam ik - nog telkens met de stof in m'n handen, overeind. Echter het persoon dat binnenkwam, liet me waterig glimlachen. Lorent. "Luciya," zei hij met een glimlach, waardoor ik zachtjes op hem afstapte en vlak voor hem stopte - om een simpele kus op z'n mondhoek te drukken. "Ik. . Ik miste je, Lorent," sprak ik langzaam en wat mompelend uit, even vrij van de manieren.



    "Satan's friendship reaches to the prison door."

    Maelesys Targaryen



    'U kunt terug naar de koning gaan,' zei ik tegen mijn wachter. Ik zag op zijn gezicht hetzelfde wat ik dacht.
    'Er zijn hier heel veel mensen, er kan niets gebeuren. Zeg dat tegen de koning als hij u wilt terugsturen,' beantwoordde ik zijn vraag die hij nog niet eens uitgesproken had. Hij knikte en liep weer naar de koning toe. Mijn ogen vielen op iemand in het midden van de zaal. Ergens dacht ik haar te kennen van iets, misschien een bepaald Huis? Ik keek naar haar. Ze had bruin haar en de kenmerken van iemand uit het Noorden. Ze kon een Stark zijn?
    Ik dacht na en begon de namen van de Stark kinderen in mijn hoofd op te noemen. Nouja, als je het nog kinderen kon noemen. Je had de oudste, Rickard Stark, degene die met Rosemary zou gaan trouwen. Dan had je nog een zoon, de jongste van de drie. Eddard, als ik het me goed herinnerde. En de middelste was Lyanna Stark. Ze moest nu negentien of twintig jaar zijn, zou zij dat kunnen zijn? Ik bekeek haar nog eens, het zou zomaar kunnen.
    Toen liep ik naar het midden en pakte wat wijn van een dienblad, Lyanna, als ze zo heette, deed hetzelfde. Ik besloot haar eens aan te spreken aangezien ik verder toch niets te doen had.
    'Goedendag, Lyanna Stark is het niet? Of verwarde ik u nu met iemand anders?' zei ik tegen haar toen ik voor haar stond.

    [ bericht aangepast op 23 feb 2015 - 21:14 ]


    "I would have followed you, my brother... my captain... my king."


    Cersei Lannister

    "Noem me alsjeblieft Isabeth," Geeft de dame als antwoord. Ik geef heel even een kort hoffelijk knikje, met een glimlachje. "Volgens mij zijn gelukswensen op zijn plaats, ik hoorde dat u op het punt staat met prins Augustus te trouwen. Voor u hoop ik dat je een gelukkig leven met hem kan opbouwen." Vervolgd ze zichzelf. Een glimlach is op zijn plaats, maar diep van binnen lach ik niet. Als klein meisje had ik me altijd al verheugd op mijn trouwdag, al ging die droom toen zelfs al meer gegaan over het feest en de jurk dan over de bruidegom zelf. Op zichzelf had ik het ergens ook wel prettig gevonden als ik Prins Augustus ook maar even van te voren had kunnen spreken, al is het maar voor even. Het onbekende jaagt me nog meer angst aan dan de hele trouwerij. De vrouwe tegenover me is voor zover ik weet nog niet gehuwd. Ergens bewonder ik haar daarin. Het idee van een onafhankelijke vrouw staat me erg aan, maar helaas zijn er daar maar weinig van in deze wereld. Op sommigen momenten vraag ik me af of niet thuishoor in een andere wereld, een betere.
    "Mijn dank vrouwe. Ik verheug me al tijden voor het moment dat we in de echt verbonden worden." Hoe vaker is dat zei, hoe echter het klonk. Of dat hoopte ik tenminste.

    Mijn excuses dat ik lang niet heb gepost, ik had de afgelopen twee weken erg veel toetsen. Nu ik vakantie heb zal ik een stuk actiever zijn.


    She was always looking for more..



    Rylen Wyl

    Terwijl ik met open armen ontvangen werd door de hoek waar mijn familie stond, liep ik naar mijn neef toe. Ik was de enige zoon van ons gezin, en had twee jongere zusjes, en één oudere zus. Mijn zus zou mijn vader later opvolgen, en mijn vader wou mij als pupil naar mijn oom sturen toen ik klein was. Maar mijn moeder weigerde, en in het geheim had mijn vader mijn jongere (degene die na mij kwam) ontembare zusje naar mijn oom gestuurd, en in ruil daarvoor had mijn oom als een teken van dankbaarheid zijn zoon naar ons als pupil gestuurd. Toen zijn we hele goede vrienden geworden, en hoewel hij nu terug naar zijn vader is gegaan twee jaar geleden, zijn we alsnog heel goed bevriend. Helaas nadat mijn moeder de volgende ochtend ontdekt had dat haar dochter weg was werd ze woedend, en ik denk niet dat ze het mijn vader ooit zal vergeven, ookal is ze m'n zusje nu terug. Ik begon te praten met mijn neef toen ik ik ineens iets over mijn arm voelde. Ik draaide me om, en toen zag ik haar. Lila ogen, wit haar en een prachtige jurk. Het was Rosemary Targaryen. Het mooiste meisje dat ik ooit had gezien, en de liefde van mijn leven.
    'Heer Wyl,' zei ze met haar liefelijke stem, die klonk als muziek in mijn oren.
    'Vrouwe Targaryen,' zei ik met een glimlach, terwijl ik een subtiele kus op haar hand gaf. Het moest nu wel subtiel zijn, we stonden in een zal vol met mensen waar haar toekomstige man misschien wel bijzat, en Rosemary's prachtige witte haren vielen best wel op.
    'Wilt u mij naar buiten begeleiden. Ik heb wat frisse lucht nodig.' zei ze tegen mij. Ik keek haar even aan, en glimlachte toen weer.
    'Natuurlijk prinses.' Hier in de zaal moest ik me gedragen als een heer die een prinses aansprak, ik wou haar leven namelijk niet verpesten.
    Nadat ik haar de troonzaal uit 'begeleid' had, en we in een gang stonden waar niemand was, kon ik pas opgelucht ademhalen.
    'Ik heb je gemist.' En ik sloeg mijn armen om haar heen.


    "I would have followed you, my brother... my captain... my king."

    ALESSANDRA FOSSOWAY

    Darling I'm a nightmare dressed like a daydream



          'Dard, voorop. Houd Obsidian rechts van je,' spreekt Rickard met een zachte stem, waarna hij zijn jongere broer een zachte duw in de rug geeft. Met mijn hand in de zijne geklemd, lopen we richting de nare mannen. Op het moment dat we de mannen passeren, haalt Rickard een munt te voorschijn, die hij vervolgens in het midden van de groep mannen laat belanden, die er gelijk om beginnen te vechten. Ik vind het me lastig voor te stellen dat je om iets als een koperen munt zou moeten vechten. Het lijkt me niks wanneer één zo'n simpele munt zo'n grote waarde voor je leven kan hebben dat je er om zo vechten. Hierom ben ik wel blij dat ik opgegroeid ben in een nobel huis, gezien ik me daardoor niet druk hoef te maken om dat soort dingen.
          'En, Ales? Hoe gaat het met je Lorent? Hoorde dat jullie ook gaan trouwen, je vader zal vast en zeker tevreden zijn met het huwelijk. Je hebt wel geluk dat je hem al kende,' glimlacht Rickard. Ik haal mijn schouders op. 'Mijn vader wel ja,' brom ik. 'Hij is niet jonger of veel ouder dan ik ben, dus dat is wel fijn, maar hij is zo ontzettend saai,' klaag ik. 'Ik heb hem tot nu toe zowat alleen maar over politiek ik horen.' Ik trek een vies gezicht erbij. 'Hopelijk is hij in bed interessanter,' vervolg ik met een zucht. 'Maar volgens mij vindt hij mij ook maar niks.'
          Niet veel later passeren we de poorten van Red Keep, waar ik vrolijk knipoog naar de jonge wachter die ik eerder omgekocht had met een kus.
          'Dard, ik ga even wat anders aantrekken en dan toch maar eens mijn aanstaande ontmoeten. Zie ik je zo in de troonzaal?' meldt Rickard aan Eddard, waarna hij wegloopt en mij meetrek.
          'Zo, laten we de ruige, mysterieuze dorpeling eens om toveren tot de aantrekkelijke, charmante prins,' grinnik ik wanneer we zijn gastenkamer betreden. Ik plaats Death op de grond, waarna ik naar het grote hemelbed loop, om daar lang uit op te gaan liggen. 'En jij, Wolfje? Zie je erg tegen je huwelijke met je onbekende verloofde op?' vraag ik, waarna ik lichtelijk overeind kom. 'Waar je vast niet tegen op kijkt, is de huwelijksnacht,' grijns ik vervolgens, met een plagerige blik in mijn ogen. 'Hmm, moet je er nog even voor oefenen?' vraag ik speels, waarbij ik kort met mijn wenkbrauwen wiebel. 'Ik help je met alle liefde.'

    [ bericht aangepast op 24 feb 2015 - 14:43 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered


    Rickard Brandon Stark
    Prince of Winterfell

    ‘Mijn vader wel, ja. Hij is niet jonger of veel ouder dan ik ben — dus dat is wel fijn. Maar hij is zo ontzettend saai: ik heb hem tot nu toe zowat alleen maar over politiek moeten horen. Hopelijk is hij in bed interessanter. Maar volgens mij vindt hij mij ook maar niets.’
          Alhoewel ik in eerste instantie tevreden was met het gegeven dat Alessandra’s verloofde ontzettend saai scheen te zijn, vertrok mijn gezichtsuitdrukking enigszins bij het horen van het gegeven dat ze zichzelf aan het afvragen was hoe hij in bed zou zijn. Vanaf zeer jonge leeftijd heb ik Alessandra gekend en daarom was het dan niet vreemd dat zij een van de eersten was waarmee ik mezelf in bed fantaseerde. Echter, dat was er nooit ofte nimmer van gekomen en ik kon het haar niet kwalijk nemen dat ze uit keek naar het gegeven hoe haar toekomstige echtgenoot in bed zou zijn. Mijn gedachten dwalen af, waardoor ik niet in de gaten heb dat we eenmaal aangekomen zijn bij de Red Keep — waar ik snel afscheid neem van Eddard en mij en Alessandra naar mijn vertrekken begeleid: ik had absoluut geen zin om mijn aanstaande te ontmoeten.
          ‘Zo: laten we de ruige, mysterieuze dorpeling eens omtoveren tot de charmante, aantrekkelijke prins.’ Mijn wangen worden enigszins rood bij het horen van het compliment, maar ik focus me snel op Death: die heeft besloten om zich onder het raam op te krullen en zijn kijkers te sluiten. Zuchtend wenste ik in stilte dat ik in Winterfell was, maar ik wist dat hier mijn roeping lag en ik snel terug kon keren als ik eenmaal kon trouwen met degene die voor mij was gekozen.
    ‘En jij, Wolfje? Zie je erg tegen je huwelijk met je onbekende verloofde op? Waar je vast niet tegenop kijkt, is de huwelijksnacht. Hm, moet je er nog even voor oefenen: ik help je met alle liefde.’
          Doordat ik net een slok zoete, rode wijn had genomen moet ik al mijn wilskracht gebruiken om het door te slikken en het niet uit te hoesten door de woorden van Alessandra. Al zou ik op dit moment de kans krijgen om samen met haar de benen te nemen en nooit meer om te kijken, zou ik die met beide handen aangrijpen. Wellicht zouden we naar Dorne kunnen reizen, of Braavos. Daar zouden we kunnen leven als een prins en prinses zonder constant verplichtingen te hebben en gewoon ons eigen ding kunnen doen. Maar ik wist dat ik zowel Eddard als mijn eigen plichten niet achter kon laten en wie weet werd Alessandra wel gelukkig met haar nieuwe verloofde, dat kon men van te voren nooit zeggen.
    Zuchtend trek ik mijn donkergrijze vest over mijn hoofd, zodat ik in mijn beige tuniek door de kamer loop. Halverwege trap ik mijn lederen schoenen uit, wat een half geopende kijker van Death op weet te leveren die daarna direct zijn interesse schijnt te verliezen.
          Met een lichte plof laat ik me naast Alessandra op het bed vallen, starend naar de lakens die boven mijn hoofd een patroon vormen in verschillende kleuren. Mijn handen vouw ik op mijn buik over elkaar, zodat ik deze langzaam op en neer voel gaan met mijn zachte ademhaling. Hier met Alessandra liggen, is iets wat ik uren vol zou kunnen houden zonder mezelf te gaan vervelen.
    ‘Je weet dat ik het haat om ergens toe gedwongen te worden. Waarom zou ik met iemand moeten trouwen die ik niet ken, waar ik geen enkele vorm van liefde voor voel?’ Zuchtend sluit ik mijn kijkers, terwijl er langzaam een grijns over mijn lippen omhoog weet te krullen. ‘En dat aanbod neem ik maar al te graag van je aan, dat weet je dondersgoed kleine Duivel. Maar ik denk niet dat je aanstaande er erg blij mee gaat zijn als ik je eerste ben. . .’ Mijn laatste woorden klinken pruilend, alsof ze gezegd worden door een klein kind — maar ze gaan gepaard met een lichte glimlach, hopend dat Alessandra kan zien dat ik een grapje maak.


    ALESSANDRA FOSSOWAY

    Darling I'm a nightmare dressed like a daydream



          Met een zucht trekt Rickard zijn grijs gekleurde vest uit, waarna hij richting het bed loopt. Hierbij schopt hij zijn schoenen uit, en iets later veert het matras iets doordat hij zich naast mij neer laat vallen.
          ‘Je weet dat ik het haat om ergens toe gedwongen te worden. Waarom zou ik met iemand moeten trouwen die ik niet ken, waar ik geen enkele vorm van liefde voor voel?’ Er rolt opnieuw een zucht over zijn lippen. Ik haal mijn ogen van de bovenkant van het bed en richt ze op Rickard, waardoor ik zie dat hij zijn ogen gesloten heeft, maar er speelt een grijns over zijn lippen. ‘En dat aanbod neem ik maar al te graag van je aan, dat weet je dondersgoed kleine Duivel. Maar ik denk niet dat je aanstaande er erg blij mee gaat zijn als ik je eerste ben...' De laatste woorden komen er op een zielige toon uit, maar door de glimlach op zijn lippen, weet ik dat hij een grapje maakt.
          Vertwijfeld bijt ik op mijn onderlip. Bedoelde hij het allemaal als een grapje, of enkel het laatste? Ik vermoed het eerste, want waarom zou hij mijn aanbod aannemen, als hij elke vrouw zou kunnen krijgen die hij maar wilt? Ik weet dat ik het had moeten verwachten, maar toch steekt het. Rickard en ik hebben slechts één keer gezoend, waarbij we allebei nogal wat drank ophadden, anders had hij het waarschijnlijk niet gedaan. Ondanks dat er verder nooit iets tussen ons gebeurd is, vind ik de gedachte dat hij met iemand gaat trouwen, of met andere dames het bed deelt, alles behalve fijn.
          'Ik heb gehoord dat Rosemary Targaryen een erg mooi meisje is, misschien dat dat je gedachten enigszins veranderd had,' antwoord ik, waarbij ik een plagerige glimlach opzet, om hem te laten denken dat er niks mis is, maar ook omdat ik weet dat hij meer zou willen dan enkel een mooi gezichtje. 'En jij bent charmant, lief en loyaal, dus ik weet zeker dat zij jou wel leuk zou gaan vinden.' Vluchtig richt ik mijn kijkers weer op de bovenkant van het bed. 'En over dat andere, als Lorent er niet blij mee zou zijn, dat is enkel een grotere reden om het wel te doen. Misschien wilt hij dan wel niet meer met mij trouwen, scheelt dat ook weer.' Na deze woorden kijk ik Rickard weer aan en kom ik iets overeind, waarbij ik leun op mijn ellebogen. 'Bovendien zijn er meerdere manieren om seks te hebben, waarbij een vrouw gewoon "puur" kan blijven,' knipoog ik speels.
          Hierna wordt de blik in mijn ogen wat serieuzer en bijt ik weer op mijn onderlip. 'Zal je denk je nog tijd voor mij hebben, nadat je getrouwd bent?' vraag ik op een aarzelende toon. 'Misschien wilt je vrouw wel niet dat je nog mij omgaat.' Hoewel ik het idee dat Rickard met iemand gaat trouwens niet prettig vind, vind ik het idee dat ik hem minder of niet meer zou zien nog veel erger.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Rosemary Targaryen



    Hij drukte een kus op mijn hand en een zwakte gleed door haar lichaam.
    'Natuurlijk prinses' antwoorden hij. Hij begeleide haar de zaal uit en ze voelde haar jurk onder haar door ruizen. Ze stopten in één van de verlaten gangen van het grote kasteel en hij sloeg haar armen om haar heen. Nog in een lichtelijke shock beantwoorde ze zijn omhelzing en liet hem daarna los.
    'Ik heb je gemist' zei hij en ze keek hem even aan. Hij was prachtig zoals altijd en nu moest ze gaan trouwen met de Starks. Een zucht verliet haar lippen en ze keek hem recht aan met haar lila ogen.
    'Ik jou ook' zei ze en ze pakte zijn hand vast om er een klein kneepje in te geven.
    Toen verscheen er een grotere glimlach op haar lippen.
    'Kom' zei ze en ze trok hem mee door de gangen die waren verlaten. Zelfs de wachters waren allemaal naar het feest. Ze trok hem mee naar buiten om vervolgens in de tuinen aan te komen. Alles stond in volle bloei en de bloemen waren even prachtig als die in haar haar.
    'Hier hebben we elkaar voor het eerst ontmoet,' zei ze met een grijns. 'Weet je nog?'
    Ze kon het zich nog goed herinneren hoe ze naar hem had gestaard toen ze veertien was. Zijn hele houding was al iets om verliefd op te worden en ze was niet meer bij hem weg te slaan.
    Ze liet zijn hand los en draaiden rondje in de tuin, waardoor haar jurk als een cirkel om haar heen vloog. Ze genoot van de zomer en hield van de warmte die het met zich mee bracht. Ze wou niet denken aan de bruiloft of aan iets anders wat haar dag kon verpesten. Ze stopten met draaien en keek lachend Will aan.


    "Rebellion's are build on hope"


    Rickard Brandon Stark
    Prince of Winterfell

    Voor even bedenk ik mezelf dat ik mijn kijkers nooit ofte nimmer meer ga openen en simpelweg voor altijd op dit hemelbed zou blijven, Alessandra aan mijn zijde. “Ik heb gehoord dat Rosemary Targaryen een mooi meisje is. Misschien kan dat— dat je gedachten enigszins veranderd had. En jij bent lief, loyaal en charmant dus ik weet zeker dat zij jou wel leuk zal gaan vinden. En over dat andere. . . als Lorent er niet blij mee zou zijn, dat is enkel een grotere reden om het wel te doen. Misschien wil hij dan wel niet meer met mij trouwen, scheelt dat ook weer.” Door de laatste woorden van Alessandra verbreek ik mijn voorgaande gedachten en open mijn kijkers verbaasd — waarom zou ze willen dat Lorent niet met haar zou willen trouwen? Alessandra mocht dan uitgehuwelijkt zijn, maar ze had een fantastische vangst weten te maken met Lorent doordat hij uit een welbekende familie kwam en ze een goed leven zou gaan leiden. Nooit had ik gedacht dat ze daar problemen mee zou hebben, ondanks haar avontuurlijke persoonlijkheid en het gegeven dat ze ook niet graag dingen opgelegd kreeg.
    “Bovendien zijn er meerdere manieren om seks te hebben, waarbij een vrouw gewoon ‘puur’ kan blijven.” Mijn kijkers worden wat groter door Alessandra’s nieuwe woorden: ze was en bleef een kleine Duivel, dat moest ik haar nageven. Na haar knipoog kan ik niet anders dan enigszins zenuwachtig lachen, niet wetende wat de bedoeling was van haar woorden: en ik was zeker niet van plan om dat na te gaan vragen aan Alessandra zelf.
          “Zal je denk je nog tijd voor mij hebben, nadat je getrouwd bent? Misschien wil je vrouw wel niet dat je nog met mij omgaat.” Alhoewel ik opnieuw in gedachten verzonken was, richt ik mijn blik nu geheel verbluft op het gezicht van Alessandra — dat tot mijn grote verbazing ietwat onzeker staat. Zo had ik haar nog nooit gezien in mijn bijzijn: normaal was ze altijd sterk en zelfverzekerd, alsof ze de gehele wereld aankon in haar eentje. Voor even schiet er een kille blik door mijn kijkers: alleen al het idee dat mijn aanstaande me zou gaan verbieden om met Alessandra om te gaan, was voldoende om me compleet woedend te laten worden.
    Voorzichtig plaats ik mijn hand op Alessandra’s wang, waarna ik me met mijn andere arm wat omhoog laat komen. ‘Hé, Ales. . . Vergeet niet dat niets of niemand mij bij jou weg kan houden, oké? Als prinses Rosemary het er niet mee eens is, dan heeft ze pech: ik laat jou niet zo maar uit mijn leven verdwijnen. Bij alle Goden, ik zou niet eens met haar trouwen als ze onze vriendschap niet kan waarderen. Het is toch nooit mijn wens geweest om met haar te trouwen, zelfs niet al zou dat betekenen dat ik ooit Koning zou kunnen worden. Je weet dat ik. . .’ Hakkelend laat ik mijn stem wegvallen: ik kon Alessandra niet hier en nu gaan vertellen dat zij altijd de persoon was geweest in mijn dromen waarmee ik ging trouwen, aangezien ze me al een groot gedeelte van mijn leven kende. Mijn blik valt hopeloos op Alessandra’s kijkers, en voor een moment leun ik naar voren — in het volle idee om haar zacht te kussen. Haar wang voelt warm aan onder mijn hand: veel anders dan de normaal gesproken kilte die ik voel als Stark uit Winterfell.
    Wanneer mijn lippen eenmaal die van Alessandra raken, word ik opnieuw niet teleurgesteld: ze is warm en de smaak van zoete vruchten komt me tegemoet. Mijn hand krult wat strakker rondom haar wang, bang om haar los te laten. Maar de harde bonken op de deur maken het dat ik me als gestoken terug trek en mijn blik afwend van haar gezicht, mijn kaken rood van schaamte over wat ik zojuist heb gedaan.
          ‘Ja?’ Mijn stem bevat de Stark kilte die ik van mijn vader over heb genomen, waardoor de persoon aan de andere zijde van de deur met een stamelende stem antwoord geeft. “P — Prins Rickard? U wordt gemist in de troonzaal. V — Verschillende personen vragen naar u — uw afwezigheid, meneer.” Met een korte hum als antwoord geef ik aan dat ik vaart ga maken, waardoor het al snel weer stil wordt achter de deur. Snel schiet ik overeind van het bed, zoekend naar de kleren die ik aan ga doen om in de troonzaal te verschijnen — mijn best doend om Alessandra’s blik te ontwijken.




    Lorent Tyrell
    Lord of Highgarden • 21 • Huwelijksgast


    Luciya liep naar me toe en drukte een kus op mijn mondhoek. Ik plaatste mijn handen zachtjes, bang dat ik haar tere huid zou beschadigen, op haar roze wangen en glimlachte. Luciya, mijn lief, dacht ik. De nachten waren eenzaam zonder haar warme armen om me te omhelzen en de dagen waren lang, zonder het horen van haar mooie stem en lieve lach.
          "Ik.. Ik miste je, Lorent," zei ze langzaam en mompelend. Ik glimlachte breed en bracht haar gezicht dichter naar het mijne, waarna ik met mijn lippen zachtjes over de hare streek. Het was geen kus, nog niet. Enkel een streling, vol verlangen. Ik sloot mijn ogen en zuchtte zachtjes. Ik kon Luciya's adem voelen en ruiken. Ze rook naar bloemen en wijn. De geur van bloemen deed me denken aan thuis. Alessandra rookt ook naar bloemen, maar naar een ander soort bloemen.
          Ik plaatste mijn voorhoofd tegen het hare en na een lange zucht zei ik mijn favoriete gedicht luidop:

          "How do I love thee? Let me count the ways.
          I love thee to the depth and breadth and height
          My soul can reach, when feeling out of sight
          For the ends of being and ideal grace.
          I love thee to the level of every day’s
          Most quiet need, by sun and candle-light.
          I love thee freely, as men strive for right.
          I love thee purely, as they turn from praise.
          I love thee with the passion put to use
          In my old griefs, and with my childhood’s faith.
          I love thee with a love I seemed to lose
          With my lost saints. I love thee with the breath,
          Smiles, tears, of all my life; and, if the Gods choose,
          I shall but love thee better after death."


          Toen ik eindigde keek ik Luciya verwachtingsvol aan. Ik had haar nog nooit een gedicht voorgedragen, noch had ik dat ooit voor een ander meisje gedaan. Ze zou het vast melig en stom vinden.


    kindness is never a burden.