"En nog wat bijzonders gevonden in die zuil?" Ik besluit even te wachten tot Rhys zijn eigen spullen zou krijgen, voor ik antwoordde. Ik doe net alsof ik nog te druk ben met mijn schoenen, terwijl ze eigenlijk allang vastzitten. Als ik zie dat er een tas naast de zuil verschijnt voor Rhys, kan ik de teleurstelling niet van mijn gezicht weren. Ik wil graag weten wat de jongen heeft en dan vooral of hij wel wapens heeft gekregen en ik niet. "Wat kleren en een drinkfles, meer niet." probeer ik zo luchtig mogelijk te antwoorden. "En jij?" als ik naar zijn nieuwe tas wijs. Die vraag lijkt hij niet eens te horen, want opeens begint hij praatjes te krijgen. "Wat doen we voor de nacht? Ik blijf sowieso liever in dit bos dan het bos aan de overkant van de rivier. Dat bos gaf me alleen maar kriebels. Hier dreigt denk ik minder gevaar". Ik opper om het idee van een hut te bouwen te noemen, maar eigenlijk heb ik daar niet zoveel zin in. Als ik overeind kom, hijs ik mijn broek weer op mijn heupen. Echter, aangezien ik het heerlijk vindt om wijde broeken te dragen, zakt de broek direct weer een stukje naar beneden, waardoor het kruis wat laag komt de hangen en de rand van mijn onderbroek erbovenuit steekt. "Ik zou ons natuurlijk een geweldig mooie hut kunnen bouwen, maar ik denk dat het daar wat te laat voor gaat worden. Misschien is het slim om vannacht in een boom te slapen. Als je dat gaat lukken.. Ik ben bang dat je je nog wel heel erg kan vergissen over dit bos. Maar eerst wil ik mijn drinkfles vullen." Zonder antwoord af te wachten, loop ik terug naar de rivier. Ik ben er zeker van dat ik af en toe schichtig achterom kijk en Rhys scherp in de gaten houdt. Als hij daadwerkelijk een wapen heeft, zal ik geen poot hebben om op te staan. Alhoewel, Rhys is gewond en ik ben zo gezond als ik weet niet wat. Misschien wordt het tijd om tussen zijn spullen te neuzen als hij slaapt. Heeft hij een wapen, dan kan ik dat afpakken en ervandoor gaan. Zo niet, dan steek ik gewoon de boom in brand waarin hij in slaapt. Ik kniel voorzichtig naast de rivier neer en zorg ervoor dat ik beide drinkflessen vul. Ik voel mijn maag knorren en heb tegelijk de neiging wat uit mijn tas te pakken en op te eten, maar ik weerhoudt me van de verleiding en laat mijn maag knorren. Wanhopig kijk ik om me heen nog op zoek naar iets om een katapult mee te maken en ook maar iets kans te maken om vlees te vangen. Ooit heb ik een boek gelezen, ja ik heb een boek gelezen, waar een jongen moest overleven in de natuur. Het was voor school, dus het boek interesseerde me niet veel, maar nu hoopte ik dat ik kon herinneren wat er ook alweer in dat boek stond. Even kruist mijn gezicht mijn evenbeeld van het water en ik schrik als ik mijn verwarde haren zie. Met een beetje water probeer ik het weer glad te strijken en terug in model te vormen. Tevreden kijk ik naar het resultaat. Je ziet er goed uit, Nathan! Voor Rhys dingen gaat denken, loop ik terug richting de lichtzuil. Voor het eerst in mijn bijzijn van Rhys steekt opnieuw de vraag bij mij op. Zouden er nog meer mensen in dit bos zijn? Vast wel, maar waarom hebben de Goden dan besloten mij zo dicht bij deze vervelende gast neer te zetten?! Konden ze me niet iets van een meisje sturen ofzo, dat was veel gezelliger! Ik voel hoe automatisch mijn wenkbrauwen op en neer gaan en ik lach bijna hardop om mijn eigen grapje. Ja, een meisje. Daar zou ik veel meer plezier aan beleven dan Rhys. Als het licht van de zuil door de bomen heen strijkt, weet ik dat ik bijna terug ben. Opeens schiet er een gedachte door mijn hoofd heen, die ik niet meer los kan laten. Opeens lijk ik te begrijpen waarom de Goden me bij Rhys hebben neergezet. Ze wilden wat plezier hebben van dit spelletje en Rhys en mij tegen elkaar uitspelen wat natuurlijk het ultieme genot! Misschien werd het wel eens tijd om aan dat plezier een hoogtepunt toe te voegen. Hoe? Nog geen idee, maar Rhys zou flink op zijn donder van mij krijgen. Puur, zodat ik zelf weer de touwtje in handen heb, zodat ik zelf de regie voer. De jongen dacht beter te zijn dan ik? Mooi niet, ik maak mijn eigen regels, mijn eigen regie. Ik ben beter dan wie dan ook en degene die anders denken, moeten maar eens een keer op hun falie krijgen. Zelfverzekerd steek ik mijn schouders naar achteren, Rhys maakt geen schijn van kans tegen mij. Mocht hij ook maar iets proberen dan zijn mijn handen het laatste wat hij zal zien!