Idrille Mila Chalant ~ 21 ~ Weerkat(tijger) ~ in haar huis
Zuchtend draaide ik me om op de bank en legde het boek over één of andere feeënwereld en diens inwoners met een plof op het bijzettafeltje neer.
Waarom was er vandaag nou nog niemand langs gekomen ?
Normaal kwam er elke dag wel iemand, een heks, een vampier, soms zelfs een jager of misschien gewoon wel een weerkat voor hulp, maar vandaag was het rustig, akelig rustig.
Met een soepelheid waar ik enorm trots op was sprong ik op en liep met wiegende heupen richting de keuken om een hapje te pakken, een salade met spekblokjes, heerlijk. Al weer op de bank neer geploft zette ik de radio aan en al snel sloot ik mijn ogen door de zwoele klanken van de muziek die door het huis heen golfden. Ik had niets te klagen, ik woon heerlijk hier, ik kan mezelf goed onderhouden, ik geniet alle rust en had het respect dat ik verdiende.
Maar diep in mijn hart was een ijzig brok ontstaan jegens mijn mede weerkatten, puur omdat ze enkel toe keken hoe twee soortgenoten mijn ouders dood hadden laten gaan.
Er was geen ander excuus, zij hadden mijn ouders laten sterven terwijl er gewoon nog genoeg tijd was om ze te redden.
En ik weet het, ik was erbij, maar ik had toen nog niet de kennis om ze te helpen.
Kennis die ik nu wel bezat.
En als er een manier was om terug in de tijd te gaan om het ongedaan te maken, had ik dat zo gedaan, met alle gevolgen van dien.
Er werd op de deur geklopt en met een dierlijke grauw duwde ik me weer van de bank af, mijn speksalade wegzettend liep ik behoedzaam op de deur af.
“Mila schat, ben je daar ?”
De woede die ik net nog in mezelf had voelen woelen ebde weg toen ik opendeed voor mijn beste vriendin, wier een heks was. “Analeigh, leuk dat je even langskomt.” En ik liet haar binnen waarna ze in haar volle gemak neerplofte op de bank waar ik al snel naast haar kwam zitten.
“Ben je gevolgd ?” Niet dat het me veel uit zou maken en ergens zou het me misschien wel helpen om verbannen te worden, maar alleen dit huis hield me nog hier, dicht bij mijn ouders.
Ze schudde haar hoofd. “Nee, je weet dat ik daar zo mijn trucjes voor heb.”
Ze grijnsde speels terwijl ze even in haar vingers knipte en mijn bak met salade omhoog vloog.
“Hhmm…best veel spek, een saaie dag dus ?”
Ik haalde nonchalant mijn schouders op. “Zo kan je het ook zeggen ja, wonderlijk dat je dat aan mijn hoeveelheid spek kan merken.”
Nu lachte ze hardop. “Kom op Mila, zo moeilijk is het niet om bij jou in te schatten dat als jij je verveeld je aan de spek gaat.” Ze nam me even in zich op. “Zolang je al het vet maar goed gebruikt.”
Ik klopte op mijn buik, die strak in diens goedgevormde vorm zat, nee, daar kwam niet zo snel wat bij en anders sportte ik het er wel van af.
Maar ik ben een weertijger en weertijgers hebben nou eenmaal redelijk veel vlees nodig om te kunnen overleven.
“Je denkt nu aan vlees hè ? Je pupillen vervormden even.”
Fijn, ik had er geen zin in als ik ongemerkt mijn tijgertrekken begon te krijgen.
In mijn jeugd heb ik door die onwetendheid en loshandigheid de tijger in me complete controle gegeven over mijn lichaam, waardoor ik eindigde in het doden van drie mensen, twee bejaarden en een man van rond de 40, die alle drie zwervers bleken te zijn, maar dat was vroeger, ik was nog maar een kitten in kattenogen en voor mensenogen acht.
“Kom op meid, jij moet eventjes iets anders doen, even je gedachten op iets anders zetten.”
Ze zette haar tas op tafel. “Help mij anders hier maar even mee.”
Voor me op tafel rolden gouden, zilveren, koperen en bronzen munten over tafel terwijl Analeigh haar tas op de kop draaide.
“Hoe kom je daar allemaal aan ?”
“Zomaar gekregen van een mede heks, hij kwam naar me toe en drukte deze in mijn handen.”
Dus nam ze het zomaar aan en huppelde ze er vrolijk mee weg ?
“kom laten we het gaan tellen, daarna zien we wel wat we ermee gaan doen.”
{ Zo, gewoon mijn oude post er weer bij gepakt. }
Credendo Vides