“Kan dat ding ook gewoon eens niet afgaan.” Ze zuchtte en pakte haar mobieltje. ‘Inkomend gesprek’ stond er op het kleine schermpje. Ze bekeek de naam; ‘André Trebois’, haar collega.
“Nooit kan ik eens één dag vrij hebben hé.” Ze drukte op het groene hoorntje en hield het mobieltje tegen haar oor. “Rachel hier,” zei ze toen en moest een geeuw onderdrukken. “Wat is er Dré?”
“Ja, Rach. Je moet nú naar Carnaby street west komen. We hebben een moord; Chuck Johnson.” Rachel schoot overeind uit bed en pakte haar broek.
“Wat is de oorzaak, weet je dat al?” ze hield haar mobiel tussen haar oor en haar schouder in en begon haar broek aan te trekken.
“Hij is gestorven aan een gebroken nek. Maar die oude Chuck heeft flink wat botbreuken, dus er is meer aan de hand,” vertelde André en hij haalde zijn neus even op.
“Huil je?” Rachel stopte even met alles waarmee ze bezig was. André begon te lachen.
“Nee, ik heb een verkoudheidje. Maar kun je opschieten.” “Ja, ja ik ben onderweg!” ze hing op en schoot snel in haar blouse. Ze trok haar schoenen aan en snelde naar de eettafel. Daar pakte ze een appel uit de schaal en de sleutels van de hoek en ging de deur uit. Stapte in haar blauwe Kia Rio en startte hem. Ze drukte het gaspedaal in en vertrok naar de plek van de moord. Carnaby street west. Het huis van Chuck Johnson.
Ich liebe dich 27.12.23