Het raam staat nog open. Door de harde wind zwiepen de lange takken van de esdoorn naast ons huis tegen de muren. Het gekras van de ruwe takken laat het kippenvel op mijn huid verschijnen. Er gaan ontelbaar vele emoties door mij heen. Angst. Verdriet. Afschuw. Verbijstering. Ze nestelen zich over mijn hele lichaam, in mijn bloedbanen. Ze laten mijn gedachtes op hol slaan, ze laten me bevriezen. Ze laten me te veel tegelijk voelen, zo veel dat mijn hoofd ontploft. Normaal zou je duizenden sterren voorbij zien flitsen, maar ik zie niks. Ik voel alleen.
Een lauwe windvlaag bereikt mijn gezicht. Gelijk voel ik mijn lichaam ontspannen, alsof er niks aan de hand is. Nee, dit mag niet. Ik probeer mij te verzetten, maar het voelt alsof er geen bot meer in mijn lijf zit.
Voetstappen komen mijn kant op. Op de tast kruip ik naar de dichtstbijzijnde hoek van de kamer. Ik neem een diepe teug adem. Mijn stem kraakt als ik mijn mond open doe.
‘Wat wil je van me?’
De voetstappen komen vlak voor mij tot stilstand. Ik voel de druk rond mij veranderen, zijn ademhaling komt dichterbij.
‘Ik wil jou.’
Dan houdt de ademhaling op. Stilte. Vreugde. Dit hoor ik niet te voelen. Ik word helemaal gek.
[ bericht aangepast op 13 jan 2014 - 19:49 ]
"It takes ten times as long to put yourself back together as it does to fall apart."