• Ik wijngaard een nieuwe usernaam
    Maar hoe moet die dan heten?
    Zet het in de reactie!
    Binnenkort zal er op de een of andere manier ook een poll komen met de namen die ik het mooiste vond


    You are my piece of paradise.

    Rawhide schreef:
    (...)

    yolowijngaardswag

    Serieus?


    You are my piece of paradise.

    Overkill schreef:
    (...)

    Wijnhaard
    Wijnpaard
    Wijntaart


    Wijnpaard! :W


    26 - 02 - '16

    Artanis schreef:
    (...)

    Ik vind het eigenlijk ook heel filosofisch klinken...

    Oh Wijngaard, Wijngaard, wherefore are thou Wijngaard?


    HAHAHAHA


    "I'm in the mood for chaos." - Cheryl Blossom [Weggooiwashand --> Katalante]

    unicornXDlover schreef:
    (...)
    Kijk naar de smilie en je weet of hij goed is
    (N)


    Het is een duimpje, tho.


    'I've got the scars from tomorrow, and I wish you could see, you're the antidote to everything except for me.'

    Overkill schreef:
    (...)

    Wijnhaard
    Wijnpaard
    Wijntaart

    Wat vinden jullie van wijntaart?


    You are my piece of paradise.

    Ik wil de topicmaakster graag bedanken en nee dat is geen grap. Dankzij dit topic lach ik weer (:


    26 - 02 - '16

    En anders vind ik Vignoble ook wel heel mooi klinken...


    “The heart is an arrow. It demands to aim true."

    Oh god. Ik word heel pervers hier. :'D


    "I'm in the mood for chaos." - Cheryl Blossom [Weggooiwashand --> Katalante]

    Insouciant schreef:
    Ik wil de topicmaakster graag bedanken en nee dat is geen grap. Dankzij dit topic lach ik weer (:

    Ik heb deze topic gemaakt :)
    En die naam die dat meisje zei kan ik niet schrijven omdat ik het vergeten ben maar ik wil hem sowieso niet


    You are my piece of paradise.

    Heer Wijngaard zong een liedekijn;
    Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
    En dat vernam een koningskind,
    Die was zoo schoon en zoo bemind.
    Zij ging voor haren vader staen;
    'Och vader, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare moeder staen:
    'Och moeder, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare zuster staen:
    'Och zuster, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij zuster, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor haren broeder staen:
    'Och broeder, mag ik naer Wijngaard gaan?'
    't Is mij aleens waer dat gij gaet,
    Als gij uw eer maer wel bewaert,
    En gij uw kroon naer rechten draegt.'
    Toen is zij op haer kamer gegaen
    En deed haer beste kleeren aen.
    Wat deed zij aen haeren lijve?
    Een hemdeken fijnder als zijde.
    Wat deed zij aen haer schoon korslijf?
    Van gouden banden stond het stijf.
    Wat deed zij aen haren rooden rok?
    Van steke tot steke een gouden knop.
    Wat deed zij aen haeren keirle? (overkleed)
    Van steke tot steke een peirle. (parel)
    Wat deed zij aen haer schoon blond haer?
    Een kroone van goud en die woog zwaer.
    Zij ging dan in haer vaders' stal,
    En koos daer 't beste ros van al.
    Zij zette haer schrijlings op het ros:
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    Als zij te midden 't bosch moge zijn.
    Daer vond zij mijn heer Wijngaard.
    'Gegroet!' zei hij, en kwam tot haer.
    'Gegroet, schoon maegd, bruin oogen klaer!'
    Zij reden met elkander voort
    En op den weg viel menig woord.
    Zij kwamen bij een galgenveld,
    Daeraen hing menig vrouwenbeeld.
    Alsdan heeft hij tot haer gezegd:
    'Mits gij de schoonste vrouwe zijt,
    Zoo kiest uw dood! Het is nog tijd.'
    'Wel als ik dan hier kiezen zal,
    Zoo kieze ik dan het zwaard voor al.
    Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
    Want maegdenbloed dat spreit zoo breed;
    Zoo 't u bespreide het ware mij leed.'
    Eer dat zijn kleed getogen was,
    Zijn hoofd lag voor zijn voeten ras;
    Zijn tong nog deze woorden sprak:
    'Gaet ginder in het koren
    En blaest daar op mijn horen,
    Dat al mijn vrienden 't hooren.'
    'Al in het koren en gae ik niet;
    Op uwen horen en blaes ik niet.'
    'Gaet ginder onder de galge
    En haelt daer een pot met zalve
    En strijkt dat aen mijn rooden hals!'
    'Al onder de galge en gae ik niet;
    Uwen rooden hals en strijk ik niet,
    Moordenaers-raed en doe ik niet.'
    Zij nam het hoofd al bij het haer
    En waschte 't in een bronne klaer.
    Zij zette haer schrijlings op het ros;
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    En als zij was ter halver baen,
    Kwam Wijngaards moeder daer gegaen:
    'Schoon maegt, zaegt gij mijn zoon niet gaen?'
    'Uw zoon heer Wijngaard is gaan jagen,
    g'en ziet hem weer uws levens dagen
    'Uw zoon heer Wijngaard is dood;
    Ik heb zijn hoofd in mijnen schoot;
    Van bloed is mijnen voorschot rood!'
    Toen ze aen haer vaders poorte kwam,
    Zij blaesde den horen als een man.
    En als de vader dit vernam,
    't Verheugde hem dat zij weder kwam.
    Daer werd gehouden een banket;
    Het hoofd werd op de tafel gezet.


    Even as we grieved, we grew; even as we hurt, we hoped; even as we tired, we tried

    unicornXDlover schreef:
    (...)
    Ik heb deze topic gemaakt :)
    En die naam die dat meisje zei kan ik niet schrijven omdat ik het vergeten ben maar ik wil hem sowieso niet


    Wat jammer nou :x


    “The heart is an arrow. It demands to aim true."

    unicornXDlover schreef:
    (...)
    Ik heb deze topic gemaakt :)
    En die naam die dat meisje zei kan ik niet schrijven omdat ik het vergeten ben maar ik wil hem sowieso niet


    Vignoble is wijngaard in het Frans. :'D


    Even as we grieved, we grew; even as we hurt, we hoped; even as we tired, we tried

    Nenya schreef:
    Heer Wijngaard zong een liedekijn;
    Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
    En dat vernam een koningskind,
    Die was zoo schoon en zoo bemind.
    Zij ging voor haren vader staen;
    'Och vader, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare moeder staen:
    'Och moeder, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare zuster staen:
    'Och zuster, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij zuster, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor haren broeder staen:
    'Och broeder, mag ik naer Wijngaard gaan?'
    't Is mij aleens waer dat gij gaet,
    Als gij uw eer maer wel bewaert,
    En gij uw kroon naer rechten draegt.'
    Toen is zij op haer kamer gegaen
    En deed haer beste kleeren aen.
    Wat deed zij aen haeren lijve?
    Een hemdeken fijnder als zijde.
    Wat deed zij aen haer schoon korslijf?
    Van gouden banden stond het stijf.
    Wat deed zij aen haren rooden rok?
    Van steke tot steke een gouden knop.
    Wat deed zij aen haeren keirle? (overkleed)
    Van steke tot steke een peirle. (parel)
    Wat deed zij aen haer schoon blond haer?
    Een kroone van goud en die woog zwaer.
    Zij ging dan in haer vaders' stal,
    En koos daer 't beste ros van al.
    Zij zette haer schrijlings op het ros:
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    Als zij te midden 't bosch moge zijn.
    Daer vond zij mijn heer Wijngaard.
    'Gegroet!' zei hij, en kwam tot haer.
    'Gegroet, schoon maegd, bruin oogen klaer!'
    Zij reden met elkander voort
    En op den weg viel menig woord.
    Zij kwamen bij een galgenveld,
    Daeraen hing menig vrouwenbeeld.
    Alsdan heeft hij tot haer gezegd:
    'Mits gij de schoonste vrouwe zijt,
    Zoo kiest uw dood! Het is nog tijd.'
    'Wel als ik dan hier kiezen zal,
    Zoo kieze ik dan het zwaard voor al.
    Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
    Want maegdenbloed dat spreit zoo breed;
    Zoo 't u bespreide het ware mij leed.'
    Eer dat zijn kleed getogen was,
    Zijn hoofd lag voor zijn voeten ras;
    Zijn tong nog deze woorden sprak:
    'Gaet ginder in het koren
    En blaest daar op mijn horen,
    Dat al mijn vrienden 't hooren.'
    'Al in het koren en gae ik niet;
    Op uwen horen en blaes ik niet.'
    'Gaet ginder onder de galge
    En haelt daer een pot met zalve
    En strijkt dat aen mijn rooden hals!'
    'Al onder de galge en gae ik niet;
    Uwen rooden hals en strijk ik niet,
    Moordenaers-raed en doe ik niet.'
    Zij nam het hoofd al bij het haer
    En waschte 't in een bronne klaer.
    Zij zette haer schrijlings op het ros;
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    En als zij was ter halver baen,
    Kwam Wijngaards moeder daer gegaen:
    'Schoon maegt, zaegt gij mijn zoon niet gaen?'
    'Uw zoon heer Wijngaard is gaan jagen,
    g'en ziet hem weer uws levens dagen
    'Uw zoon heer Wijngaard is dood;
    Ik heb zijn hoofd in mijnen schoot;
    Van bloed is mijnen voorschot rood!'
    Toen ze aen haer vaders poorte kwam,
    Zij blaesde den horen als een man.
    En als de vader dit vernam,
    't Verheugde hem dat zij weder kwam.
    Daer werd gehouden een banket;
    Het hoofd werd op de tafel gezet.

    Zo lang :|


    You are my piece of paradise.

    Nenya schreef:
    Heer Wijngaard zong een liedekijn;
    Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
    En dat vernam een koningskind,
    Die was zoo schoon en zoo bemind.
    Zij ging voor haren vader staen;
    'Och vader, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare moeder staen:
    'Och moeder, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij dochter, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor hare zuster staen:
    'Och zuster, mag ik naer Wijngaard gaen?'
    'Och neen, gij zuster, neen gij niet!
    Die derwaert gaen en keeren niet.'
    Zij ging voor haren broeder staen:
    'Och broeder, mag ik naer Wijngaard gaan?'
    't Is mij aleens waer dat gij gaet,
    Als gij uw eer maer wel bewaert,
    En gij uw kroon naer rechten draegt.'
    Toen is zij op haer kamer gegaen
    En deed haer beste kleeren aen.
    Wat deed zij aen haeren lijve?
    Een hemdeken fijnder als zijde.
    Wat deed zij aen haer schoon korslijf?
    Van gouden banden stond het stijf.
    Wat deed zij aen haren rooden rok?
    Van steke tot steke een gouden knop.
    Wat deed zij aen haeren keirle? (overkleed)
    Van steke tot steke een peirle. (parel)
    Wat deed zij aen haer schoon blond haer?
    Een kroone van goud en die woog zwaer.
    Zij ging dan in haer vaders' stal,
    En koos daer 't beste ros van al.
    Zij zette haer schrijlings op het ros:
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    Als zij te midden 't bosch moge zijn.
    Daer vond zij mijn heer Wijngaard.
    'Gegroet!' zei hij, en kwam tot haer.
    'Gegroet, schoon maegd, bruin oogen klaer!'
    Zij reden met elkander voort
    En op den weg viel menig woord.
    Zij kwamen bij een galgenveld,
    Daeraen hing menig vrouwenbeeld.
    Alsdan heeft hij tot haer gezegd:
    'Mits gij de schoonste vrouwe zijt,
    Zoo kiest uw dood! Het is nog tijd.'
    'Wel als ik dan hier kiezen zal,
    Zoo kieze ik dan het zwaard voor al.
    Maer trekt eerst uit uw opperst kleed,
    Want maegdenbloed dat spreit zoo breed;
    Zoo 't u bespreide het ware mij leed.'
    Eer dat zijn kleed getogen was,
    Zijn hoofd lag voor zijn voeten ras;
    Zijn tong nog deze woorden sprak:
    'Gaet ginder in het koren
    En blaest daar op mijn horen,
    Dat al mijn vrienden 't hooren.'
    'Al in het koren en gae ik niet;
    Op uwen horen en blaes ik niet.'
    'Gaet ginder onder de galge
    En haelt daer een pot met zalve
    En strijkt dat aen mijn rooden hals!'
    'Al onder de galge en gae ik niet;
    Uwen rooden hals en strijk ik niet,
    Moordenaers-raed en doe ik niet.'
    Zij nam het hoofd al bij het haer
    En waschte 't in een bronne klaer.
    Zij zette haer schrijlings op het ros;
    Al zingend en klingend reed zij door 't bosch.
    En als zij was ter halver baen,
    Kwam Wijngaards moeder daer gegaen:
    'Schoon maegt, zaegt gij mijn zoon niet gaen?'
    'Uw zoon heer Wijngaard is gaan jagen,
    g'en ziet hem weer uws levens dagen
    'Uw zoon heer Wijngaard is dood;
    Ik heb zijn hoofd in mijnen schoot;
    Van bloed is mijnen voorschot rood!'
    Toen ze aen haer vaders poorte kwam,
    Zij blaesde den horen als een man.
    En als de vader dit vernam,
    't Verheugde hem dat zij weder kwam.
    Daer werd gehouden een banket;
    Het hoofd werd op de tafel gezet.


    #HeerWijngaard


    “The heart is an arrow. It demands to aim true."

    Artanis schreef:
    (...)

    #HeerWijngaard


    #NeverForget


    i put the fun in funeral