In gedachten liep ik langzaam door de gangen van de school. Overal hoorde ik stemmen, stemmen van leerlingen en stemmenvan leraren. Lachende en schreeuwende stemmen, alsof ze plezier hadden in school. Misschien hadden ze het ook wel en lag het gewoon aan mij, maar ik kon het me niet voorstellen. Plezier hebben in school. Dat was iets wat me al jaren geleden ontgaan was. Ik glimlachte, dat klopt, maar het was niet van harte en al helemaal niet hoe ik me voelde.
Het was altijd hetzelfde ritueel, opstaan, douchen, eten, met veel tegenzin naar school gaan, proberen te overleven en daarna weer naar huis om de rest van de dag op mijn kamer door te brengen. Alleen en in alle stilte. Het ritme op zich was fijn, het gaf me een leidraad en houvast. Ik wist wat er op me afkwam en ik kon er iets tegen doen.
Op school was het toch altijd hetzelfde, het was overleven of vernietigd worden en in dat laatste had ik maar weinig zin. Niet dat ik het niet overweegt had, alles behalve, ik had het me zovaak bedacht. Alleen had ik de moed niet om het te doen. Ik had het moed niet om een einde te maken aan mijn leven. Het leek me iets wat alleen gebruikt mocht worden als al het andere ter vergeefs was. Als ik echt geen andere mogelijkheid zag.
Maar bij die mogelijkheid was ik nog niet. De tactiek inmengen en proberen als hen te zijn werkte redelijk en als ik de façade niet meer oprecht kon houden, trok ik me terug in de mediatheek waar ik zat met de mensen die wel zichzelf waren. Die waren zoals ik, anders.
Het was niet raar om elke dag minimaal één klap te krijgen. Maar dat was nog niets vergeleken met de hele partij scheldwoorden die ik over me heen kreeg. Mij maakte het niets uit, nee, ik blijf altijd lachen en deed alsof het me niks deed. Je moest eens weten, jullie moesten allemaal eens weten.
Ik probeerde alles, echt alles om aan jullie eisen te voldoen. Ik ging met jullie mee om te voetballen, terwijl ik het de meest nutteloze sport ooit vond. Ik ging met jullie mee naar huis om iets te doen. Ik probeerde te zijn zoals jullie. Maar het was niet genoeg, het was nooit genoeg. Had ik niet alles gedaan wat jullie van mij verlangden? Ik leende jullie geld, wat ik vaak nooit meer terug zag. Ik deed mee met jullie idiote dingen en glimlachte altijd, alsof ik het echt leuk vond.
Jullie weten niet wat jullie met mij hebben gedaan. Volgens mij zijn jullie mij allang vergeten, volgens mij was ik gewoon een speeltje dat jullie hadden en ook zo behandelden. I could never be, whatyou want me to.
En het ging maar door, het bleef eindeloos doorgaan. Elke dag weer hetzelfde, jaar na jaar. Hadden jullie er nooit eens genoeg van om mij zo te vernederen en te kleineren? Dat vraag ik me echt af, was het zo leuk om telkens weer iemand kapot te maken?
Ik kwam aan en niet zo’n klein beetje ook, dat was deels mijn schuld, deels jullie schuld doordat ik alles deed om jullie vrolijk te stemmen. Dat hield ook in dat ik mee ging naar de supermarkt om eten te halen. Wat ik ook nog eens vaak voor jullie betaalde. Nee, niet betaalde, ik “trakteerde” jullie.
Dus bij de hele rij scheldwoorden die ik al over me heen kreeg kwamen er ook nog eens dingen als ‘vetzak’. Natuurlijk bleef jullie favoriete woord ‘nerd ‘, iets waar jullie maar al te graag mee strooiden. Zelfs de dikste persoon van jullie groep noemde me een vetzak, terwijl hij nog twee keer zo dik was als ik.
In het begin vond ik het niet erg om nerd genoemd te worden. Het betekende dat ik slim was, dat ik ergens in uitblonk waar jullie niet goed in waren. Maar na een tijdje sloop het woord naar binnen om me van binnenuit kapot te maken. Ik haat het woord tot op de dag van vandaag, weten jullie dat? Ik haat het woord met heel mijn hart. Ik kan het niet uitstaan als iemand mij zo noemt. Het gaat niet eens meer zo zeer om het woord, maar om de dingen die er aan vast geknoopt zitten.
Elke dag was weer een gevecht die ik met veel tegenzin aanging. Ik wilde het gewoon niet meer en op een gegeven moment was het dan ook genoeg. Ik besloot naar de sportschool te gaan, ten eerste om sterker te worden en ten tweede om af te vallen, zodat jullie me niet meer dik konden noemen.
Ik voelde me ook beter elke keer als ik van de sportschool kwam. Ik voelde me herboren en vrolijker dan ooit te voren. Het deed me echt goed om te zien dat ik iets kon bereiken. Dat ik ergens toch nog goed in was en niks te maken had met computers.
Maar ik was nog steeds onzeker over mezelf en durfde op school niks te doen. Wat zou het voor verschil maken, dacht ik altijd bij mezelf. Ik was al eens voor mezelf opgekomen, maar dat was een keer in groep 8. Ik moet wel zeggen dat de 2de helft van groep 8 voor mij een goede tijd was. Mensen waren “bang” voor me. Ik kon mezelf zijn, zonder dat ik ergens bang voor hoefde te zijn en ik kreeg zelfs als eerste uit de klas een ‘vriendinnetje’. Ik was heel trots op mezelf en voelde me ook echt goed.
Maar vanaf de eerste ging het gewoon weer verder, alsof er niks in groep 8 gebeurd was. Je kon zeggen dat ik het opgegeven had en gewoon mee ging met de dingen die jullie deden. Pas na een hele tijd getraind te hebben op de sportschool had ik genoeg zelf vertrouwen om iets te zeggen, iets te doen, tegen jullie. Ik zat toen in de 3de en had jaren van pesten achter me, voordat ik iets durfde.
Ja, jullie hadden vast nooit gedacht dat ik nog eens zou uithalen, of wel? Dat ik mijn beheersing zou verliezenen jullie een pak slaag zou geven? Maar ik deed het en het voelde goed. Wat was het een heerlijk gevoel geweest om te zien dat jullie de volgende dag minimaal één stap afstand hielden van me. Volgens mij was ik een heel lange tijd niet meer zo blij geweest.
En vanaf toen ging het ook echt beter. Jullie lieten me meer en meer met rust en ik kon omgaan met de mensen waarmee ik echt een connectie had. Ik belandde zelfs bij de club populaire mensen, iets wat ik nooit van mijn leven had durven dromen.
Ja, mijn leven heeft zich verbeterd na de 3de klas, maar ik heb er zelf om moeten vechten. Ik had geen hulp, ik had geen steun, want de mensen waarmee ik omging wisten van niks en mijn ouders wisten al helemaal niks. Ik ben altijd de vrolijke Mitchell geweest.
Maar jullie hebben me wel beschadigd. Ik heb nog steeds een hekel aan het woord nerd en af en toe zak ik weer terug in een gat waarvan ik het einde niet kan zien. Maar nu heb ik mensen om me heen en iemand die zielsveel van mij houdt. Ik laat me niet nog eens naar beneden halen.
Ik ben mezelf en niemand, echt niemand, zal daar ooit aan kunnen zitten. Diegene sla ik met net zoveel plezier naar de grond, zoals ik dat eerder met jullie heb gedaan.