• Een wereld, niet ver van het mensenland, maar ook niet dichtbij. Een wereld waarin veel verschillende wezens leven. Fae: Elven, gnomen, gobalds, reuzen, pixies, trollen, meerminnen, dwergen en pratende dieren. Twee rijken zijn in oorlog, het Zomerrijk en het Winterrijk.
    Een grote reden hiervan is dat de dochter van het Winterrijk en de zoon van het Zomerrijk een relatie hebben.
    In het mensenland zijn 12 jongeren die anders zijn. Zij zijn niet direct menselijk, zij kunnen namelijk de andere dementie zien en beschikken ook over een gave, afhankelijk van hun sterrenbeeld. De Fae noemen hen Sterrenkinderen. Sluiten zij zich bij het Zomerrijk aan? Of bij het Winterrijk? En zullen zij de oorlog kunnen stoppen, die niet alleen de wereld van de Fae vernietigd, maar ook de mensenwereld?




    Informatie:
    Het is verstandig hier af en toe eens te kijken, er kan namelijk informatie toegevoegd worden dat belangrijk is voor het RPG!

    - De wereld van de Fae is opgedeeld in twee rijken, Nimmernimmer (het Zomerrijk) en Tir Na Nog (het winterrijk). De twee rijken worden van elkaar gescheiden door het Wyldwoud, waar de meesten andere Fae leven.
    - Het Zomerhof vindt plaats in een kasteel midden in een bloeiend park, het Winterhof in een kasteel van steen en ijs. De kledingstijl van de Winter is victoriaans, het hof van de Zomer prefereert 'menselijke' kleding.
    - De tijd in het land van Fae lijkt stil te staan, maar dat is echter niet waar. De tijd gaat er gewoon heel erg traag. Dagen duren niet langer of korter dan die in de mensenwereld, jaren duren enkel langer.
    - Fae kunnen niet tegen ijzer, ze worden en zwak van en kunnen er dood aan gaan. Het is dan ook streng verboden in beiden rijken.
    - De koninklijke families zijn Elven. Hoewel Elven van natuur elk erg mooi zijn, zijn de koninklijke Elven nóg mooier. Uiteraard hebben de koning van de Winter en de koningin van de Zomer een hekel aan elkaar.
    - Fae gebruiken geen achternamen! Velen van hen hebben ze wel, maar omdat de bekentenis van de volledige naam van een Fae gevaarlijk kan zijn, gebruiken ze die eigenlijk niet.
    - De poorten naar de Faewereld bevinden zich op plaatsen waar veel hoop en emoties zijn. Ze zijn onder andere te vinden in de kledingkast van kinderkamers, onder het bed van kleine kinderen of in discotheken. Enkel Elven en Sterrenkinderen kunnen de poort oversteken. Andere wezens die naar de gewone wereld of terug willen (om bijvoorbeeld kinderen te stelen) hebben toestemming nodig van de heerser van hun rijk.
    - Fae zijn erg gesteld op regels, etiquette en beloftes. Je kunt een Fae niet zomaar bedanken zonder bij hen in de schuld te staan.
    - De Winterprinses is gevangen genomen in het Zomerrijk en de Zomerprins is gevangen genomen in het Winterrijk. Door middel van brieven, telekinese en magische bellen waardoor ze kunnen ‘videochatten’ communiceren ze met elkaar.
    - De koningin van de Zomer heeft net als haar zoon de macht van de zomer en de lente en de Winterkoning heeft net als zijn dochter de kracht van de winter en herfst. Dit geldt voor alle koninklijke Fae. Iedere Fae heeft de kracht van de onzichtbaarheid, sommige kunnen enkel nog iets kleins meer, zoals het laten bloeien van planten, bevriezen e.d.
    - Gaven van de Sterrenbeelden:
    Ram (21 maart t/m 20 april): Snelheid.
    (bondgenoten: Stier, Tweeling, Weegschaal en Schorpioen)
    Stier (21 april t/m 21 mei): Communicatie met alle wezens.
    (bondgenoten: Tweelingen, Weegschaal, Schorpioen en Steenbok)
    Tweeling (22 mi t/m 21 juni): Dubbleren.
    (bondgenoten: Vissen, Boogschutter, Maagd, Stier en Kreeft)
    Kreeft (22 juni t/m 22 juli): Creativiteit.
    (bondgenoten: Waterman, Vissen, Tweelingen, Schorpioen)
    Leeuw (23 juli t/m 23 augustus): Vuur.
    (bondgenoten: Kreeft, Schorpioen en Stier)
    Weegschaal (23 september t/m 22 oktober): Evenwicht.
    (bondgenoten: Ram, Stier, Tweelingen en Waterman)
    Schorpioen (23 oktober t/m 21 november): Energie.
    (bondgenoten: Vissen, Stier, Ram en Leeuw)
    Boogschutter (22 november t/m 21 december): Jacht.
    (bondgenoten: Stier, Maagd, Tweeling en Ram)
    Steenbok (22 december t/m 20 januari): Aarde.
    (bondgenoten: Stier, Leeuw, Weegschaal en Schorpioen)
    Waterman (21 januari t/m 19 februari): Water.
    (bondgenoten: Kreeft, Tweeling, Ram en Weegschaal)
    Maagd (24 augustus t/m 22 september): Lucht.
    (bondgenoten: Vissen, Tweeling en Boogschutter)
    Vissen (20 februari t/m 20 maart): Camouflage.
    (bondgenoten: Kreeft, Maagd, Schorpioen en Waterman)


    Rollen:
    Sterrenkinderen:
    Sterrebeeld + kracht (zie informatie):
    Naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Extra:

    Fae (Elven + andere wezens):
    Soort:
    Rijk:
    Naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Extra:


    Zomerhof:
    - Koningin: Koningin Maeryn - xLout 1,7
    - Prins: Prins Caleb - BarnOwl Troonopvolger 1,1
    - Elf: Robin Jr. 'Puck' Goodfellow - Beschermer van de koninklijke familie - LyraPhoenix 1,2
    - Elf: June - Persoonlijke dienstmeid van de koningin - Pebble 1,4

    Winterhof:
    - Koning: Koning Egbon - DreamerN 1,5
    - Prinses: Prinses Aleeha - Pebble Troonopvolgster 1,1
    - Prinses: Prinses Akiria - Raccoon 1,2
    - Prins: Prins Jonathan - VladiFerr 1,6

    Overige wezens:
    - Draak: Zalúr Seránde - Paddo 1,1
    - Meermin: Safrina - horseslover6 1,5
    - Feniks: Azara Nuri - geleninja 1,8

    Sterrenkinderen:
    Waterman: Brooke Aurora - Water - CrazyGirlxx 1,2
    Schorpioen: Alesis Cala West - Energie - xLout 1,5
    Vissen: Thomas Aiden Duncan - Camouflage - Raccoon 1,2
    Tweeling: Jacè Larkin - Dubbleren - Paddo
    Maagd: Olivia Era Larkin - Lucht - VladiFerr
    Stier: Damianne Stravos Communicatie met dieren - BarnOwl 1,1
    Boogschutter: Kyra Crassins - Jacht - Paddo 1,1
    Steenbok: Liam Jayden Dumondt - Aarde - Raccoon 1,5
    Weegschaal: Ashton 'Ash' George Callaghan - Evenwicht - Pebble 1,5
    Ram: Eagon Flynn Cleveland - Snelheid - xLout 1,3
    Leeuw: Rhys Eldur - Vuur - GilGalad 1,1
    Kreeft: Elizabeth Moore - Creativiteit - JustLovegood 1,1

    Regels:

    - +/- 7 regels per post!
    - Max. 3 personages per persoon.
    - Geen Mary-Sue's of Gary-Stu's
    - 16+ mag, maar houdt het netjes!
    - Schelden is toegestaan, maar alleen in personage!
    - Naamsveranderingen doorgeven!
    - Minstens 1 keer per week reageren.
    - OOC zo aanduiden: [] {} ()
    - Reserveringen blijven 24 uur staan!


    Begin:
    Het is de dag van Elysium, een groot feest dat gehouden wordt ter ere van de seizoenswisseling. Dit keer wordt het gehouden in het Winterrijk, waardoor het ook in de mensenwereld herfst wordt.
    In het Winterrijk worden grote voorbereidingen gehouden, terwijl in het Zomerrijk het tamelijk rustig is, behalve in het hof. Daar maken de koningin en de prins zich klaar, samen met hun directe hofhouding, om naar het Winterrijk te vertrekken. Op het Elysium bespreken de koning en de koningin de overeenkomsten van de wapenstand en is het de traditie voor de kroonprins en -prinses om samen te dansen.
    Tegelijkertijd komen in de mensenwereld de Sterrenkinderen achter hun gave en vinden ze langzaamaan hun weg naar de wereld van Fae. Zes van hen komen aan aan de kant van de zomer, zes aan de kant van de winter. Ze komen aan bij het Winterrijk tijdens Elysium, na de dans van prins Caleb en prinses Aleeha. Dit brengt een grote oproer met zich mee en aan het eind van Elysium gaan de zes kinderen die mee zouden gaan naar Zomer, mee naar zomer.
    Tijdens de oproer zullen prins Caleb en prinses Aleeha weg sluipen, maar worden ze achtervolgd. Bij de tijd dat ze terug willen gaan naar het feest, zal Aleeha mee genomen worden door een aantal ridders van het Zomerrijk en Caleb door een aantal ridders van het Winterrijk. Dit zal de uiteindelijke druppel zijn voor de oorlog.
    In de spoiler hieronder vindt je wie waar terecht komt:

    Zomer:
    - Steenbok, Liam
    - Leeuw, Rhys
    - Ram, Eagon
    - Maagd, Olivia
    - Stier, Damianne
    - Kreeft, Elizabth
    Winter:
    - Tweeling, Jáce
    - Vissen, Thomas
    - Weegschaal, Ash
    - Waterman, Brooke
    - Schorpioen, Alesis
    - Booschutter, Kyra




    Based on the books of Julie Kagawa.

    [ bericht aangepast op 13 feb 2014 - 22:26 ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Koningin Maeryn – Zomerrijk

    ‘Maeryn,’ zei hij. Zijn stem was kil als ijs in koude decembermaanden. ‘Welkom aan het winterhof.’ Het toneelstuk liep verder waarbij hij duidelijk liet merken dat ik degene was, wiens angst liet overheersen. Ik voelde de winter naderen, ik rook de sneeuw en het ijs rond het hof hangen. Vroeger had ik nog gehouden van de winter, nu haatte ik het enkel. Een meisje, liep mijn blikveld in. Ze kwam naast haar vader staan en keek mij aan. Snel maakte ze een buiginkje, ‘Welkom in het winterrijk,’ zei ze vriendelijk. Ik wist dat ze het nooit zou menen, ik had het nooit gemeend maar haar toneelspel was goed, zoveel beter dan die van mij. Voor ik mijn mond open kon doen, stond daar de prins van het winterrijk. Ze zeiden dat hij zoveel op zijn moeder leek, ik vond niets waar. Hij leek op zijn vader. Dezelfde ijskoude ogen sneden door me heen. Het leek of het laatste restje zomer dat ik in mijn lichaam had, verdween. Bevroren tot de zomer weer kwam. Hij knikte naar zijn vader, ‘Vader,’ begroette hij hem. Het klonk nors, alsof hij het resultaat was van jarenlange vergetelheid. Toen keek hij mij aan, ‘Koningin,’ zei hij. Waar hij zijn vader had begroet nors klonk, klonk zijn begroeting ronduit schandelijk. Alsof ik een insect was en hij een beter wezen. ‘Altijd leuk om u te zien.’ Oh de ironie, dacht ik en keek naar de twee kinderen naast Egbon. ‘Dank jullie wel,’ zei ik, en probeerde mijn stem zo kil mogelijk te houden. ‘Waar is uw oudste dochter?’ vroeg ik Egbon langzaam. Waar mijn zoon gebleven was, wist ik ook niet.

    Sorry, ik dacht dat ik gelezen was dat er een tijdsprong zou zijn.... hehe


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Prinses Aleeha. II Winterhof. - outfit.
    Akiria keek me met een oprechte glimlach aan. 'Ik vind het echt geweldig,' zei ze gemeend, waarna ze op stond zodat ik plaats kon nemen aan de kaptafel. Ze haalde een borstel door mijn haar, waarna ze er een soort van waterval vlecht in maakte. Toen ze klaar was met mijn haar liet ze haar vingers over mijn wang glijden, zodat mijn ijsblauwe ogen naar de spiegel verplaatsten. 'Hopelijk vind je het mooi,' zei ze zacht, terwijl ik naar haar glimlachte vanuit de spiegel. 'Het is prachtig,' glimlachte ik haar toe, voor een Phooka ons kwam melden dat vader ons verwachtte beneden.
    'Ik moet mijn jurk nog aan. Ik zie je beneden wel weer,' vertelde Aki me, waarna ze naar haar eigen kamer vertrok. Ook ik baande me een weg naar mijn slaapvertrek, waar ik toch voor een andere jurk koos. De dieprode kleur van de jurk stak goed af bij de kleur van mijn haar en mijn bleke huid. Met mijn magie maakte ik er een paar ijsvlokjes aan vast, waardoor het leek alsof de jurk afgezet was met sprankelende diamanten. Doordat ik de hele tijd zenuwachtig op mijn lippen had gebeten, hadden deze een bloedrode kleur gekregen, wat goed bij mijn jurk paste. Ik trok nog snel mijn van ijs gemaakte muiltjes aan voor ik me naar beneden naar de balzaal haastte.
    Ik vloekte binnensmonds toen ik zag dat het Zomerrijk er al was, en snelde me vlug naar mijn vader toe, waar Johnathan en Akiria al stonden, net als de koningin van het Zomerrijk. 'Waar is uw oudste dochter?' hoorde ik haar nog vragen, voor ik me bij hen voegde. Ik maakte een kleine verontschuldigende buiging voor mijn vader. 'Het spijt me voor mijn late komst, vader,' sprak ik, voor ik me omdraaide naar de moeder van mijn stiekeme minnaar.
    Ook voor haar maakte ik een buiging, de stof van mijn jurk in handen nemend. 'Goedenavond, koningin. Welkom in het Winterrijk,' sprak ik haar toe, terwijl ik langzaam weer omhoog kwam en mijn stem niet te vriendelijk, maar ook niet te bot liet klinken. Hier was ik goed in, de ijsprinses zijn. Een echte dochter van haar vader, koud en emotieloos. Tenminste, voor buitenstaanders.
    Stiekem vroeg ik me af waar Caleb was, hij zou hier toch moeten zijn. Het was niet erg gebruikelijk dat hij later was dan zijn moeder om ons te groeten. Waar ben je? Je moeder staat hier en je bent er niet stuurde ik naar hem toe, mijn stem vragend en met een lichtelijk paniekerige ondertoon. Ik had me er zo op verheugd om hem weer te zien, maar waar was hij?


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Alesis Cala West

    Zijn ogen bleven op mij hangen, ik negeerde zijn blik. Na een tijd werd ik rood, hij wende zijn blik af en ik moest een beetje glimlachen. ‘Ik…Ik denk dat…Dat we daar heen moeten…’ Hij wees voor ons uit, tussen de bomen in. Ik zei niets, het gevoel van daarnet hing nog steeds in me rond, als nevel. Ik knikte maar.
    ‘Z…Zullen we dan maar?’ Hij stotterde langzaam, weer glimlachte ik. Ik keek hem even aan, het gevoel in mijn lichaam werd groter. Alsof ik een magneet was en daar mijn andere helft lag. Ik moest lachen, een andere helft klonk grappig. Op dit moment wilde ik hier weg. Ik wilde hier niet meer zijn. Ik wilde niet meer in dit bos lopen, niet wetend waar ik was, en met wie. Ik herinnerde me nu pas dat ik geen idee was wie de jongen was. Voor hij nog kon weglopen, hield ik hem tegen. Mijn hand lag voorzichtig op zijn schouder, ‘Alesis,’ zei ik en wees op mezelf. Het gevoel in mijn lichaam, dat mijn benen tot spaghetti sliertjes maakten was er ook weer. ‘Dan gaan we maar,’ zei ik en keek hem vol zelfvertrouwen aan, terwijl ik niet wist waar we heen gingen. En wat ons daar te wachten stond. Ik pakte zijn hand vast – nadat ik in mezelf had gezegd dat hij waarschijnlijk hetzelfde gevoel had als ik. Dat hij verloren en verlaten was. En trok hem met me mee, in de richting van het gevoel.


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Damianne Stavros-Stier
    'Dus jouw vrolijkheid kwam van het dier waar je mee sprak, dat is best speciaal maar niet zo erg vanwege het feit van wat jouw kracht is'
    Ik kijk hem even vaag aan, ik snap er niet echt veel van wat hij zegt maar ik besluit om er maar niet op antwoord te geven
    'Met dieren praten is inderdaad een van de 12 krachten... dat betekent dat er iets op aantocht is...'
    'Maar jouw kracht is niet voor mij bedoeld' 'Ieder kan mij duidelijk verstaan ongeacht welk ras of kracht hun bezitten.'
    'Blijf even staan waar je staat, amders kan het aardig verkeerd uitvallen voor jouw, en dat moeten we natuurlijk niet hebben'
    Ik schrik als vuur het hele veld bedekt en de draak wat begint te schreeuwen in een vreemde taal. en een paar minuten later verschijnen er andere kinderen.
    'Dat was best wel eng.' zeg ik tegen de draak en ik kijk hem aan.

    Prins Caleb || Zomerhof
    We waren aangekomen bij het winterhof ik bleef nog even buiten staan, terwijl mijn moeder naar binnen ging, ik haat het dat ik in die zaal moet zitten dat Aleeha er ook zit maar dat ik onder geen ene voorwaarden mag merken dat we wat hebben en soms is het moeilijk, na een paar minuten besluit ik dan toch naar binnen te gaan en terwijl ik richting de zaal loop waar alles zich af speelt hoor ik de stem van Aleeha in mijn hoofd wat me doet glimlachen.
    Waar ben je? Je moeder staat hier en je bent er niet hoor ik haar zeggen, ik besluit om niks terug te sturen aangezien ik er toch al bijna zei. Ik loop de zaal in en ik loop naar waar de koning en de prinses van het winterrijk zitten en mijn moeder, ik loop als eerst naar mijn moeder toe. 'Het spijt me moeder dat ik te laat ben.'
    Dan draai ik me om naar de koning om een buiging voor hem te maken dan besluit ik om hem toch maar een beetje te pesten en ik loop naar Aleeha toe ik pak haar hand maak een buiging en geef dan tegelijk ook een kusje op haar hand via mijn ooghoek kijk ik naar de koning in de hoop dat hij een reactie vertoont waar ik op wacht. 'Hallo prinses Aleeha wat zie je er prachtig uit.' zeg ik dan.

    xLout schreef:
    Alesis Cala West

    Zijn ogen bleven op mij hangen, ik negeerde zijn blik. Na een tijd werd ik rood, hij wende zijn blik af en ik moest een beetje glimlachen. ‘Ik…Ik denk dat…Dat we daar heen moeten…’ Hij wees voor ons uit, tussen de bomen in. Ik zei niets, het gevoel van daarnet hing nog steeds in me rond, als nevel. Ik knikte maar.
    ‘Z…Zullen we dan maar?’ Hij stotterde langzaam, weer glimlachte ik. Ik keek hem even aan, het gevoel in mijn lichaam werd groter. Alsof ik een magneet was en daar mijn andere helft lag. Ik moest lachen, een andere helft klonk grappig. Op dit moment wilde ik hier weg. Ik wilde hier niet meer zijn. Ik wilde niet meer in dit bos lopen, niet wetend waar ik was, en met wie. Ik herinnerde me nu pas dat ik geen idee was wie de jongen was. Voor hij nog kon weglopen, hield ik hem tegen. Mijn hand lag voorzichtig op zijn schouder, ‘Alesis,’ zei ik en wees op mezelf. Het gevoel in mijn lichaam, dat mijn benen tot spaghetti sliertjes maakten was er ook weer. ‘Dan gaan we maar,’ zei ik en keek hem vol zelfvertrouwen aan, terwijl ik niet wist waar we heen gingen. En wat ons daar te wachten stond. Ik pakte zijn hand vast – nadat ik in mezelf had gezegd dat hij waarschijnlijk hetzelfde gevoel had als ik. Dat hij verloren en verlaten was. En trok hem met me mee, in de richting van het gevoel.



    Jacé Larkin ~ Tweeling

    Voordat ik daad werkelijk weg kon lopen trok ze mij terug, mijn gezicht werd puur rood vanwege het feit dat ze mij aanraakte want haar hand bleef op mijn schouder liggen "Alesis" zegt ze waarna ze op zichzelf wijst, haar naam... Natuurlijk... Ik had de mijne ook nog niet gezegd. We hadden elkaar alleen ontmoet waarna dat vreemde gevoel op kwam dagen...
    "Dan gaan we maar," De worden kwamen half aan... Ik had mijn schild omhoog gegooid om niet pijn gedaan te worden door andere mensen. Het was een afweersysteem wat ik zelf gecreëerd had...
    Als ze mijn hand vast pakt, leek het wel alsof ik door de grond zakte, een meisje die MIJN hand pakte?! Ze trok mij mee in de richting van het gevoel...
    Maar mijn ogen bleven op onze handen zitten... Waarom zou ze ubberhoudt mijn hand vast willen pakken...
    Na een stuk gelopen te hebben, kijk ik even op, we waren aangekomen op een groot open veld, in het midden van het veld zat een draak om zich heen te kijken en daar om heen stonden meerdere kinderen...
    Waarom waren we hier naartoe gebracht?! Wat was er aan de hand? En... Waarom lijkt die draak op een illustratie van een van mijn boeken?



    Kyra Crassins ~ Boogschutter

    Het was een flinke wandeling geweest... Maar ik was uit het besneeuwde gebied... Hierdoor was de zon die op mijn huid branden een stuk warmer dan normaal.
    Mijn huid paste zich weer aan aan het klimaat waarna ik rustig verder liep, het bos waar ik door heen wandelde was gigantisch en waarschijnlijk duurde het nog wel even voordat ik daad werkelijk op die plek was met al die mensen. Mijn gevoel zei namelijk dat ik daar heen zou moeten gaan zonder enige aarzeling. Mijn ogen bleven op het bos hangen, waarna ik even rond keek. Wat voor een wereld was dit?
    Het ene moment liep ik door de hevige sneeuw heen waarna ik opeens in een zonnig gebied kwam met gras en bomen om mij heen...
    Ik schud de gedachten even van mij af waarna ik rustig door wandel, maar wel met een hand op mijn werpmessen. Voor het geval dat er opeens een gevaar tussen de bomen vandaan komt...
    Als ik bij het open veld kom, blijf ik in de schaduw van de bomen staan waarna ik leun tegen een van de bomen.
    Wat deed ik hier? En wie waren al die mensen? En vooral... Hoe kan het dat een draak bestaat?!




    Zalúr Seránde ~ Draak

    Rustig laat ik mijzelf weer op alle vier de poten vallen waarna ik de jonge dame weer even aankijk. "Dat was best wel eng" ik glimlach even waarna ik mijn kop wat dichter bij haar breng 'Wees gerust, het heeft jouw geen kwaad gedaan. Het enige wat....' ik stop midden in mijn zin als de eerste paar kinderen het veld op beginnen te lopen. Waarna er steeds meer en meer aankomen lopen.
    Langzaam haal ik mijn kop weer omhoog waarna ik ze rustig begin te tellen... Waren dit ze allemaal? Volgens mij wel...
    'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen...'
    Ik haal even een teug adem waarna ik weer verder begin te praten.
    'Zoals jullie waarschijnlijk al gemerkt hebben is er een groot verschil tussen de landschappen... Dat komt omdat er twee rijken zijn... Het winterrijk en het zomerrijk... Maar wat men niet weet... Is dat er een oorlog in de lucht hangt...'
    Ik steek mijn kop even de lucht in waarna ik een flinke teug lucht naar binnen haal.
    'En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...'
    Langzaam kijk ik even op waarna ik weer de kinderen aankijk 'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort' Ik glimlach even naar de kinderen 'Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain'
    Rustig laat ik mijn ogen langs de kinderen glijden waarna ik ze stuk voor stuk observeer.

    Eagon Flynn Cleveland
    Naast me stond Elizabeth, ik was hierheen gekomen nadat er een gevoel in me was opgekomen dat ik hierheen moest. Mijn benen deden niet wat mijn hersenen verwachtten, om het zo te zeggen. Op de open plek waar ik terecht was gekomen lag, stond een draak. 'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen...' zei hij langzaam. Ik keek hem aan met grote ogen, ik probeerde mijn verbazing te verbergen. Vroeger zou ik dit geweldig gevonden hebben, gewoon omdat het niet bestond. Maar ik begon mijn vraagtekens te zetten bij de wereld die ik kende, de wereld die ik had achtergelaten. Hij stak zijn kop in de lucht, even was ik bang dat hij zou vuurspugen. Dat ik verwoest zou worden door een immense vlammenzee, dat gebeurde niet. 'En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...' Ik keek de draak aan, en begreep er niets van. Hij sprak alsof hij de heerser was van dit universum. 'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort. Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain' Ik keek hem aan. De draak genaamd Zalúr Seránde. Wauw, ik liet mijn adem tussen mijn tanden glijden en deed een stap naar voren. Dapper keek ik hem aan, ik wilde mijn hand opsteken, maar bedacht me waardoor mijn hand zweefde tussen mijn broek en lichaam in. ‘Eagon,’ zei ik tegen de draak. ‘Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’ Ik draaide me om en liet mijn blik langs de mensen glijden, alsof ik zocht naar iemand die me kon steunen.


    Alesis Cala West
    Zijn hoofd werd rood toen ik zijn hand vastpakte, ik wende mijn blik af zodat hij niet kon zien dat de blosjes ook op mijn wangen stonden. Zijn naam had ik nog nooit gehoord, maar ik geloofde dat ik dat nog wel te horen zou krijgen, als hij daar klaar voor was.
    De open plek was overweldigend. Ik dacht aan alle sprookjes boeken die ik had gelezen, en oh, Nemo. Hij had dit prachtig gevonden. Tranen sprongen in mijn ogen, zo dat ik de draak niet zag zitten. Pas toen ik de tranen uit mijn ogen had gewreven keek ik naar de reusachtige verschijning. . 'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen...' zei hij langzaam. 'En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...' vervolgde hij. Ik bleef hem aan staren. Ik was niet meer thuis, dat besef deed me wel wat. Ik kneep wat harder in de hand die ik nog steeds krampachtig vasthield. Nemo, Nemo, Nemo, oh was jij maar hier. Dan had je wel geweten wat je doen moest. Ik niet. Nemo was degene die alles wist en deed. Mijn beste vriend was niet meer hier, bij mij. 'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort. Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain,’ ging de draak verder. Ik bleef hem aankijken, terwijl gedachten in mijn hoofd rondspookten. Fluisteringen van zijn naam, Zalúr Seránde. Een jongen deed een stap naar voren, zijn houding was zelfverzekerd, toch straalde hij wat onzekerheden uit. ‘Eagon,’ zei hij tegen de draak. ‘Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’ Mijn mond viel open, zijn moed straalde uit. Ik vergeleek hem meteen met Nemo. Maar in niets leek hij op Nemo. Hij draaide zich om en keek ons aan, alsof hij wilde dat wij hem volgden. Mijn hart was te bang om achter hem aan te gaan.

    Koningin Maeryn – Zomerrijk
    ‘Het spijt me moeder, dat ik te laat ben.’ Ik keek op, mijn zoon stond naast me. Zijn ogen twinkelden alsof hij iets van plan was. Ik glimlachte wrang naar hem en vestigde mijn blik weer op Egbon. Caleb maakt een spottende – in mijn ogen – buiging naar hem en draait zich dan naar de kroonprinses, Aleeha geloof ik dat ze heet. Hij buigt voor haar en drukt zijn lippen op haar hand. Mijn mond vouwt zich in een wrange glimlach en kijk naar de koning. Mijn zoon, zo uitdagend. ‘Hallo prinses Aleeha, wat zie je er prachtig uit,’ zegt hij dan. Ik moet nu echt lachen en kijk hem aan, vol trots. ‘Egbon, zullen we dan het feest maar beginnen,’ zeg ik en grijns naar de koning. Ik hoop dat mijn lach iets met hem doet. Dat het zijn verkilde hart laat ontdooien, desnoods van woede. Ik leg mijn hand op de schouder van mijn zoon en fluister in zijn oor: ‘Ik ben trots op je.’ Ik zwaai met mijn ellende lange wimpers naar Egbon, gooi mijn haar over mijn schouder en loop richting de koning toe. Mijn lippen zijn een paar centimeter van hem verwijderd, ‘Jouw macht betekent niets,’ fluister ik zachtjes. Zo zachtjes dat niemand behalve hem het zou kunnen horen.


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Koning Egbon ~ Winterhof

    Net toen de koningin vroeg waar mijn oudste dochter was stond ze naast me en begroette ze de zomerkoningin en op het moment dat ik haar precies hetzelfde wou vragen met betrekking tot haar zoon kwam ook hij binnen.
    “Het spijt me moeder dat ik te laat ben.” Wat ergens best vreemd was aangezien ze in het zelfde rijtuig arriveerden.
    Wat had hij uitgespookt in die tussentijd ?
    Prins Caleb maakte daarna een buiging voor mij en richtte zich tot mijn dochter Aleeha, wiens hand hij pakte en daar al een buiging bij makend een kus op drukte, maar ik maakte me niet druk want ik weet dat hij wou dat ik hem iets zou gunnen waar hij zich goed door zou voelen, dat is het spel.
    “Hallo prinses Aleeha, wat zie je er prachtig uit.”
    En ja hoor, daar zag ik zijn ogen vanuit zijn ooghoeken mijn kant op schieten en ik kon een genoegzaam lachje bijna niet onderdrukken, dacht hij daadwerkelijk dat hij me met zo'n actie eronder zou krijgen ?
    Mijn ogen gleden naar de zomerkoningin, die vol trots naar haar zoon keek, iets wat mijn geamuseerdheid nog meer aanwakkerde, die dacht natuurlijk dat deze slag gewonnen was.
    Ze richtte grijnzend haar gezicht naar mij. “Egbon, zullen we dan het feest maar beginnen.” Waarna ze haar hand op de schouder van haar zoon legde en hem iets in het oor fluisterde.
    Ja, die dachten waarschijnlijk echt dat zij de slag gewonnen hadden.
    Maar dit spel kende ik ook.
    De zomerkoningin had zich nu weer tot mij gewend en ze bewoog zich steeds dichterbij.
    “Jouw macht betekent niets.” Fluisterde ze in de buurt van mijn oor en ik kon een lach vanuit mijn keel niet ontwijken terwijl die zijn weg naar buiten vond, een diepe geamuseerde lach. “Ik weet niet of dat wel zulke wijze woorden zijn, u bevind zich inmiddels in mijn hof.” Ik verzamelde de kou uit de ruimte en legde die als een mantel om me heen. “Hoogmoed komt voor de val, Maeryn.”
    Al wist ik natuurlijk goed dat het spel begonnen was en ik was niet van plan om te verliezen.
    “Als ik zo vrij mag zijn.” En zonder aarzelen pakte ik haar hand galant vast en begeleide haar langs de lange dinertafel naar haar plek.
    Fae noemden me kil, maar ik weet best hoe je het koude winterhof een stuk warmer kan maken.


    Credendo Vides

    Prinses Akiria || Winter Fea - Outfit

    John kwam de zaal binnen met Winnie op zijn schouder. Hij liep naar ons toe en ging naast me staan. Ik glimlachte zwakjes naar mijn broer, maar algauw was deze weer verdwenen. Hij begroette vader en daarna begon hij nors tegen de koningin van het Zomerrijk.'Koningin,Altijd leuk om u te zien.' waren zijn woorden.Ik wende mijn blik even af naar de grond, maar keek weer even kort op toen John zijn arm rustig in de mijne haakte. Ik besloot zijn hand vast te nemen en ik haf er een zacht , maar bemoedigend kneepje in. ‘Dank jullie wel,’ zei ze kil en ik beet zachtjes op mijn onderlip. Waarom bestond dit gesprek alleen maar uit Kilheid? Ik kreeg er de rillingen van. ‘Waar is uw oudste dochter?’ vroeg ze vervolgens en net op dat moment kwam Aleeha binnen.'Het spijt me voor mijn late komst, vader,' zei ze verontschuldigend en ik keek haar even met een zwak glimlachje aan. Haar rode jurk stond haar werkelijk prachtig, beter dan de jurk die ik aanhad. 'Goedenavond, koningin. Welkom in het Winterrijk,' begroette ze de dame van Zomerrijk met een neutrale toon in haar stem. Het duurde dan ook niet lang of de prins van het Zomerrijk kwam binnen gelopen. 'Het spijt me moeder dat ik te laat ben.' zei hij verontschuldigend en daarna maakte hij een buiging voor onze vader. Verbaasd keek ik hem dan ook aan als hij buigt voor Aleeha en haar hand kust. 'Hallo prinses Aleeha wat zie je er prachtig uit.' had hij gezegd tegen haar. Ik was verbaasd, maar ook ietsje jaloers. ‘Egbon, zullen we dan het feest maar beginnen,’ zei de koningin uitdagend. Mijn gele kijkers richtte ik even kort op vader en daarna op John. Ik voelde me ietsje bedreigd door hun uitdagende gedag. Ik was bang dat als vader kwaad reageerde de oorlog zou gaan uitbreken. Maar tot mijn verbazing bleef vader erg kalm en speelde hij hun spelletje mee. Ik nam Johns hand wat beter vast en trok hem mee richting de diner tafel, waar ik dan plaats nam op de voor mij bestemde plaats.

    Thomas Aiden Duncan|| Vissen - Outfit

    Wat tegen de boom aanleunend keek ik zwijgend toe hoe er steeds meer mensen aan kwamen op het open veldje. Het leek wel alsof we er allemaal naartoe gezogen werden. Alleen waren deze mensen niet zoals Aleeha, geen punt oren, geen witte haren, maar 100% menselijk. Niet wetend wat te zeggen keek ik maar stil toe naar hun en ik keek dan ook op, zodra ik klapperende vleugels hoorde naderen. Vreemd genoeg was ik niet bang voor het reuzachtige wezen. Het had een warme rustgevende gloed om zich heen, maar van buiten leek het erg koud. Mijn blik gleed nog even over de elf andere mensen hier op het veldje en stilaan begon ik alles te begrijpen. Vissen, ik was het sterrenbeeld vissen en kon me camoufleren als ik wilde. Ieder van hen, had een ander sterrenbeeld. Van maagd, schorpioen ze waren hier allemaal en elk had zijn kracht. Toen de draak, genaamd Zalur begon te spreken, zijn woorden leken ook eerder verschillende raadsel die nog steeds niet beantwoord werden. Voor mij alle sinds, Aleeha die ik daarnet ontmoet had, had me al een groot deel uitgelegd. Toen de draak vroeg of we nog vragen hadden kwam er een jongen wat dichterbij. Hij leek ouder en sterker dan mij. En hij had best wel het lef om zo voor een draak te gaan staan. Maar deze draak haf me eerder een kalm dan angstig gevoel. Alsof deze draak alle antwoorden al zou weten, voor ze nog maar gesteld worden. Alsof hij zou weten wie deze oorlog zou winnen. ‘Eagon,’ stelde de jongen zich voor. ‘Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’ was zijn vraag. Iets waarop ik nu wel het antwoord wist. Voordat de draak zijn mond dan ook kon openen stond ik op en richtte me op de jongen. "We zijn in het land van de Fae, ingedeeld in een winter en zomer rijk. We zijn hier om te Fae te redden van die oorlog die zal uitbreken." zei ik luid genoeg zodat ze me allemaal zouden horen. "Dat is wat een elf me vertelde." vervolgde ik erachteraan. Zodat ze zouden weten dat ik niet aan het liegen was.


    Liam Jayden Dumondt || Steenbok - Outfit

    Samen met Brooke kwam ik aan op een open veldje, waar ook al andere mensen stonden. Ik fronste mijn wenkbrauwen en telde in tien mensen, met Brooke en ik erbij is dat in totaal twaalf. Ik schrok me dan ook rot als een vreemd wezen, lijkend op een draak neerdaalde op het open veldje. Ik probeerde mijn verbazing een beetje te verbergen, maar dit was wel erg verbazingwekkend. 'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen...' zei hij plots en ik fronste even, hij dacht toch niet dat ik gaan zou zitten vechten? Oké misschien dat liever dan opgepeuzeld gaan zitten worden door een draak, maar.... 'Zoals jullie waarschijnlijk al gemerkt hebben is er een groot verschil tussen de landschappen... Dat komt omdat er twee rijken zijn... Het winterrijk en het zomerrijk... Maar wat men niet weet... Is dat er een oorlog in de lucht hangt...'
    zei het beest en stak zijn kop dan uit. Hij was echt niet normaal groot.
    'En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...'zei hij dan weer. 'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort' stelde de draak zich dan nog voor 'Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain' ik had vele vragen, maar ik wilde ze niet stellen. Geen idee of het door gebrek aan zelfzekerheid was of gewoon omdat ik het lef er niet voor had. Een jongen, die er ouder sterker en er veel beter uitzag als ik had de moed om wel zijn mond te openen tegen de draak. ‘Eagon,’ zi hij tegen de draak. ‘Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’. Voordat de draak nog maar kon antwoorden, was er een andere stem te horen, een jongen van rond mijn leeftijd die tegen een boom geleund stond. Zijn woorden waren echter een andere samen vatting van wat de draak ons verteld had. Ik vond hem eerder een beetje een wijsneus. Vragen branden op mijn tong en ik kon het nu ook niet laten op mijn vraag te stellen. De jongen Eagon, die daarnet om hulp vroeg via zijn blik , besloot ik te steunen. Ik kwam naast hem staan en keek nu ook naar de grote zwarte draak voor me. "Ik ben Liam. Hoe moeten wij nou weten waar we heen moeten en überhaupt waarom wij moeten helpen." zei ik misschien ietsje bot, tegen de draak, maar ik vond wel dat we een antwoord moesten krijgen op die vraag.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Azara Nuri ~ Feniks

    Het had me eventjes geduurd om de grot te vinden, mijn schatten grot. Ik was er in geen eeuw geweest en ik vroeg me af of de spulletjes, die ik over de eeuwen verzameld had, er nog waren. De grot lag er het zelfde bij als toen ik er het laatst geweest was; onvindbaar voor zelfs elfen ogen en vol met schatten. Ik liep langs een grote drakenklauw en een gouden standbeeld dat ik ooit uit pure verveling uit het zomerpaleis gestolen had. Ik hoop dat koningin Maeryn daar niet nog altijd boos over was. Ik liep verder de grot in langs wapens, glazenbollen, kisten met mooie steentjes die ik van de grond op geraapt had en een olijvenboom die olijven in alle kleuren van de regenboog gaf die allemaal smaakte naar aardbei. Het verbaasde me dat die plant nog leefde want ik had hem in geen drie eeuwen water gegeven.
    Ik vond uiteindelijk de kist waarna ik op zoek was achter een schilderij van een jonge koning Egbon waar ik, toen ik een keer ruzie met hem had, snorretjes en een baard op getekend had. Egbon had het daarna willen verbranden, maar ik had het gered. Hoewel in de hoek rechtsboven een kleine beschadiging te zien was. Ik zette het schilderij op zij en opende de kist vol jurken, gewaden en sieraden. Ik vroeg me af wat ik aan zou doen. Ik wilde mensen choqueren, maar niet iedereen. Een klein groepje mensen maar die hun gezichten in de plooi moesten houden. Er verscheen een grijns op mijn gezicht. Ik wilde ze niet alleen choqueren, ik wilde een oorlog beginnen. Een klein stemmetje achterin mijn hoofd vertelde me dat ik morgen, als ik weer een andere bui had, hier heel veel spijt van ging krijgen, maar het kon me niet schelen. Uit de kist pakte ik een jurk, die ooit van de winterkoningin was geweest en die ze gedragen had op het Elisium het jaar voordat ze overleed, en een haarspeld die de zomerkoningin als trouwcadeau van haar man had gekregen (ja, die had ik ook van haar gestolen). Ik maakte mijn outfit af met simpele gouden schoentjes en een mes, met een benen heft en een ijzeren lemmet, dat ik verstopte tussen de plooien van mijn jurk.
    Ik was klaar om een feestje te crashen in het winterhof. (outfit)

    [Dit is even een voorstukje van hoe Azara naar het winterhof gaat. Ik heb niet veel tijd om te schrijven dus dat stukje doe ik later]


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.

    Rhys Eldur ~ Leeuw ~ Vuur

    Het was me niet meteen opgevallen dat er nog iemand was naast mij en Olivia, maar bij de draak stond ook een meisje zag ik later. Ik bleef nog even vol verwondering naar de draak staren en blikte toen maar om me heen naar waar Olivia was. Ze zat naast me op de grond en ik besloot om gewoon maar naast haar te gaan zitten en af te wachten. Er zou zo toch vast wel iets gebeuren? Ik hoefde niet lang te wachten. Steeds meer jongeren kwamen de open plek op gelopen. Bijna ieder van hen staarde ook verbaasd naar de draak. Toen er uiteindelijk met mezelf meegetelt twaalf jongeren stonden, begon de draak te spreken.
    'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen... Zoals jullie waarschijnlijk al gemerkt hebben is er een groot verschil tussen de landschappen... Dat komt omdat er twee rijken zijn... Het winterrijk en het zomerrijk... Maar wat men niet weet... Is dat er een oorlog in de lucht hangt... En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...' Ik luisterde aandachtig naar wat de draak te vertellen had. De oorlog verbaasde me niet eens zo zeer, Azara had daar ook over gesproken. Maar ondanks dat de draak ons wat meer verteld had, bleef veel onduidelijk voor mij. Waar kwamen die krachten vandaan die Olivia bezat en ik ook zou moeten bezitten, al had ik er nog niet veel van gemerkt. Misschien moest ik het straks eens uit gaan proberen.
    'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort. Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain,' vertelde de draak nog op het laatst waarna hij ons stuk voor stuk aankeek.
    ‘Eagon. Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’ hoorde ik iemand zeggen en ik richtte mijn blik op degene die gesproken had. Kennelijk was ik niet de enige die nog steeds vol vragen zat.
    'We zijn in het land van de Fae, ingedeeld in een winter en zomer rijk. We zijn hier om te Fae te redden van die oorlog die zal uitbreken. Dat is wat een elf me vertelde.' Een andere jongen was opgestaan en was begonnen te praten. Een deel van zijn antwoord wist ik al, hoewel ik nog steeds niet precies was wat het land van de Fae was. Maar een magisch land was het zeker, de naam alleen al maakte dat duidelijk.
    'Ik ben Liam. Hoe moeten wij nou weten waar we heen moeten en überhaupt waarom wij moeten helpen.' Nog een jongen kwam zich er mee bemoeien. Nog iemand die met vragen zat in plaats van antwoorden. Ik vroeg me serieus af waarom iedereen in dit land zo weinig leek te willen uitleggen en als ze al wat vertelden, was het zo raadselachtig vertelt dat je er alsnog maar weinig mee kon.
    Ik besloot om me er ook maar mee te bemoeien, nahja, eigenlijk eerder om nog meer vragen erin te gooien. Ik wilde weten hoe het zat met onze krachten. Hopelijk zou de draak daar nu wel een beetje duidelijk antwoord over geven, want het enige wat ik nu wilde waren antwoorden. Ik stond op en deed een paar stappen in de richting van de draak, waardoor ik ook meteen voor iedereen zichtbaar was.
    'Laat ik dan maar meteen mijn vraag stellen. Hoe zit het het onze krachten. Klopt het dat ieder hier er één heeft? Waarom?'

    Olivia Era Larkin. - Maagd, wind. outfit

    Er kwamen van alle kanten nieuwe mensen aangelopen. Rhys ging naast me zitten wat ik fijn vond. Hij was namelijk op dit moment het enige wat nog normaal leek.
    'Welkom allen... En luister goed... Jullie zijn hier gebracht met een reden en die reden is dat er een oorlog aan zit te komen... Zoals jullie waarschijnlijk al gemerkt hebben is er een groot verschil tussen de landschappen... Dat komt omdat er twee rijken zijn... Het winterrijk en het zomerrijk... Maar wat men niet weet... Is dat er een oorlog in de lucht hangt... En daarom zijn jullie gebracht naar deze wereld... Een wereld die los staat van tijd en ruimte... Maar wel voort blijft leven...' Er was een klein gilletje uit mijn mond ontsnapt toen de draak sprak. Ik probeerde te luisteren, maar mijn angst zat plaats te maken voor adrenaline.
    'Wat asociaal van mij... Ik ben Zalúr Seránde... De laatste van mijn soort. Als jullie nog vragen hebben... stel ze nu... Voordat ik terug keer naar mijn grot op de Lonely Mountain,' zei Zalúr. Aparte naam om eerlijk te zijn. Of waren alle namen apart in deze wereld?
    ‘Eagon. Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’ Ik keek op naar een jongen die had gesproken. Hij had zwarte krullen en sprekende, blauwe ogen. Het zou me niks verbazen als ik hier de jongste zou zijn.
    'We zijn in het land van de Fae, ingedeeld in een winter en zomer rijk. We zijn hier om te Fae te redden van die oorlog die zal uitbreken. Dat is wat een elf me vertelde.'
    Verbaasd keek ik naar de andere jongen. Hij had dus ook al iemand van deze wereld gezien. Net als Rhys en ik.
    'Ik ben Liam. Hoe moeten wij nou weten waar we heen moeten en überhaupt waarom wij moeten helpen.'
    Tot nu toe waren het vooral de jongend die iets zeiden. Was Jacé maar hier, hij wist wel wat ik moest doen...
    Plots staat Rhys op en als een reflex sta ik mee.
    'Laat ik dan maar meteen mijn vraag stellen. Hoe zit het met onze krachten. Klopt het dat ieder hier er één heeft? Waarom?'
    Onbewust had ik even zijn arm vastgepakt. Gewoon om er zeker van te zijn dat er niks mis zou gaan.
    'Inderdaad,' zei ik. 'Er is een paar minuten geleden een enorme wind stoot uit mijn handen gekomen! En thuis doe ik dat niet zo snel hoor.'
    Het laatste zei ik met een lichte sarcasme in mijn stem.


    "Rebellion's are build on hope"

    Zalúr Seránde ~ Draak

    ‘Eagon. Waar zijn we? Wat hebben we hier te zoeken?’
    'We zijn in het land van de Fae, ingedeeld in een winter en zomer rijk. We zijn hier om te Fae te redden van die oorlog die zal uitbreken. Dat is wat een elf me vertelde.'
    'Ik ben Liam. Hoe moeten wij nou weten waar we heen moeten en überhaupt waarom wij moeten helpen.'
    'Laat ik dan maar meteen mijn vraag stellen. Hoe zit het met onze krachten. Klopt het dat ieder hier er één heeft? Waarom?'
    'Inderdaad, Er is een paar minuten geleden een enorme wind stoot uit mijn handen gekomen! En thuis doe ik dat niet zo snel hoor.'

    Ik liet de vragen gewoon over mij heen komen, natuurlijk de kinderen zaten er vol mee... Maar ik kon ze niet allen beantwoorden... Als ik dat zou doen, zouden ze meer weten dan dat toegestaan zou zijn volgens de wetten van de oude stam... Langzaam keek ik ze allen een voor een aan waarna ik een hap lucht naar binnen liet glijden tussen mijn lippen door,
    "Inderdaad, dit is het land van Fae, een rijk dat niet ouder word, nog jonger. Dat blijft hangen in de tijd maar nog door tikt. Deze wereld is een wereld tussen tijd en ruimte, tussen dimensies in."
    Ik stopte even, dan hadden ze allen tijd om het tot zich toe te laten dringen... Maar was het wel zo slim om te vertellen wat ze wilde weten? De wetten van de oude stam hebben altijd gezegd dat men moet leren en niet moet horen van een ander...
    "En ja, jullie hebben allen een specifieke kracht, elk is anders en elk heeft zijn eigen voor en nadelen. Jullie zijn met z'n twaalfe... Van elke maand een speciaal kind, een kind met een speciale kracht, elk bedoeld voor zijn eigen doeleinde... Die krachten zijn verkregen door eeuwen oude legendes, legendes die hier jaren lang gewandeld hebben en daarna naar jullie planeet terug keerde om een rustig bestaan te leven. Vanuit daar is het door hun bloed door gestroomd naar die van jullie"
    Meer kon ik ze niet vertellen... Dan zou ik teveel gezegd hebben... Dan zou ik ze teveel informatie geven... En dan zou ik de wetten aan mijn laars lappen... De wetten die ik samen met andere van het oude ras gemaakt had...



    Kyra Crassins ~ Boogschutter

    Langzaam ging ik met mijn ogen langs de elf andere kinderen, ze waren allen verschillend van leeftijd maar hadden allen iets specifieks... Allen een andere aura, allen een verschillende kracht zoals die draak net vertelde...
    Maar wat mij het meeste dwars zat, was waarom we hier waren... Waarom waren we hier naar toe gebracht en waarom waren en kinderen bij die waarschijnlijk een oorlog niet eens zouden overleven...
    Langzaam liet ik mij van de boom afkomen waarna ik naar voren stapte... Niet voor de draak, maar richting de andere kinderen... Richting de kinderen vooral die niet gemaakt waren om te doden en te overleven in een oorlog.
    "Waarom brengen jullie dan kinderen hier heen die niet gemaakt zijn voor een oorlog? Die kinderen zullen een pijnlijke dood ondergaan, en als het al niet te erg is, zullen hun ook nog eens als het moet mensen vermoorden en dat zal altijd op hun ooglid blijven staan"
    Ik keek de groep langs waarna ik grijnsde, het was waar wat ik zei, ieder die ik gedood had kon ik nog goed voor mijn ogen halen, ieder persoon, ieder mens wat mijn wapens gevoeld had... Het bleef op je ooglid hangen en daar zal het altijd blijven voor de rest van je leven...


    Jacé Larkin ~ Tweeling

    Was het waar wat die draak had gezegd?! En.. die stem.. die kwam bekend voor... Olivia?! Ik liet de hand van het meisje los waarna ik de groep rond keek, waar was ze?! Waar was mijn zusje?! Ik weet zeker dat het haar stem was die ik hoorde!!
    Als er een meisje naar voren stapt kijk ik even op, ze had gelijk met wat ze zei... Niet iedereen hier was gemaakt voor een oorlog... Zoals mij bijvoorbeeld... Ik was niet sterk, nog slim... Ik was niet dapper... Nog moedig... Ik was iemand die het liefste wegrende en dan in een donker hoekje zich zou verstoppen...
    Maar dat weerhield mij niet om mijn zusje te zoeken! Als zij in gevaar was... Dan... Dan.. Dan zou ik alles doen!
    Mijn ogen schieten weer de groep met kinderen rond waarna ik haar aan de arm van een jongen zie hangen... Was... Was ze mij al vergeten?...
    Was ze al vergeten dat ze een broer had die... Die alles voor haar deed? Alles voor haar over had? Die... Die haar zou zoeken zelfs tot aan zijn honderdste...
    Nee... Dat was ze vast niet... Dat was ze niet... Zo was Olivia niet... Olivia was mijn zusje... Ze was alles voor mij, en ik was alles voor haar!
    Langzaam loop ik op haar af waarna ik voor haar blijf staan... We waren onder de mensen... En ondanks dat ik dan met Olivia was... Bleef ik altijd verlegen...
    "O... Olivia... H.. Hier ben ik dan" een glimlach vormt zich op mijn gezicht waarna ik haar blijf aankijken... Ik had haar eindelijk gevonden! Ik had... Had mijn zusje terug gevonden! Langzaam maar zeker vormde tranen in mijn ogen, waarna ze een voor een langs mijn wangen glijden... Mijn zusje was alles voor mij.. En soms werd het mij zelfs teveel als er wat was gebeurd met haar... En ik haar dan weer moest helpen, of moest zoeken... Of zelfs moest vechten voor haar...

    Olivia Era Larkin. - Maagd, wind. outfit

    De draak leek alles over zich heen te laten komen. Het moest vast ook vermoeiend zijn. Zoveel vragen van zoveel kinderen.
    "Inderdaad, dit is het land van Fae, een rijk dat niet ouder word, nog jonger. Dat blijft hangen in de tijd maar nog door tikt. Deze wereld is een wereld tussen tijd en ruimte, tussen dimensies in."
    Nou dat verklaarde eigenlijk al een hoop, maar of wij met zijn twaalfen nou de kracht hadden om een oorlog te stoppen?
    "En ja, jullie hebben allen een specifieke kracht, elk is anders en elk heeft zijn eigen voor en nadelen. Jullie zijn met z'n twaalfe... Van elke maand een speciaal kind, een kind met een speciale kracht, elk bedoeld voor zijn eigen doeleinde... Die krachten zijn verkregen door eeuwen oude legendes, legendes die hier jaren lang gewandeld hebben en daarna naar jullie planeet terug keerde om een rustig bestaan te leven. Vanuit daar is het door hun bloed door gestroomd naar die van jullie"
    Wacht eens even... Als ik krachten had van een voor ouder. Zou Jacé dat dan ook hebben? Jacé was de maand Tweelingen als ik me niet vergiste. Ik peinig mijn hersenen erover en hoor amper wat een ander meisje zegt. Als het woord vermoorden uit haar mond komt kijk ik verschikt op. Ik zou dat niet kunnen, nooit! Vrede was het beste wat je kon doen. Konden we deze oorlog niet uitpraten? Ik zuchtte en staarde mijn mijn sneakers. Ik kijk op als er iemand voor me stopt. Grappig, die schoenen had Jacé ook. Wacht..
    "O... Olivia... H.. Hier ben ik dan"
    Die stem. Ik keek recht op in het gezicht van Jacé.
    Tranen stonden in zijn ogen en even wist ik niet wat ik moest doen. Als een standbeeld stond ik vast aan de grond.
    'Jace!' Roep ik dan en vlieg hem om de hals. Ik klamp me stevig aan hem vast en neem een diepe teug lucht. Hij rook naar thuis.
    'Je bent er!' kwam er moeizaam over mijn lippen omdat ik een brok in mijn keel had. Ik kreeg langzamerhand ook tranen, maar die knipperde ik weg. Als er een oorlog zou komen dan moest ik leren mijn emoties te temmen. Maar dat nam niet de grote grijns op mijn gezicht weg.

    Johnathan. - prins van het winterhof. outfit

    Het kon me geen zal schelen wat het zomerrijk ons deze keer zou flikken. Ik zag heel goed wat de prins aan het doen was en het maakte me niks uit. Moeder had vroeger er altijd op gewezen dat zomer alles zou doen om ons uit te lokken. Aki knijpt zachtjes in mijn hand en trekt me dan mee. Als ze wilt gaan zitten op haar plek schuif ik de stoel iets naar achter om haar vervolgens aan te schuiven. Hoe kwaad ik ook zou zijn. Altijd zou ik beleefd blijven tegen over mijn familie. Ik ging op de plek naast haar zitten en trommelde met mijn vingers op de tafel. Als die zomer prins straks één verkeerde beweging zou maken zou ik hoogst persoonlijk zijn kop er af hakken. Het kon me niet schelen of er dan een oorlog zou komen. Ik gluurde even naar Aki ok haar stemming te peilen. Ik had het heus wel gevoeld toen we naast de prins en onze zus stonden. Een kleine steek van jaloezie. Zij kon er toch ook niks aan doen dat Aleeha nou de oudste was. Ik zuchtte, pakte haar hand en drukte er een klein kusje op om haar vervolgens een knipoog te geven.
    'Nog even en dan zijn ze weg,' fluisterde ik. 'En dan is jet eindelijk weer winter!'


    "Rebellion's are build on hope"

    [ik plaats dit stukje na de openingsdans nogmaals. Dat is iets handiger voor de verhaal lijn]

    [ bericht aangepast op 25 feb 2014 - 18:54 ]


    There is something alluring about an angel drawn to the dark side.

    Prinses Aleeha. II Winterhof. - outfit.
    Een aantal minuten nadat ik de woorden naar Caleb weggezonden had, kwam hij aanlopen. Ik zweerde dat mijn hart een slag oversloeg toen ik hem aan zag komen lopen. Hoe mooi dat hij was, daar verbaasde ik me elke keer dat ik hem zag nog over. Zijn simpele zwarte pak, die ik het liefst van zijn lichaam wilde trekken, hoe goed hij er ook in uitzag.
    Ik had moeite met het in de plooi houden van mijn gezicht toen hij naderde. 'Het spijt me moeder, dat ik te laat ben.'
    Mijn ijsblauwe kijkers volgde elke beweging die hij maakte toen hij een buiging voor mijn vader maakte en ik herkende meteen de bui waar hij in was toen hij voor me stond. Zijn warme hand greep de mijne, waarna hij er met een korte buiging een kus op drukte. Geschokt staarde ik hem aan, mijn mond viel bijna open. Ergens was ik erg geamuseerd, ik vond het heerlijk als hij in dit soort buien was, maar waar mijn vader en zijn moeder bij stonden! 'Hallo prinses Aleeha, wat zie je er prachtig uit,' zei hij toen. Binnen een seconde herstelde ik me weer waarna ik ook een kleine buiging voor hem maakte. 'Insgelijks, prins Caleb,' antwoordde ik, mijn stem zo ijzig als altijd. Ik moest toegeven, het was moeilijk om me te gedragen alsof ik hem haatte, maar ik was er in al die jaren behoorlijk goed geweest.
    Ik zag hoe de koningin met een trots gezicht wat tegen haar zoon zei, en toen iets tegen mijn vader fluisterde, waar hij gelukkig bijna niet op reageerde. Een kleine steek van trots ging door me heen, ik was blij dat mijn vader zich niet tot het niveau van die achterlijke koningin verlaagde! Hoe het kon dat haar zoon zo aardig, leuk en lief kon zijn terwijl hij door haar was opgevoed wist ik niet, maar hoe veel ik ook van haar zoon hield, aan haar had ik nog altijd een hekel. Een klein 'pff,' geluidje verliet mijn rode lippen, zo zacht dat niemand het zou horen. Chagrijnig keek ik naar de koningin, die gelukkig op dat moment naar de grote tafel geleid werd, net als Akiria en Johnathan. Dit was het moment dat Caleb en ik het Elysium zouden openen, met onze dans. Dit was het moment waar ik zo lang naar had uitgekeken!
    Ik tilde mijn bloedrode jurk aan de voorkant een klein stukje op, waarna ik Caleb afwachtend aan keek, een glimlach in mijn ijsblauwe ogen die alleen hij zou zien.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel