• GLADERS
    IF YOU AIN'T SCARED –– YOU AIN'T HUMAN.


    Welcome to the Glade –– where we have three rules.
          • Everyone does their part
          • Never hurt another Glader
          • Never go outside the Glade



    Jij als Glader woont in de Glade – een klein gebied in het midden van een enorm doolhof, wat constant in beweging schijnt te zijn en waar met geen mogelijkheid uit te snappen is. Je weet niks meer van je vorig leven, alleen je naam en leeftijd herinner je je vaagjes. Alleen ben je niet – samen met je mede Gladers vorm je een kleine gemeenschap van kleine taken, met als enige gedachte het terug keren naar het thuis waar je ooit bruut van weggehaald bent.
    Echter – kan je de weg naar huis vinden als je enige doel overleven is geworden?
         

          –– ROLLENLIJST
          LEIDER
    Brandon – Derive, 1.8

          BUILDERS
    Wren – Floki, 1.11
    Vince – Gally, 1.7

          RUNNERS
    Skyler – Aureolus, 1.8
    Skipp – Majikku, 1.2
    Max – Newt_Runner,1.2
    ––––––––––––––––––       COOKS
    Ryan – Nostalgic, 1.13

          BAGGERS
    Jemima – Jensen, 1.6
    Rhosaline – Griever,1.10
    Niko – Fixit_FelixJr, 1.12

          TRACK HOES
    Elefteria – SergeantCalhoun, 1.11
    Qiane – Ryess, 1.12
    ––––––––––––––––––       SLOPPERS
    Mallica – Firth, 1.5

          MED JACKS
    Marvelle – Dashner, 1.8

          SLICERS
    Xaime – Ryess, 1.12


          –– REGELS

          • Dit is een samenwerking tussen Valois en Derive.
          • Standaard: geen sneltrein, geen eendagsvliegen, respect voor elkaar – geen andere personages vermoorden, geen andere personages       besturen, 16+ van tevoren aangeven – et cetera.
          • Kennis van de boeken van James Dashner is niet vereist om deel te nemen aan de RPG. Wel wordt er aangeraden de kleine, spoilervrije samenvattende informatie te lezen onder de spoiler.
          • Afwezigheden tijdig aangeven, zodat hier rekening mee gehouden kan worden.
          • Binnen de Glade van James Dashner zitten alleen mannen, in deze RPG kunnen tevens vrouwelijke rollen aangenomen worden.
          • Minimaal aantal woorden van 200 per post.


          –– DE GLADE
    De Glade bestaat uit een groot grasveld, wat verdeeld is in vier verschillende secties:
          • Homestead, noord – westen
    Hier vind je de plaats waar iedereen samen komt en eigenlijk leeft/woont. Hier wordt door de Cooks eten bereidt – dit zal geen vijf sterren voedsel zijn, maar het kan er zeker mee door. Daarnaast zijn er enkele slaapzalen te vinden, alhoewel de meeste Gladers buiten slapen. Enkel en alleen de personen met een hoge rang (zoals de leider) hebben een eigen kamer, waarbij tevens een grote badkamer is te vinden. Als laatste is dit de plaats waar de Med – Jacks hun werd uitvoeren.
    Enige plaats van de Homestead af is een ruimte gevestigd welke dient voor het opsluiten van gevangen, oftewel de gevangenis van de Glade.
          • Gardens, noord – oosten
    Hier vind je de tuin, waar verschillende gewassen worden verbouwd. Hierdoor is dit het gebied waar de Track – Hoes het grootste gedeelte van hun werk uitvoeren.
          • Deadheads, zuid – westen
    Hier vind je een dicht begroeid bos, met daar binnen in verstopt een kleine begraafplaats voor de overleden Gladers (welke terug zijn gevonden of welke zijn gestorven in de Glade). Hierdoor is dit het gebied waar de Baggers het grootste gedeelte van hun werk uitvoeren.
          • Bloodhouse, zuid – oosten
    Hier vind je de verblijven van de verschillende dieren, als mede het slachthuis waar de dieren na enige periode worden geslacht. Hierdoor is dit het gebied waar de Slicers het grootste gedeelte van hun werk uitvoeren.
    Naast het de dierenverblijven, vindt men hier tevens de Maproom – de plaats waar de Runners tezamen komen nadat zij uit de Maze komen om hun informatie over de Maze te bundelen en waar nodig is de kaart aan te passen.

    Naast de vier verschillende secties, vind je exact in het midden van de Glade een groot gat – waar tweemaal in de week een lift naar boven komt met eten en andere benodigdheden. Daarnaast komt er eenmaal in de maand een lift naar boven met een nieuwe Glader, wat zowel een meisje als een jongen kan zijn.

          –– DE MAZE
    De Glade wordt aan vier zijden omringd door gigantische muren, waar slechts binnen een muur een grote deur zit – welke altijd bij zonsondergang zullen sluiten. Wanneer een Glader in de nacht wordt opgesloten in de Maze komt hij er hoogstwaarschijnlijk niet levend uit, door de vele gevaren welke zich in de nacht tonen.
    De Maze is over het algemeen enkel en alleen toegankelijk voor de Runners – zij vertrekken in de ochtend en keren voor zonsondergang terug naar de Glade.

    Gedurende de nacht lopen er verschillende, afschuwelijke wezens door de Glade – welke door de Gladers Grievers worden genoemd. Deze wezens kruipen als een soort slak door de Maze en hebben verschillende metalen gedeelten aan hun lichaam zitten welke dodelijk kunnen zijn. Wanneer je wordt gestoken door een van de Grievers ga je automatisch door een Changing – wat gepaard gaat met huiveringwekkende hallucinaties. Wanneer je er na een aantal dagen uit zal komen, ben je een geheel ander persoon dan voorheen – je krijgt namelijk een stuk van je herinneringen terug.

    –– DE GLADERS
    Zodra je als een nieuwe Glader de lift uit komt, zul je kennis maken met de andere Gladers binnen de Glade. De nieuweling krijgt een korte rondleiding, meestal door de leider van de Gladers en zal alle benodigde informatie krijgen. De eerste morgen zal hij/zij beginnen met het lopen van stage bij de Keepers – oftewel, leidinggevenden – van alle beroepen. Na een kleine maand word je door de leider van de Gladers ingedeeld bij een van de beroepen.
    De Keepers houden per beroep in de gaten of alle Gladers hun beroep goed uitvoeren, het is namelijk belangrijk dat iedereen wat bij zal dragen aan de kleine gemeenschap.

    Mocht je als Glader de regels verbreken, dan heb je de kans om verbannen te worden. Hierbij word je voordat de deuren van de Maze zich sluiten bij zonsondergang, naar binnen geduwd om daar de nacht door te brengen – wat je vrijwel niet zal overleven.


          –– PRAATTOPIC & ROLLENTOPIC
    © JAMES DASHNER

    [ bericht aangepast op 2 nov 2014 - 10:38 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 14 okt 2014 - 14:33 ]


    but do you feel held by him? — does he feel like home to you? ( Anatomy » Midsommar )

    Xaime


    21 l Slicer l 18 maanden


    'Ik begrijp niet wat jullie zaniken hoor, uiteindelijk is het toch dood. . .', het liefst had ik zijn kop van zijn romp af gerukt. Helaas mag dat niet volgens de regels. Misschien kunnen Sal en ik het wel laten over komen als een ongeluk als wij het goed doen. Het irriteert mij zo dat wij iedere keer zijn troep mogen opruimen en dat hij nog een grote mond heeft ook. Waar haalt hij het gore lef vandaan? Sal kan het zo te zien ook niet waarderen. Als Ian nou nieuw was geweest, dan had ik dit kunnen begrijpen maar hij is geen nieuwe meer dus moet hij beter werk kunnen leveren dan dit.

    'En uiteindelijk zijn wij het altijd die jouw troep op mogen ruimen omdat het uiteindelijk toch dood is', roep ik boos naar Ian.
    'Volgende keer mag je, je eigen troep opruimen terwijl wij alvast gaan eten. Want dit gepruts van jou ben ik meer dan zat. Ik hoop voor jou dat het je lukt om je eigen troep op te ruimen anders krijgt Bran ervan te horen dat jij blijkbaar liever de kantjes ervan af loopt, dan je werk goed te doen', vervolg ik boos.
    Ik ben zo klaar met die vent. Denkt dat hij alles kan flikken en dat ik aardig voor hem blijf.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2014 - 12:24 ]


    Physics is awesome

    • • | Mallica | • •




          Natuurlijk vang ik wat op van het hele 'alarm aan de lift' – gedoe, maar eerlijk gezegd heb ik besloten dat het le niets kan schelen. Overdag toch niet. Ik weet dat ik straks per ongeluk de angstige trekken in haar gezicht, die ze zo erg probeert te verbergen, zal opmerken en het beeld zich in mijn hoofd zal nestelen, zodat ik vannacht schreeuwend zonder geluid, en in een poel zweet wakker zal worden. Allemaal omdat die angst, in haar ogen weerspiegeld als in een van de beekjes verderop, me met mijn neus op mijn eigen panische doodsangst drukt. Dag na dag tracht ik gewoon in het vaste stramien mee te draaien, mijn werk te doen, op te staan te eten en te slapen om de volgende dag weer hetzelfde te doen. Gewoon niet buiten de lijntjes kleuren, netjes doen wat van me gevraagd wordt. Dan heeft Bran geen reden me mijn dood in te jagen – mij tussen de sluitende muren in te proppen. Ik zou het volgende uur niet halen.
          Nog zoiets wat het ondertussen best lange sociale isolement teweeg brengt. Een soort van oerangst heeft zich in mij, net zoals in iedereen, gevestigd. Een angst die slaat op het sterven aan de andere kant van de muren. Maar eigenlijk heb ik meer nog een vrees ontwikkeld voor Bran. Hij heeft mij, in feite iedereen, uit de lift gehaald, troostend toegesproken, gerustgesteld en ervoor gezorgd dat ik iets te eten en een dekentje kreeg. Bran heeft mij helemaal niets misdaan en toch ben ik als de dood voor hem. Ik heb de cowboyverhalen wel gehoord. Niet dat Bran ooit iemand tussen de muren heeft geduwd, maar ik wil het risico niet nemen.
    Kan ik weten dat hij, alleen al bij de gedachte aan het verliezen van iemand in de Maze, halvelings misselijk werd.
          Vince is naast me komen lopen en lijkt niet te weten wat hij moet zeggen. Ik begrijp hem – wat zeg je tegen iemand die omzeggens nooit antwoord geeft, niet eens denkt aan zelf een conversatie beginnen en haar stem soms dagenlang zelf niet hoort?
          'Hey, hoe gaat het?' Eerlijk, gast? Heel eerlijk? Ik wil dit niet meer, ik heb de bodem bereikt en zou in slaap willen vallen en nooit meer wakker willen worden en wil tegelijkertijd niets liever dan vechten om te overleven. Maar ik heb de kracht niet meer, Vince.
          Ik zwijg. 'Vind je 't goed als ik bij jou zit?' Ik zwijg. Een soort van automatisch verdedigingssysteem. Vrij efficiënt. Beiden grabbelen we wat te eten. Aangezien stil zijn instemmen is, zitten we een aantal ogenblikken later op de grond ons 'diner' op te peuzelen. Vince valt als een uitgehongerd dier aan. In een andere werked, in een andere tijd, in een andere situatie, had ik erom gelachen en er een ietwat ironische opmerking over gemaakt. Ik zwijg.
          'Zeg, Mallica mag ik je wat vragen? Heb je morgen misschien hulp nodig? Mijn handen zijn wat verwond en ik mag slecht in de voormiddag werken aan het bouwstel. Alleen...Ik kan niet echt stilzitten en ik dacht, misschien heeft Mallica nog enkele taakjes waarbij ik kan helpen?' Ik voel een grinnik opkomen vanuit mijn buik, hou hem met alle mach tegen en berg hem op in de diepste gedrochten van mijn vastberadenheid. Geen gegiechel, geen gelach en al zeker niet om iets wat iemand heeft gezegd. Alleen, ik zie Vince echt geen stofjes naaien of handschoenen breien. Natuurlijk kan ik hem morgen een dweil in handen duwen en hem gebieden de medische zaal onder handen te nemen, maar zelfs dat lijkt me te precies werk voor hem. Maar ik stem in. Zwijgend.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28


    Wren || 20-25 || Builder


    Wren tuitte zijn lippen toen er alleen maar wat gezegd werd en Zu’Salgan’s aandacht al meteen op een ander gevestigd bleek te zijn. Alright, hier was dus niets meer te doen. De man bleef nog even tegen de paal aangeleund staan voordat hij zich van het hout afduwde en zijn voeten dwong om te bewegen zodat hij zijn weg kon vervolgen. Heel de heisa om de greenie zou nu toch al bijna voorbij moeten zijn zodat hij op zijn gemak wat eten kon gaan halen en het naar binnen kon werken zonder dat mensen de hele tijd door elkaar gingen lopen. Een glimlach verscheen dan ook om zijn lippen toen hij merkte dat ongeveer iedereen al bezig was aan het avondeten. Ondanks dat hij altijd volhield dat nieuwe gladers hem nooit iets konden schelen, schoten zijn donkerblauwe kijkers toch over de gezichten heen in een poging de nieuwe eruit te pikken. In eerste instantie vond hij haar of hem niet en het duurde niet lang voordat hij zijn poging om de nieuweling te zoeken. Hij zou ooit wel te weten komen wie de greenie is, misschien zelfs waarom ze juist om dit uur naar boven was gebracht. Dat was waarschijnlijk voor iedereen wel een raadsel en als hij eerlijk moest zijn kon hij het niemand kwalijk nemen. Wie weet wat de ‘bedenkers’ van dit hele ding van plan waren.
    Met een bord vol voedsel in zijn handen, zocht Wren een plekje om te zitten. Een rustig plekje. Na een paar seconden rond gekeken te hebben, vielen zijn blauwe kijkers op Vince en Mallica. De eerstgenoemde kende hij ondertussen al wel, Vince was immers de keeper van de Builders en had hem het nodige geleerd. Van Mallica wist hij dat ze niet al te veel zei en dat was iets dat hij op dit moment wel kon gebruiken, iemand die niet de oren van zijn hoofd ging praten. Met een plof liet hij zich langs Vince op de grond vallen, er wel voor zorgend dat zijn eten op zijn bord bleef liggen. Wren knikte even naar Mallica voordat hij zijn aandacht op Vince richtte. “Wat heb je nu weer met je handen gedaan?” vraag ik voordat ik wat eten in mijn mond prop. Eigenlijk was het meer een retorische vraag aangezien hij al wel kon raden wat het probleem juist was, een probleem dat zich elke dag wel voordeed. “Heb je de nieuwe trouwens gezien? Ik was te druk bezig met te zorgen dat ik niet van een dak viel om te komen kijken.” Een subtiele vraag naar wie het zou kunnen zijn en of ze die persoon zouden kunnen vertrouwen of niet.

    Qiane


    18 l Track - Hoe l 10 maanden


    Dankbaar pak ik het doekje van Ryan aan. Waarna ik het voorzichtig tegen mijn neus aan druk. Na te hebben gezegd dat hij het eten gaat voorbereiden, vertrekt Ryan naar de keukens. Alle Gladers bij de box vertrekken naar de Homstead om daar te gaan eten. Ik besluit om even te gaan kijken waar Xaime is.

    Aangezien hij niet bij de box stond, was hij waarschijnlijk nog aan het werk. Dus ik besluit om naar het slachthuis te gaan om te kijken of hij misschien daar is. Sal zal er dan ook wel zijn. Met snelle pas ga ik op weg alleen let ik dit keer wel op waar ik loop. Anders heb ik straks een gebroken neus. Niet dat het een ramp zou zijn, maar dan moet ik Marvelle vinden want een gebroken neus gaat helaas niet vanzelf over. Als ik eenmaal bij het slachthuis ben, haal ik het doekje weg bij mijn neus. Mijn neus bloed nog, het was waarschijnlijk toch niet zo'n goed idee om hier snel naar toe te lopen. Blijkbaar is mijn bloed toch sneller gaan stromen daardoor. Voorzichtig druk ik het doekje weer op mijn neus. Ik hoor Xaime en zo te horen is hij niet blij. Iets wat mij verbaasd, meestal is Xaime wel een aardige en serieuze jongen maar echt boos word hij niet snel. Even twijfel ik of ik moet gaan kijken wat er aan de hand is.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2014 - 19:33 ]


    Physics is awesome


    JEMIMA

    • • •

    KEEPER OF THE BAGGERS • SEVENTEEN • TWENTY-SEVEN MONTHS


    Jem zag vanuit haar ooghoeken dat Bran zijn wenkbrauwen fronste nadat ze haar preek had afgerond. Ze wist niet precies waarom ze het zei, ze flapte het er gewoon uit. Ze wist ook niet of ze het daadwerkelijk meende, maar de twijfels die ze zonet had geuit, hadden haar de afgelopen dagen constant lastiggevallen en nu het eruit was, voelde ze zich opgelucht.
          Het meisje staarde strak voor zich uit, haar handen doelloos op haar schoot. De koek was op en ze had sowieso geen honger meer. Het was sinds vanmorgen geleden dat ze nog iets binnen had gehad en die ene boterham was ook niet bepaald genoeg om de hele dag door te gaan. Het was waarschijnlijk één van de redenen dat ze zich zo futloos voelde.
          Bran kwam vlak voor haar zitten, maar in plaats van hem recht aan te kijken, wat hij blijkbaar van haar verwachtte, keek ze koppig langs hem heen, al kan ze natuurlijk nog steeds de bezorgdheid van zijn gezicht aflezen. Jemima zuchtte en schudde haar hoofd. Ze wilde niet dat er iemand bezorgd om haar was. Ze kon heus wel voor zichzelf zorgen.
          Een irritant stemmetje binnenin haar vroeg of dat echt wel het geval was, of ze die hulp heel misschien toch niet een klein beetje nodig had. Hardnekkig weigeren leek Jemima in ieder geval nog steeds beter dan een irritant, zeikend wrak te worden dat begint te huilen van de minste schram op haar handen. Hardnekkig weigeren en koppig zwijgen was véél beter dan beginnen schreeuwen tegen alles en iedereen en hun kop inslaan vanaf het moment dat er ook maar één lettergreep hun mond verliet. Ze was bang dat ze stilaan zo iemand begon te worden.
          Een flits van blauwe lucht en blauwig groen water flitsten aan haar netvlies voorbij. Een herinnering die haar het uitzicht leverde over een gigantisch meer - de zee. Jemima wist niet wat de herinnering precies voorstelde; het waren enkel en alleen flarden van één klein momentje, waar ze bovenop een heuvel stond en al haar frustraties eruit gooide tegen de lucht. Als ze het goed had, was het vlak voordat... Ze duwde de gedachten en de wens naar het uitschreeuwen weg en besefte dat ze haar ogen had gesloten. Ze schrok op van Brans vingers die een pluk haar achter haar oor streken.
          "Jemima... Jem... Hoe kom je erbij dat ik je hier weg zou willen? Je weet dat ik mezelf zou opsluiten in de Maze om jou zo in veiligheid te houden."
          "Zeg dat alsjeblieft niet, Bran," mijmerde het meisje zachtjes en ze staarde naar haar handen wanneer Brans lippen haar voorhoofd aanraakten.
          "Denk alsjeblieft nooit zo, Jem. Wanneer ik jou zie, dan weet ik dat er hoop is om die verdomde Maze te overwinnen en om terug te keren naar onze voorgaande levens. Kom op... ik kan niet nog iemand verliezen waar ik..." Hij zweeg even en Jemima zei ook niets. "Waar ik om geef. Alsjeblieft, doe me dat niet aan." Zijn stem brak en Jemima wist dat hij dacht aan dezelfde persoon waar zij aan dacht. Ze wilde zó graag dat alles weer zoals vroeger was, waar ze plezier vond in het proberen op te lossen van de Maze, terwijl het haar nu enkel met verbitterde haat tegen de Creators vervulde. Bran zakt weer naast Jemima neer en zijn handen bungelen over zijn knieën.
          "Echt, mocht er iemand proberen jou 's nachts in de Maze te werpen, dan verscheur ik ze met m'n blote handen als het moet;" hoorde ze zacht van de man naast haar. Ze kon het niet laten even lichtelijk te glimlachen en het bleef even stil.
          "Ik snap het gewoon niet... Ik ben zo'n beetje de meest hopeloze persoon die hier rondloopt, hoe kan het dat je door mij hoop krijgt?" zei ze bitter. "Het spijt me, Bran", mompelde ze toen stil. "Ik heb echt een verschrikkelijke dag achter de rug. Misschien is het beter als ik eens vroeg ga slapen en dat alles morgen weer goed komt..." Ze duwde zichzelf overeind en klopte haar handen af, niet bepaald van plan om naar Homestead te gaan en te slapen. Het was waarschijnlijker dat ze tot midden in de nacht in de Deadheads zou verblijven.


    But, it's shit. I'm sorry.


    help

    Vince



    Mallicia zweeg, maar leek er niet op tegen te hebben dat ik naast haar liep en tegen haar sprak. Het gesprek was nogal vaag, maar wat kon ik verwachten van haar? Heeft ze ooit überhaupt een woord tegen me gezegd de tijd die ik hier zit? Ik had er geen idee meer van. Vast wel, maar helaas kon ik me de klank van haar stem niet meer voor de geest halen. Bij ieder woord die ik zei of haar vroeg, leek ik wel tegen een stenen muur te praten, wat genegeerd worden. Iets wat ik echter onaangenaam vond. Maar het feit dat ik toch mocht -gezien zwijgen toestemmen is- vond ik het niet meer zo'n probleem. Het bracht wel wat rust. Rust, die niet lang bleek te duren want terwijl ik mijn eten naar binnen schoof zag ik vanuit mijn ooghoeken Wren afkomen. Wren was een van de mede builders en hielp momenteel met het dak van het gebouw. In tegenstelling tot Mallica kon hij uren lang praten, wat een enorm groot contrast was. Met een plof kwam Wren naast me zitten, waardoor ik automatisch wat opschoof om plaats te maken, al was er plek genoeg. Hij knikte de blondine toe en richtte zich meteen op mij, meteen mijn handen opmerkend. “Wat heb je nu weer met je handen gedaan?” zijn vraag deed me half grijnzen en vervolgens met de rug van mijn hand mijn mond even af te vegen voor ik sprak. "Koppige ik weigerde handschoenen te dragen." zei ik met een zacht lachje terwijl ik mijn in verband gewonden handen even omhoog hield. "Daarbij mag ik morgen maar een halve dag werken, al mag ik van Mallica wel met haar helpen." zei ik en keek nog even naar het jonge slopper meisje om haar verduidelijking te zien, maar ik zou vast een neutrale blik in ruil krijgen met stilte als gevolg. “Heb je de nieuwe trouwens gezien? Ik was te druk bezig met te zorgen dat ik niet van een dak viel om te komen kijken.”vroeg Wren vervolgend en ik knikte zacht. "Ik kon een blik van haar opvangen, de Greeny is een meisje. Wat jonger dan ik, waarschijnlijk Mallica haar leeftijd. Ze zit bij Tiu en Rhosa als ik me niet vergis.Al vind ik de dag en tijdstip maar enorm vaag" zei ik mijn mening en steek het laatste beetje voedsel op mijn bord in mijn mond en kauw er dan zorgvuldig op. Afwachten op een reactie van één van de twee.
    .


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Zu’Salgan
    • • •


    “En uiteindelijk zijn wij het altijd die jouw troep op mogen ruimen omdat het uiteindelijk toch dood is,” riep meneertje Xaime naar Ian, een boze ondertoon. Zo zo, die heeft nog best pit, ik had niet gedacht dat hij dat in zich had – bedacht Sal zich. Hij vermeldde er echter niets op, met een vermakelijke, maar nors gezichtsuitdrukking keek hij toe naar de twee idioten. De één met wat meer verstand dan de ander. “Volgende keer mag je, je eigen troep opruimen terwijl wij alvast gaan eten. Want dit gepruts van jou ben ik meer dan zat. Ik hoop voor jou dat het je lukt om je eigen troep op te ruimen anders krijgt Bran ervan te horen dat jij blijkbaar liever de kantjes ervan af loopt, dan je werk goed te doen.”
          “Hey, rustig aan brompot – je begint zo direct op mij te lijken.” Sal hield een korte pauze ertussen om een grijns op zijn gezicht te laten spelen. “Nu weet ik wel dat ik –” Hij werd onderbroken door Ian, waardoor hij momenteel vreselijk veel moeite voor moest doen deze niet te meppen.
          “Twee zeurkousen die de bokkenpruik op hebben, fijn – daar ben ik dus mooi klaar mee.” Murmelde hij, waarna hij zich snel omdraaide en weg beende, bang dat hij weer een uitstorting zal krijgen.
          “Rot maar op dan Ian, ga wat nuttigs doen en melk de koeien!” gooide Sal er nog achteraan, waarna hij rechtsomkeert maakte en weg wilde lopen. Bijna bij de ingang ziet hij echter een meid, een roodharige jonge vrouw die niet voor hem scheen te komen.
          “Qiane, mijn roodharige schatje,” vermeldde hij daarom expres, wetende dat ze voor het groentje kwam. “geef me een kus!” Hij tuitte zijn lippen al en liep met uitgestoken armen naar haar toe, waarna hij uiteindelijk toch z’n oude norse blik weer terug kwam bij het zien van haar bloedneus.
    “Wat voor kluns ben je weer niet geweest?”


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    • • | Mallica | • •




          Vince lijkt een beetje onrustig te worden van het feit dat ik, sinds hij naast me kwam lopen, nog geen woord heb gezegd. Het irriteert hem, dat zie ik, maar hij blijft er rustig onder. Relatief rustig natuurlijk. Daarbij komt dat hij er toch een beetje begrip voor lijkt te hebben dat ik mijn dagen hardnekkig zwijgend doorbrengen. Er zijn al andere situaties geweest, situaties waarin ik me bijna schaamde omdat ik amper een woord over mijn lippen kreeg. Er blijft misschien niet meer veel over van de persoonlijkheid die ik was toen ik hier toekwam, maar het greintje dat er de dag van vandaag nog is, is vastberaden om zich aan zijn pricipes vast te klampen. Hard, als het nodig is. Ik ondervind echter ook dat ik soms moet zoeken naar woorden, als ik dan eens besloten heb om misschien toch mijn mond open te doen. Volgens mij is praten, spreken, sociaal contact hebben, helemaal niet zoals fietsen. Je verleert het verdomd snel.
          Over Vince gesproken, niet dat ik hem echt ken, niet persoonlijk althans, hij lijkt me wel een enthousiast ventje. Hij werkt blijkbaar graag, kan geen seconde stilzitten en zoekt overal naar bezighoudingstherapie. Het besef sijpelt langzaamaan mijn hoofd binnen dat hij en ik eigenlijk niet zoveel verschillen, in de kern. Mijn leven bestaat uit dezelfde 'doelen', maar mijn manier van doen is zowat het tegenovergestelde. Natuurlijk duw ik die gedachte zo snel mogelijk, zo ver mogelijk weg. Geen raakvlakken opmerken óf creëren. Dat maakt het zoveel makkelijker om afstand te houden. Ik ben een individu en dat blijf ik ook, ik ben een individu, onafhankelijk, en dat blijf ik ook. Het is de grootste zever die ik mezelf kan wijsmaken, maar ik hou me eraan vast. Het helpt, dus waarom zou ik het laten varen.
          Terwijl ik met mondjesmaat wat van de inhoud van mijn bord opeet, zie ik Wren op ons aflopen. Gedaan met een beetje geknik van mijn kant en het vrolijke gebabbel van Vince aan zijn kant. Ik kan nooit zo goed hoogte krijgen van die gast. Is hij serieus? Schuilt er geen enorme berg sarcasme onder die ijslaag van dure woorden en beschaving? Misschien was dat ook wel een van de redenen waarom ik zo weinig mogelijk onder de mensen kwam. Om mezelf te beschermen. Om mezelf te beschermen tegen het uitlachen. 'Kijk, wat een slapjanus. En haar ogen staan zo dicht bij elkaar.' – 'Ja, en als ze haar mond opendoet komt er niets dan onzin en een stinkadem uit.' Bij de gedachte alleen al krimp ik ineen en dat bevestigd me nog maar eens dat ik een goede beslissing genomen heb om mezelf af te zonderen.
          'Wat heb je nu weer met je handen gedaan?' Dat is dus exact wat ik bedoel? Is dat serieus, sarcastisch of een andere manier van spreken die ik niet ken? Moet ik zoeken naar een onderliggende betekenis? Zo ook met zijn knikje, toen hij ging zitten. Maar hoogswaarschijnlijk ben ik gewoon paranoia aan het worden en zoek ik overal teveel achter. Ik ontdek dat consant argwaan voelen best lastig is, vooral als het weken geleden is dat je in zo'n hoop mensen terechtkomt. Als Vince niet naast me was komen zitten, had ik me waarschijnlijk ergens verstopt. Voordat hij antwoord, veegt Vince zijn mondhoeken schoon. 'Koppige ik weigerde handschoenen te dragen,' zei hij half grijnzend en hij stak zijn hand in de lucht om te laten zien wat daarvan het gevolg was. Ik zou hel dus niet kunnen laten naaien. Niet dat ik dat van plan was.'Daarbij mag ik morgen maar een halve dag werken, al mag ik van Mallica wel met haar helpen,' ging hij verder. Even keek Vince mijn richting uit, op zoek naar bevestiging. Ik had hem niets meer te bieden dan een miniem knikje en een ietwat neutrale blik. 'Heb je de nieuwe trouwens gezien? Ik was te druk bezig met te zorgen dat ik niet van een dak viel om te komen kijken.' Wrens stem klinkt hard in vergelijking met die van Vince. Onaangenaam. Al kan het ook wel aan mij liggen. Of aan Vince en als dat het geval is, dan moet ik zien dat ik hier weg ben, voordat ik de twee jongens echt ga vergelijken en een voorkeur ga hebben. Dat zou betekenen dat ik een van de twee leuker vind dan de andere. Dat zou betekenen dat ik me aan het hechten ben, als is het maar in die kleine mate. 'Ik kon een blik van haar opvangen, de Greeny is een meisje. Wat jonger dan ik, waarschijnlijk Mallica haar leeftijd. Ze zit bij Tiu en Rhosa als ik me niet vergis. Al vind ik de dag en tijdstip maar enorm vaag.' Zachtjes knik ik. Hij heeft gelijken niemand van ons lijkt te weten wat dat betekent.


    Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28

    BRAN
    KING OF THE GLADE


    Geheel automatisch merk ik dat het gezicht van Charlie in mijn gedachten weet te verschijnen, als een foto welke lang geleden is gemaakt op een moment dat zo veel beter was dan het moment nu. We staan gezamenlijk voor de Maze –– wij met z’n tweeën, zij aan zij –– en glimlachen door de vele gevaren welke ons staan te wachten bij het uitvoeren van onze taak. Maar nadenken over deze elementen deden we niet. We hadden het veel te druk met genieten van het leven en de adrenaline welke het ons schonk op de momenten dat we de dood even in de ogen keken.
          ‘Ik snap het gewoon niet. . . Ik ben zo’n beetje de meest hopeloze persoon die hier rond loopt. Hoe kan het dat je door mij hoop krijgt? Het spijt me, Bran. Ik heb echt een verschrikkelijke dag achter de rug. Misschien is het beter als ik eens vroeg ga slapen en dat alles morgen weer goed komt. . .’
          Knipperend om de herinneringen aan Charlie uit mijn gedachten te halen, kijk ik op zij naar Jemima –– waardoor ik de gaten krijg dat ze inmiddels als is op gestaan en de handen aan het af kloppen is. De ondertoon van haar zachte stem vertelde me dat ze lang niet zou gaan slapen, iets wat we samen deelden. Echter, ik kon haar er niet op aan spreken doordat ze me meer dan eens heeft verteld wat voor nachtmerries ze ’s nachts heeft nadat ze de Changing is doorgaan. Het idee dat ik alsmaar meer nachtmerries zou gaan krijgen wanneer ik zelf een Changing zou doorgaan, was iets wat me compleet verlamd maakte van angst. Hierdoor schonk ik er geen aandacht aan en had ik besloten enkel en alleen gedurende de dag op Jemima te letten.
          ‘Het gaat ook goed komen, Jemmie. Dat beloof ik je, werkelijk. Ik zal er voor gaan zorgen dat alles goed gaat komen en we weer terug kunnen naar huis.’
          Glimlachend kijk ik voor een laatste maal omhoog naar Jemima, waarna ik mezelf tevens omhoog hijs en mijn handen in de zakken van mijn versleten broek laat glijden. Ik zou op dit moment eigenlijk naar de nieuweling –– Elefteria –– moeten, maar ik kon me er simpelweg niet toe zetten. Ik wilde haar niet vertellen waar ze terecht was gekomen en wat er met haar zou kunnen gebeuren als ze niet op zou letten. Ik wilde haar niet vertellen dat ik mijn broertje ben verloren in de Maze en dat hij nooit of te nimmer terug zou gaan komen om met me te lachen en te kletsen.
          Met een langzame pas verplaats ik mezelf naar een ander gedeelte van de grote muren –– Jemima de mogelijkheid gevend om haar eigen weg te gaan in plaats van haar achter de vodden te zitten. Uiteindelijk blijf ik staan bij het gedeelte van de muren welke ’s ochtends open gaan om de Runners door te laten, welke op dit moment veilig zijn gesloten.
          ‘Hé, Charlie.’ Mijn stem breekt bij zijn naam en al snel voel ik enkele tranen over mijn wangen rollen, welke blijven steken in mijn lichte stoppelbaard. Verslagen laat ik mezelf op mijn knieën zakken, waarbij ik mijn ene schouder tegen de muur aan laat leunen. Mijn kijkers zinken automatisch dicht wanneer ik mijn vingertoppen in de gleuf tussen de muren laat glijden –– om maar in contact te staan met mijn broertje. Al snel zink ik weg in een lichte slaap, waarbij ik voor de eerste keer in vijf dagen niet wordt gestoord door mijn nachtmerries.


    Vanaf nu mogen er posts geplaats worden in de volgende ochtend.


    Skipp (Tiu)



    Terwijl ik ontwaakte kwamm ik steeds meer tot het besef dat ik straks de Maze weer in moest. Klonk het raar als ik vertelde dat ik het steeds enger begon te vinden. In het begin vond ik het wel spannend, maar nu ik er langer en langer in zat werd het enger dan dat ik het in het begin vond. Misschien omdat alles kleiner is geworden en de Grievers waarschijnlijk ook dichterbij kwamen.
    Een rilling trok over mijn rug en ik kwam overeind, zodat ik rechtop zat. Ik keek vooruit en vouwde mijn handen even ineen.
    "Je moet niet zoveel nadenken, Tiu..." sprak ik mezelf toe en ik stond op. Ik keek even rond en rekte me uit. Ik zag Bran nergens. Ik zou hem zo herkennen, maar niemand die ik zie lijkt op Bran. Ik vroeg me af of hij gisteravond nog terug was gekomen. Ik had hem nergens gezien namelijk. Ik haalde beiden handen even over mijn gezicht en ik besloot hem maar te gaan zoeken. Hij wilde niet het ontbijt missen, neem ik aan.
    Ik keek nog even naar de andere Gladers, waarvan de meeste nog lagen te slapen en ik liep toen bij de homestead vandaan om Bran te gaan zoeken.
    Het had een tijd geduurd (en ik was ook de hele glade wel af gegaan) tot ik Bran uiteindelijk bij de muur had gevonden. Ik snelde naar hem toe terwijl ik op mijn hurken voor hem ging zitten.
    "Bran?" vroeg ik zachtjes terwijl ik zijn pols vastnam en hem hier even aan schudde. "Bran, alles goed?" vroeg ik toen wat harder en ik schudde hem weer zacht. Ik keek omhoog, langs de muur naar boven en richtte mijn blik toen weer op Bran. Ik checkte zijn lichaam even snel op verwondingen, maar deze leek hij niet te hebben, dus dat stelde mij al snel weer gerust. Zachtjes schudde ik hem nog een keer.

    [ bericht aangepast op 12 okt 2014 - 19:31 ]


    Ich liebe dich 27.12.23

    BRAN
    KING OF THE GLADE


    Alhoewel ik mezelf er voor de volle honderd procent van bewust ben dat dit een droom is, zou ik mijn leven er voor willen geven dat het daadwerkelijk Charlie is welke mijn naam enkele malen noemt. Wanneer ik een warme hand rondom mijn pols voel, open ik verward mijn kijkers en knijp ze direct daarna even dicht voor het zwakke ochtendlicht. Langzaam merk ik dat het gezicht van Charlie aan het vervagen is en dat het Skipp is welke mijn naam noemt en me hiermee doet ontwaken.
          Geheel versuft kijk ik rondom me, waardoor ik merk dat ik voor de deuren van de Maze in slaap ben gevallen –– wat er toe heeft geleid dat al mijn botten en spieren op dit moment pijnlijk zeuren en schreeuwen om wat beweging. Direct daarna komen de herinneringen naar boven van de voorgaande avond; de nieuweling, Jemima welke boos weg is gelopen. . . Mijn kaken wordt licht rood wanneer ik mezelf bedenk dat ik me alles behalve heb gedragen als een ware leider. Wat dachten de rest van de Gladers wel niet als ze te horen kregen dat ik voor de gemakkelijke uitweg heb gekozen en voor de deuren van de Maze in slaap ben gevallen?
          ‘Bran, alles goed?’ Mijn concentratie wordt weer op Skipp gericht, waardoor ik al snel zijn ietwat bezorgde gezichtsuitdrukking op merk. Snel haal ik een hand door mijn haren en glimlach licht –– als er iemand was die ik niet bezorgd zou willen maken, dan was het Skipp.
          ‘Ja. Ja, het gaat goed. Ben gisteren in slaap gevallen, zware avond.’ Mijn stem is hees en schrapend, waardoor ik een aantal malen hoest en mijn ledematen strek om de zeurende pijn te laten verdwijnen. ‘Het spijt me, Tiu. Ik had naar Elefteria moeten komen. Ik weet dat je het niet leuk vindt om voor de nieuwelingen te zorgen. . . Je hebt haar hopelijk laten slapen in mijn kamer? Dan kan ik er zo naartoe, aangezien jij toch. . .’ Mijn laatste woorden worden versterkt wanneer de deuren van de Maze achter me krakend en langzaam in beweging komen, waardoor ik snel wat naar voren krabbel om niet naar achteren te vallen.
          Wanneer ik naar achteren kijk, loopt er vrijwel direct een zachte schok langs mijn ruggengraat naar beneden –– ik haatte die plek. Zuchtend kom ik overeind en strek mezelf voor een kort moment uit. Het grootste gedeelte van de Gladers was nog in slaap, maar ze begonnen langzaam te ontwaken en ik moest mijn status als leider voor vandaag gaan herstellen.
          ‘Tiu. . . Doe voorzichtig vandaag. Wacht anders op de andere Runners?’ Met een fronsende blik kijk ik hem aan –– als de bezorgde persoon welke ik normaal gesproken was.


    Max

    Uiteindelijk werk ik mezelf toch maar overeind van de muur, loop naar de hangmatten toe en ga erin liggen. Het duurt even voor mijn oogleden zwaar worden, maar uiteindelijk val ik toch in slaap. Als ik wakker wordt lig ik op de grond. Blijkbaar uit de hangmat gevallen. "Ugh..." Ik krabbel overeind en rek me uit. Er zijn nog maar weinig mensen wakker, uiteraard. Ik haal een hand door mijn haar en loop naar de deuren van de Maze toe. Tot mijn verbazing zie ik Bran tegen de muren zitten, slapend. Skipp loopt al naar hem toe, en ik volg hem op een afstandje. Brand werd wakker en ik sloot me bij de twee aan. 'Wacht anders op de andere Runners?' hoorde ik Bran nog zeggen. Ik klopte Skipp op zijn schouder, zo ook mijn aanwezigheid aanduidend. "Maak je geen zorgen Bran. We doen dit elke dag." zei ik met een knipoog naar Bran, om hem weer een beetje gerust te stellen. Langzaam trok mijn zicht langs de muren, de maze in. Ergens vond ik het enger worden, met de dag dat ik er wéér in moest. Wat als ik de weg niet meer terug kon vinden? Dat was gister al bijna gebeurd. Maar we moesten door gaan, er móest een uitweg zijn. Ik snoof gefrustreerd en schudde daarna mijn hoofd. Het moest. Er was een uitweg. Klaar. Ik draaide mijn hoofd weer richting de Glade en keek of ik Skyler al ergens zag. Ik wist dat we niet te lang meer konden wachten. We hadden echt de hele dag nodig om de Maze door te rennen. Ookal deden we allemaal één sectie. De maze was nog best groot, en je moest ook nog onthouden welke muren er waren verschoven.

    -Sorry dat ik zo lang niet gepost heb! Maar ik ben er weer!


    You got teeth like a wolf, but you cry like a sheep

    Elefteria



    Langzaam open ik mijn ogen, ze voelen plakkerig en vermoeid aan. Veel geslapen heb ik jammer genoeg niet. Enge geluiden, afkomstig uit de Maze, hielden me wakker. Ik herinner me nog hoe ik gisteren vanop een afstand toekeek hoe de enorme poort zich sloot. In deze omgeving is het ontzettend moeilijk te kiezen wat nu echt het meest angstaanjagend is. De majestueuze hoge muren, die ons opgesloten houden in de Glade of anderzijds de opening in die metalen muren, die ons toegang geeft tot de Maze, een gevaarlijk en eng gebied. Ik voel me tegelijk opgesloten en veilig hier in de Glade.
    Langzaam en stilletjes ga ik rechtstaan, terwijl ik onzeker om me heen kijk. Ik weet niet goed wat me te doen staat, maar zolang niemand naar me toe komt, veronderstel ik maar dat ik zelf kan kiezen wat ik doe. Nieuwsgierig stap ik het daglicht in, op deze manier heb ik het hier nog niet gezien. Gisteren was het al aan het schemeren toen ik aankwam. Op een of andere manier biedt het licht toch een geruststelling. Alles lijkt iets minder groot en gevaarlijk.
    Langzaam loop ik richting de lift waarin ik gisteren ben aangekomen. Ik herinner me nog goed hoe overweldigend alles had geleken. Alle gezichten die me zo aanstaarden, de gemene, lacherige opmerkingen,... Gelukkig waren er ook veel vriendelijke mensen.
    Rillend door de ochtendkou, sla ik mijn armen om me heen, hopend het zo wat warmer te houden. Mijn ogen gaan naar mijn lichtgetinte handen. Door dat gegeven samen met het feit dat ik het zo snel koud heb, vermoed ik dat ik uit een warm land moet komen. Hoe zit het eigenlijk met mijn ouders? Heb ik die? Vertwijfeld staar ik voor me uit. Ik mis ze... Nee, dat kan niet, ik ken ze niet. Ik mis het idee van hen. Ik mis het idee om bij iemand altijd terecht te kunnen voor een knuffel of een aardig woord.
    Met een zucht kijk ik op richting de poort. Een rilling loopt over mijn rug en deze keer niet van de kou. Ik ben enerzijds heel nieuwsgierig naar wat er in de Maze te vinden is, maar de geluiden van vannacht schrikken me zo erg af, dat ik nauwelijks in de buurt durf te komen. Twee gestalten aan de muur vallen me op, maar ik vergeet het al snel en doe geen best om ze te herkennen. Ik ken amper drie mensen hier, hoeveel kans is er dat daar iemand staat die ik ken.
    Met nog een zucht ga ik zitten naast de lift. Om een of andere reden voel ik me hier meer vertrouwd. Ik trek mijn knieën op, zodat ik mijn armen verwarmend om me heen kan slaan en staar in de verte, terwijl ik mijn hersens pijnig in de hoop iets te herinneren van voor ik mijn ogen in de lift opende.


    “To live will be an awfully big adventure.”

    Skipp (Tiu)



    Wanneer Bran ontwaakte, rondkeek en zijn hand door zijn haren haalde liet ik zijn pols los. Een opgeluchte zucht verliet mijn mond terwijl ik mezelf wat beter neerzette bij Bran.
    "Ja. Ja, het gaat goed. Ben gisteren in slaap gevallen, zware avond." Ik knikte als begrip en glimlachte even lichtjes. Ik keek weer naar de muren van de Maze, welke straks open gaan. De laatste zijde verkennen, dat was de opdracht van vandaag. Ik had Max ingelicht, maar of ik Skyler had ingelicht wist ik niet meer zo zeker. Ik zal het zo wel doen, voor de zekerheid.
    "Het spijt me, Tiu. Ik had naar Elefteria moeten komen. Ik weet dat je het niet leuk vindt om voor de nieuwelingen te zorgen. . . Je hebt haar hopelijk laten slapen in mijn kamer? Dan kan ik er zo naartoe, aangezien jij toch. . ." Bran werd afgekapt door het luide geschuif van de muren die zich beginnen te openen. Wanneer Bran wat naar voor krabbelde, krabbelde ik naar achter aangezien ik met mijn gezicht naar hem toe zat. Ik schraapte mijn keel even kort.
    "Ze ligt in jouw kamer," vertelde ik toen en kwam overeind. Bran volgde niet veel later. Ik keek langs hem heen de Maze in, vol gegroeid met klimop en het rook er muf.
    "Tiu. . . Doe voorzichtig vandaag. Wacht anders op de andere Runners?" Bran keek me aan met diezelfde bezorgde frons die hij altijd had. Ik glimlachte en legde een hand op Bran zijn schouder.
    "Je kent me toch, ik doe voorzichtig." Ik gaf een kneepje in mijn leider zijn schouder als geruststelling en liet mijn hand toen weer zakken. Ik voelde een tikje op mijn schouder welke me om deed kijken, recht in de ogen van Max. Ik begroette hem met een knikje.
    "Maak je geen zorgen Bran. We doen dit elke dag." Bij de woorden van Max knikte ik instemmend.
    "Het komt goed," zei ik vastberaden. "We zijn allemaal samen vandaag dus letten we op elkaar." Ik keek Max even aan om te peilen of hij het nog had onthouden van gister. "Waar is Skyler, ze is laat..." sprak ik toen zacht, meer in mezelf, en keek rond.

    [ bericht aangepast op 15 okt 2014 - 12:03 ]


    Ich liebe dich 27.12.23

    Zu’Salgan
    • • •


    De dag ging om, hij zag de kleuren van de lucht veranderen in het duistere zwart met een donkerblauwe gloed. Hij lag vaker buiten dan binnen, hij hield van z'n tentje – waar hij alleen in was te vinden wanneer hij wilde rusten ofwel slapen. Er waren nog enkelen die het met hem eens waren, maar nadat hij zijn eten had verorberd, was hij in een bepaalde staat dat het hem werkelijk allemaal geen flikker kon schelen wie er bij hem in de buurt was. Er waren wel eens wat stumpers geweest die tegen hem aan durfden te praten, waarbij hij het liefste hun ballen eraf wilde trekken zodat ze het nooit of te nimmer meer het lef ervoor hadden. . . Maar de regels in de Glade vermeldden dat je geen medemens pijn mag doen, behalve een zachte klap – tegen bijvoorbeeld de schouder – is helemaal niets toegestaan. Stelletje stijve harken, als je het hem vraagt. Commentaar erop is echter eveneens ontoelaatbaar, waardoor hij het liefste direct opnieuw naar Bran wil lopen om zijn zegje te doen. Dit behield hij echter moeizaam in, tot zijn vreemde teleurstelling.
          Zoals elke ochtend begon het weer met ontbijt, wat hij erdoor hamerde en haastig op weg naar zijn werk ging. Sal bleef niet graag lang in een ruimte met veel andere mensen, de drukte maakte hem soms al nors en humeurig. Het moment echter dat hij het had verlaten, zag hij een jonge vrouw eraan komen. Iemand waarvan hij maar al te graag wat meer wilde zien, hoewel het vast niet verantwoord was. . . O, godverdomme – ze hadden hem gehersenspoeld met hun regels en principes! Brommend liep hij op de dame af, wie hij meerdere malen “lastig had gevallen” met seksueel getinte opmerkingen, sommigen lomper dan de ander. Toch was het allemaal nog prima te doen, vond hij, het was niet alsof hij tot handelingen overging.
          'Hey vrouwtje van me,' besloot hij haar eens mee te begroeten, iets wat niet geheel onmiskenbaar bij hem is – gezien er barbaarse opmerkingen vaak zijn mond verlaten. De meeste personen vermijden hem dan ook het liefste, iets wat hem alleen maar toekomt, want hij vindt de meesten toch maar zeikjanussen. 'Ik weet een perfect trucje voor je om je kleding te laten passen deze keer,' grijnsde hij van oor tot oor, terwijl hij haar de weg naar de kantine versperde. 'Het enige wat je hoeft te doen is mee te gaan naar mijn tent.' Jup, hij was meerdere keren beschreven als een “ ongelikte beer “ of “ seksistisch varken “, die zich niet in kon houden. Haar reacties intrigeren hem echter regelmatig, waardoor zijn norse bui als sneeuw voor de zon verdwenen is.


    Quiet the mind, and the soul will speak.