• ”Well it's too long living in the same old lives, I feel too cold to live, too young to die.
    Will you walk the line, like it's there to choose? Just forget the wit, it's the best to use.”



    Verhaal.
          In een – fictioneel stadje – genaamd Blackmill gebeurd ineens van alles. Er verschijnen mensen die daar niet wonen, en als je technisch gaat zijn blijken het eigenlijk niet eens mensen te zijn maar bloed drinkende wezens die mensen de naam vampieren hebben gegeven.
          Het stadje is niet enorm groot, maar groot genoeg om op te merken dat de motels in de buurt ineens vol zitten, of dat er ineens veel “familieleden” op bezoek zijn, maar dit deert de bloeddrinkers helemaal niets. Ze zijn hier voor één ding, en dat is oorlog.
          Oorlog tegen wie? Oorlog tegen elkaar. Net als bij mensen hebben ook zij niet dezelfde afkomst. Al die vampierseries en films hebben allemaal gelijk. Er zijn zoveel verschillende rassen vampieren, en zij hebben onderling een heftige oorlog, en deze oorlog speelt zich nu af in Blackmill, en mensen gaan hier de dupe van worden – zoals altijd.

    Rollen.
    Je kunt dus mensen én vampieren spelen, ook al draait het voornamelijk om vampieren.

    Mensen.
    Vrouwen. VOL!
    × Adriana Shayk. || Falahee.
    × Marilyn Hamby. || Banshees.

    Mannen.
    × Arsenio Hall. || Kayfabe.
    × Jerediah LaCroix. || Monstrous.

    Vampieren.
    Vrouwen. VOL!
    × Mehitabel Birkenhead. || The Vampire Diaries. || Kayfabe.
    × Lily Hale. || The Vampire Diaries. || Verityy.
    × Vasilisa Belcourt. || Dracula Untold. || Monstrous.

    Mannen.
    × Micheal Romano. || The Vampire Diaries. || Falahee.
    × Bezet. || Walkers.
    × Scott McCall || Twilight. || Bajola.


    Lijstje.
    Vampier.
    Rol:
    Naam:
    Bijnaam:
    Leeftijd:
    Leeftijd voor altijd:
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Vampierras:
    Extra:

    Mens.
    Rol:
    Naam:
    Bijnaam:
    Leeftijd:
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Extra:


    Regels.
    » Minimum van 150 woorden.
    » Maximaal 2 gevarieerde personages.
    » Bestuur alleen je eigen personages.
    » Geen perfecte personages.
    » 16+ is toegestaan.
    » Naamsveranderingen graag doorgeven.
    » Ik ben de enige die nieuwe topics maakt.
    » Geen ruzies rondom dit RPG.
    » Reserveringen blijven twee dagen gesloten.

    Begin.
    In principe kunnen we beginnen waar we willen beginnen, of dat we net in de stad zijn beland, of dat we net bij iemand terecht zijn gekomen en hem/haar als familielid hebben aangewezen - en diegene gaat dat volhouden voor de buitenwereld door middel van compelling of andere krachten. In elk geval beginnen ze elkaars aanwezigheid op te merken, en dat gaat niet goed lopen - of nou juist wel voor de verloren vrienden.


    [ bericht aangepast op 18 nov 2014 - 19:22 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    [MT]


    El Diablo.


          De straten schoten voorbij terwijl Micheal en ik op zoek waren naar een slachtoffer om onze behoeftes te voldoen. Natuurlijk moest dit wel een goede verblijfplaats zijn, waar genoeg plaats voor ons allen zou zijn. Dat zou niet bepaald moeilijk worden, gezien dit stadje voornamelijk bestond aan redelijk grote huizen. Waarschijnlijk huizen die al jaren in de familie zaten, zo’n type stadje was dit wel geweest. Mensen met kleine dromen.
          Ik was gefocust op de huizen, totdat er een liedje op de radio kwam waardoor er werkelijk waar haren omhoog gingen staan op mijn armen, en niet in de positieve zin. Wat een belachelijke muziek was er gekomen met de jaren mee. Dat was iets waar ik altijd over kon blijven mekkeren, en deze keer besloot ik mijn mond maar dicht te houden – Micheal had het immers al te vaak aan moeten horen. Ik werd er zelf al zat van, laat staan hoe hij erover dacht.
          ‘Daar?’ probeerde ik terwijl ik richting een gigantisch huis wees. Vroeger zou dit zo’n schattig bed and breakfast gebouwtje zijn geweest, maar nu was het vast een erfstuk dat simpelweg onderhouden werd door schoonmaaksters – omdat één persoon dit echt niet zou kunnen schoonhouden.
          Ik nam het aan als antwoord dat we doorreden. Zuchtend keek ik verder naar de huizen. We reden steeds meer richting het centrum, en dat terwijl me dat niet zo’n verstandig plan leek. Misschien was het eigenlijk ook wel verstandiger geweest. Dan trok je immers minder snel de aandacht, omdat je jezelf zo openbaar opstelde.
          Met mijn hand gleed ik door mijn lange bruine haren – die wat door de war waren geraakt door middel van de wind die door mijn open raam suisde. Ondertussen hoorde ik dat het belachelijke lied dat zonet op de radio was opgehouden was en plaats had gemaakt voor een stel sukkels die de tussenstukjes bijpraatte. Met woorden kon ik niet beschrijven hoe erg ik een radio haatte. Dan had ik nog liever een cd’tje erin. Maar ach. Dit duurde toch niet lang meer.

    [ bericht aangepast op 18 nov 2014 - 22:14 ]


    I'm your little ray of pitch black.


    Micheal Romano ~ Outfit


    Ik hou mijn blik op de weg gericht terwijl ik het stuur losjes vast houd met mijn rechterhand. Met een beetje compellen hier en daar kom je ver, dat toont deze Range Rover ook aan. Ik keek kort naar de huizen in de buurt en knik goedkeurend. Niet slecht, rijke mensen ook als je kijkt naar de grootte. Ik grijns kort als ik hier en daar wat kenmerken zie van wat ik in de Romeinse tijd altijd zag. Het werd alleen maar beter.
    Ik kijk geïrriteerd naar de radio als er een werkelijk waar verschrikkelijk nummer opkomt en schud mijn hoofd. Ik wou het best verzetten, maar op andere zenders zou het waarschijnlijk net zo erg zijn. Ik weet dat ik niet de enige ben met deze mening. Belle had ik er vaak genoeg over horen zeuren. ‘Daar?’ hoorde ik opeens naast me en ik kijk kort naar Belle en dan naar het huis waar ze naar wees. Het was gigantisch en zeker niet iets waar je over klaagt. Maar niet goed genoeg. Ik schud daarom stilletjes mijn hoofd en rij verder. Ik wou niet helemaal afgelegen zitten, maar midden in het centrum is ook niks.
    Een zucht rolt over mijn lippen als ik de irritante stemmen op de radio hoor en met een snelle beweging zet ik de radio uit. Stilte was dan nog beter. 'Veel beter. Misschien volgende keer toch maar een cd meenemen?' grijns ik en kijk dan even naar Belle. Ik kijk weer voor me uit op de weg en zie dan een huis en ik knik even. 'Die is wel goed.. Niet?' zeg ik en knik even naar het huis. Makkelijk parkeer ik en kijk naar Belle. 'Nou, wat zeggen we? We zijn vrienden van hem? Familie?' zeg ik en ik wacht af op Belle's antwoord.

    [ bericht aangepast op 18 nov 2014 - 21:06 ]


    El Diablo.


          Ik kon het niet laten, er ontsnapte een lachje toen hij de radio uit had gezet. Zéér begrijpelijk, en daar was ik hem ook ontzettend dankbaar voor. De muziek was niets, maar dat gepraat was simpelweg onzin.
          ‘Veel beter. Misschien de volgende keer toch maar een cd meenemen?’ had Micheal met een grijns op zijn gezicht gezegd.
          Ook ik begon daardoor te grijnzen. ‘Wauw. Dat ik daar niet op gekomen ben.’ Het sarcasme droop er overduidelijk vanaf. En over druipen gesproken, ik kreeg dorst, en niet zo’n beetje ook. Ik hoopte dat hij snel zou stoppen om die drang te laten stoppen, want na al die jaren was het nog steeds geen gewoonte geworden. Als ik de drang had, dan moest ik het ook gelijk doen. Anders zou ik een kreng worden – en daarom had Micheal me al eens aangevallen. Ik gaf hem uiteraard gelijk, maar natuurlijk niet tegenover hem.
          ‘Die is wel goed… Niet?’ hij knikte richting een huis. Het zag er verdomd goed uit, en zelfs vanaf hier kon ik heerlijk warm stromend bloed ruiken dat haast mijn naam leek te roepen.
          Ik knikte instemmend. ‘Perfect.’
          ‘Nou, wat zeggen we? We zijn vrienden van hem? Familie?’ hoorde ik Micheal zeggen. Hij keek vragend mijn kant op.
          Ik keek zijn kant op. ‘Hmm… natuurlijk best friends forever. Duh.’ Ik begon te grijnzen. ‘Laten we vrienden doen. Eens wat anders. En hij ruikt erg lekker, dus laten we gaan.’ En na dat stapte ik al uit. Mijn dorst nam me over, en ik voelde totaal geen spijt. Ongeduldig had ik op mijn reisgenoot gewacht waarna ik toch echt doelgericht op het huis afliep.
          Ondertussen kon ik het niet laten het huis te bekijken. Het was prachtig, het oogde Victoriaans, maar ondanks de goede replica was dat het uiteraard niet. Handig als je sommige dingen zo kon herkennen. Maar ondanks dat het niet "echt" was, zag het huis er in goede staat uit. En het maakte me enorm nieuwsgierig naar de persoon die erin woonde.


    I'm your little ray of pitch black.


    Micheal Romano ~ Outfit


    ‘Hmm… natuurlijk best friends forever. Duh.' zei ze waarna een grijns op haar lippen ontstond. Ik lach zachtjes en schud mijn hoofd. 'Tuurlijk, waar zijn de bff kettinkjes?' plaag ik. ‘Laten we vrienden doen. Eens wat anders. En hij ruikt erg lekker, dus laten we gaan.’ zei ze en ze stapt de auto uit. Ik knik kort en stap niet kort daarna uit en loop daarna rustig Belle achteraan. Ik kon merken dat ze dorst had en nu merkte ik zelf ook al de droogte op die in mijn keel was ontstaan. Na bijna 2000 jaar kon ik goed tegen de dorst, maar als je erop gaat letten dan merk je het heel goed.
    Ik kijk even naar het huis en ik knik weer even goedkeurend. Ik herkende de stijl uit de Victoriaanse tijd, wat overigens ook de tijd was dat ik Belle liet kennen. Het was een leuke tijd, dat wel. 'Niet slecht..' zeg ik dan ook en ik loop de veranda op. Ik sta al snel voor de deur en bel dan ook aan. 'Wees alsjeblieft geen 70-jarige. Die hebben meestal al zoveel in hun leven gedaan dat het niet meer lekker is.' mompel ik, meer tegen mezelf dan tegen haar. Ik leun ongeduldig tegen de muur en tik met mijn voet..

    [ bericht aangepast op 18 nov 2014 - 22:39 ]


    El Diablo.


          Uitgeput kwam ik terug van mijn werk, ik had vandaag een dubbele dienst gedraaid bij de garage en ik was letterlijk gebroken. En bovendien had ik mijn huisdieren gemist. Toen ik binnenkwam sprong Ambrose al als een gek tegen me op terwijl zijn tong uit zijn bek hing. Die zou ik zo eens gaan uitlaten, even lekker uitlopen in de bossen – wat klonk dat heerlijk.
          ‘Plassen?’ vroeg ik aan de puppy, en alsof hij me begreep rende hij richting zijn riem. En daarom hield ik nou precies van dieren, ze waren vaak intelligenter dan mensen.
          Ik besloot eerst nog even bij Reigns te gaan kijken, de vleerhond was al gewend geraakt aan mijn huis en dat hij een bepaald aantal uren los mocht, maar dankzij het overwerken de laatste tijd was dat er niet bepaald van gekomen. Hij hing echter rustig in zijn duistere kooi.
          ‘Kom, Ambrose,’ ik liep richting de hond en de riem, die ik van de kapstok afpakte en omdeed. Een wandeling zou me goed doen, dat kon niet anders. Hier was ik nu gewoon even echt aan toe. Rust.
          Ambrose begon als een bezetene te blaffen vanaf het moment dat de riem om zijn nek zat tot op het moment dat we naar buiten liepen – alsof hij bang was dat het er niet van ging komen. Niet vreemd, de afgelopen dagen had ik dit ook niet altijd gedaan. En daar voelde ik me nu ineens heel slecht over. Ik had huisdieren, en die hadden mij nodig. Gelukkig wandelde ik s’ ochtends met hem, dus zó zielig was het ook weer niet.


    I'm your little ray of pitch black.

    [MT]


    -

    Lily Katherina Hale.
    "Some infinities are bigger than other infinities"


    Langzaam liep ik door de verlaten straat. Langzaam omdat ik toch geen reden had om sneller te lopen. Ze zal toch nooit kunnen vluchten. Maar ik kan wel vluchten, ik vlucht al honderd jaar. Ik hield mezelf altijd voor dat ik een doel had om voor te vluchten en dat is niet veranderd maar ik heb me pas net gerealiseerd dat ik aan het vluchten ben voor mezelf. Het meisje kijkt om de paar seconden schichtig naar achteren. Niet dat ik er zo angstaanjagend uit zie, ik lijk een doodnormaal meisje van zestien jaren oud. Maar als ik in de schoenen van het meisje gedaan had, dan had ik toch hetzelfde gedaan. Was ik dan snel doorgelopen naar mijn huis waar mijn moeder met een warme kop thee klaar zat om al mijn klaaggezang aan te horen? Ik weet het niet. Dat is het probleem. Ik weet niet meer hoe het is om menselijk te zijn. Na een paar minuten versnel ik mijn pas een beetje, ik achtervolg het meisje nog steeds en merk dat ze verschillende routes probeert om me af te schudden. Ik glimlach, zo hoopvol. Ik zak een beetje door mijn knieën en binnen een tiende van een seconde sta ik naast haar. Ze schrikt, dat doet iedereen. Ik had geen normalere reactie verwacht van dit normale meisje. Ik kijk haar diep in haar ogen.
    "Je geeft geen kik" ze knikt zacht en dan beweeg ik mijn hoofd naar haar hals en bijt in haar zachte vlees. Het warme bloed spoelt in mijn mond en het lijkt alsof ik per slok sterker wordt terwijl het meisje steeds erger aftakelt. Ik richt mijn hoofd weer op en even denk ik na.
    "Vergeet dit"


    -


          Ik rekte me eens goed uit voor ik richting het bos begon te lopen. Het was vlak achter mijn huis, dus ver was het niet. Ambrose, die ik nu zo’n vijf weken had, kende de route al, en was enorm opgewonden. Ondanks dat hield ik de riem ferm vast. Ik was niet van plan de kleine duivel te verliezen.
          Ambrose gaf ineens een harde ruk aan de riem, en ik voelde mijn handen branden. Even keek ik ernaar, en ik zag dat de scherpheid van de riem mijn wond van vanmorgen weer had geopend. Er druppelde wat bloed uit, maar het was niets vergeleken met toen de wond veroorzaakt was.
          Na een diepe zucht besloot ik dus maar door te lopen. Het bloed veegde ik even snel af aan mijn blouse, die toch al rood was. Met mijn andere hand ging ik door mijn warrige bruine haren. Vandaag had een van mijn collega’s geklaagd over het feit dat het te lang werd, maar dat deed hij dan weer iedere dag – daar hechtte ik echter geen waarde meer aan.
          Uit het niets begon Ambrose te blaffen en te grommen. Hij begon hard aan de riem te trekken, maar ik liet hem niet gaan. ‘Ambrose, af!’
          Ik werd gelijk aangekeken met een schuin koppie, waarna hij zich weer op datgeen focuste waardoor hij was begonnen met blaffen. Met gespleten ogen probeerde ik verder te kijken, maar mijn bril was goed vies geworden, dus veel had ik er niet aan. Ik wuifde het maar weg en liep rustig door, terwijl Ambrose nog de drukte zelf was.


    I'm your little ray of pitch black.


    Scott McCall - outfit


    Net nadat ik mijn tanden in het malse ree zette, dringt een geur van vers mensenbloed mijn neusgaten binnen. Het water loopt mij in de mond terwijl er ook vers bloed van het ree naar binnen spoelt. Het beest geeft op om voor zijn laatste beetje leven nog te vechten en laat zich stilaan in elkaar zakken. Voorzichtig leg ik het neer en focus mij op mijn omgeving. Ik laat de verse lucht in mijn neusgaten binnenstromen en algauw kan ik mij oriënteren vanwaar het mensenbloed komt.
    Binnen enkele seconden ben ik er in de buurt. Langzaam ga ik wat dichterbij kijken zonder in het oog te springen. Eén of andere hond in de buurt begint luid te blaffen en te grommen, waarna ik een luide, zware stem hoor roepen: ‘Ambrose, af!’ Ambrose? Die naam doet bij mij een belletje rinkelen. Van wie was dat de naam nu weer... De hond van Hall! Ik zet een stap achteruit en veeg mijn mond af. Daarna ben ik binnen een paar seconden weer verdwenen van die plaats en terug op weg naar het ree. Eenmaal ik daar ben, sleep ik het beest mee naar een minder open blek en gooi er wat bladeren overheen. Dit is één van de dingen die ik altijd doe; zorgen dat het lichaam van mijn prooi niet op een té open plek ligt.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2014 - 16:40 ]


    "I'm not crazy, my reality is just different from yours."


          Terwijl ik het gevecht met de pup aan blijf gaan adem ik eens diep in en uit. De natuur doet me goed. De frisse lucht ruikt sowieso een heel stuk beter dan de smeer en benzine lucht in de vieze garage.
          Ambrose blijft blaffen, maar het lijkt gelukkig al minder te worden. Waarschijnlijk weer een eekhoorn, daar had hij echt iets mee. Ik kon alleen niet helemaal plaatsen of hij in staat was zo’n beest daadwerkelijk te doden, dus los zou ik hem niet snel laten. Er waren hier sowieso verschillende wilde dieren, en met zo’n enthousiasme als Ambrose zou hij zichzelf nog in gevaar brengen ook.
          ‘Kom op,’ zuchtend gaf ik een klein rukje aan de riem, ‘je gaat op puppytraining hoor.’
          Alsof de drukke pup me begreep zweeg hij abrupt. Hij begon te kwispelen en zijn kraalogen keken me aan. Zijn bruine oog leek erg vriendelijk in het vage licht dat er in de bossen hing, maar zijn blauwe oog zag er akelig uit. Ambrose deed echter niemand kwaad, dus het was enkel zijn uiterlijk geweest.
          Mijn maag begon te knorren, wat betekende dat ik toch echt wat moest gaan eten nu. Dat zal wel weer pizza worden. Ze werden daar nog rijk dankzij mij alleen.


    I'm your little ray of pitch black.

    Lily Katherina Hale.
    "Life, I learned, is never fair"


    Het meisje wat nog steeds een doodsbange uitdrukking op haar gezicht had was langzaam weggelopen. Langzaam haal ik mijn hand langs mijn lippen om de laatste restjes bloed weg te vegen. Ik begin weer te lopen. Dit was de plaats waar ik was geboren, waar ik lang geleden uit was gevlucht, exact dezelfde plek maar verder was alles veranderd. Ik heb de neiging om te schreeuwen omdat alles zo oneerlijk was verlopen. Ik had nu allang onder de grond willen liggen. Daarboven op een grafsteen met mijn naam en een tekst van mijn familie die ik nooit gehad heb. Maar zo is het niet gelopen. Ik ben stil blijven staan terwijl alles om me heen door is gegaan. Ik adem diep in en dan ruik ik het, de geur van mensenbloed. Ik wil het, ook al had ik net gedronken. Dus loop ik richting de geur. Wanneer ik dichterbij is zie ik dat het een man is van begin twintig. Ik wil op hem afrennen maar dan kijkt hij me aan. En ik weet het niet, ik weet niet wat me ervan weerhoud om hem te vermoorden. Wat ervoor zorgt dat ik langsloop en zachtjes 'Hallo' mompel.


    -


          Met mijn blik op Ambrose gericht liet ik hem elke boom onder plassen die hij nodig vond, maar naar mijn idee kwam er na de eerste twee al niets uit. Ach, reutjes. De bladeren en takken onder mijn voeten ritselden en braken af, wat een aangenaam geluid was vergeleken met waar ik de afgelopen uren besteed had.
          Toen ik opkeek waren daar ineens twee ogen verschenen. Ze hadden een aangename kleur, een mengelmoes van blauw en groen, maar dat deed er geen eer aan. Het meisje dat deze kijkers droeg was prachtig, haar lange blonde haren golfden over haar schouders.
          ‘Hallo,’ sprak ze.
          Ik glimlachte lichtjes. ‘Hey.’ Ik besefte me toen pas dat ik haar totaal niet kende, en dat ze hier in het bos ronddwaalde. ‘Ik weet niet of het zo’n veilig idee is om nu door de bossen te lopen.’
          Toen ik haar nog eens goed bekeek zag ik iets aan haar, maar ik kon niet plaatsen wat. Ik wist niet zeker of het iets positiefs was of niet, maar Ambrose gaf me niet veel tijd om daarover een conclusie te trekken, aangezien hij al richting haar stormde om haar vriendelijk te onthalen.
          Ik probeerde de pup tegen te houden. Niet iedereen hield immers zoveel van honden als ik deed, en niet iedereen reageerde er even goed op.

    [ bericht aangepast op 19 nov 2014 - 17:50 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    Lily Katherina Hale.
    "Maybe one day we'll find the place where our dreams and reality collide"


    "Hey" zei hij zacht glimlachend.
    "Ik weet niet of het zo'n veilig idee is om nu door de bossen te lopen" ik zag dat hij zijn ogen over mijn gezicht en de rest van mijn lichaam liet glijden en even had ik de neiging om hard weg te rennen. Hij had zijn hand strak om de riem van zijn hond geklemd maar hij kon de puppy niet goed vasthouden waardoor de hond richting mij rende. Even schrik ik maar daarna herstel ik me en aai de hond voorzichtig.
    "Wat ben je een mooie hond" zeg ik zacht en ik kijk naar de man voor me.
    "Ik ben Lily Hale" stel ik mezelf voorzichtig voor waarna ik er meteen weer spijt van heb. Deze man wil mijn naam vast niet weten. Het is de naam van een moordenaar ook al weet hij dat zelf niet.


    -


          Haar zachte stem klonk als muziek in mijn oren vergeleken met het geschreeuw dat vandaag te horen was op het werk. Dit was de eerste vriendelijke stem geweest die ik had gehoord vandaag.
          ‘Wat ben je een mooie hond,’ had ze gezegd, nadat ze geschrokken was van Ambrose.
          Schaamte stroomde door me heen, met mijn hand ging ik door mijn lange lokken. ‘Het spijt me. Hij luistert nog niet geweldig. Puppy’s.’ Ondertussen maakte ik mijn grip op zijn riem wat strakker en probeerde ik hem zo zacht mogelijk mijn kant op te slepen, wat enkele ongemakkelijke tellen duurde. Uiteindelijk besloot hij toch maar mee te werken en kwam hij naast me staan, alsof het nu ineens wel een waakhond was.
          ‘Ik ben Lily Hale,’ had ze gezegd met een onzekere blik in haar ogen.
          Ik glimlachte opnieuw lichtjes, ergens vond ik het vervelend voor haar dat ze zich zo ongemakkelijk leek te voelen. ‘Arsenio Hall. Maar zeg maar Hall. En dit is Ambrose.’ Opnieuw ging ik met mijn hand door mijn warrige haar. Ik wist niet waarom, maar ik voelde me ineens onwijs dom dat ik mijn hond voorstelde, alsof iemand dat interesseerde.
          Ambrose gaf een ruk aan de riem waardoor ik weer even afgeleid werd. Hij keek me echter onschuldig aan toen ik mijn blik op hem richtte. Zijn staart begon te kwispelen, alsof hij wist dat hij iets fout had gedaan, of me op zijn minst had laten schrikken.


    I'm your little ray of pitch black.