Oké, ik heb een leuk spel.
Voorbeeld:
Quizletter 1: Er was eens een jongetje.
Quizletter 2: Het jongetje heette Jan.
Quizletter 3: Jan was dol op kaaskoekjes.
Enz.
Je mag maar één zin per beurt zeggen. Natuurlijk mag je wel meerdere keren een zin plaatsen, maar niet achter elkaar, dus dit mag wel:
Quizletter 1: Er was eens een jongetje.
Quizletter 2: Het jongetje heette Jan.
Quizletter 1: Jan was dol op kaaskoekjes.
En dit niet:
Quizletter 1: Er was eens een jongetje.
Quizletter 1: Het jongetje heette Jan.
Quizletter 1: Jan was dol op kaaskoekjes.
Quizletter 2: Op een dag waren de kaaskoekjes op.
Ik hoop dat jullie het een beetje begrijpen. Veel plezier en maak er een leuk verhaal van!
Zin 1: Er was eens een mooie, roze eenhoorn met paarse stippen genaamd: Adelheid.
You can only love someone... If you first love yourself.