• Een groep jonge archeologen gaan opzoek naar verborgen schatten in het regenwoud van Peru. Volgens vele verhalen en legendes, zou er diep in het regenwoud van Peru een groot geheim verborgen zijn voor de mensheid. Niemand weet precies waar de schat precies ligt, maar de jonge archeologen zijn vastberaden om er achter te komen.
    Wanneer ze per toeval onder een grote waterval doorzwemmen, ontdekken ze een grot met vreemde spullen die niet uit deze tijd komen. Ze besluiten de grot te doorzoeken en komen er al snel achter dat de grot naar een heel andere wereld leidt. Telemnar.
    Telemnar lijkt wel een paradijs in vergelijking met het regenwoud. Bloemen in allerlei kleuren, dieren die ze nog nooit eerder hebben gezien en die al lang uitgestorven waren. Goud in de rivieren en edelstenen in de rotsen.
    Maar al snel ontdekken ze dat ze niet alleen zijn. Telemnar wordt namelijk bewoond door een inheemse, Indiaanse stam die zichzelf de Tachi noemen. Zij zijn de bewaarders van het grote geheim uit het regenwoud van Peru en elk van hun staat symbool voor een ander dier en zijn kracht. De Tachi zorgen er voor dat niemand het geheim naar buiten kan brengen, met of zonder geweld.
    Wat de jonge archeologen echter niet weten, is dat het geheim best gruwelijk is. Aan de voet van de vulkaan zitten namelijk 8 moordlustige demonen opgesloten die ook de gedaante van een mens kunnen hebben. Maar wanneer er 4 weten te ontsnappen, staat hun veiligheid op het spel en moeten ze samenwerken met de Tachi om in leven te blijven en de demonen voor eens en voor altijd buiten spel te zetten.

    Regels:

    • Het liefst van al wat ervaren RPG'ers.
    • Er is een minimum van 350 woorden, ik controleer. Meer mag altijd.
    • OOC is altijd tussen haakjes, of gebruik het praattopic.
    • Schelden en 18+ is toegestaan.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden mits toestemming van de anderen.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Reserveringen blijven 48 uur staan.
    • Denk goed na voor je meedoet, geen ééndagsvliegen.
    • Max. 2 Personages per persoon.
    • Alleen Naerys maakt de topics aan.



    Rollen:
    Archeologen: [Max 5.] [Vol]
    - Lucia Grace Solomon (Lucy) - Naerys - 1,1
    - Alaia Cipriano. - Morticia - 1,15
    - Loren Rhys Harvey - Aurae - 1,1
    - Kasper Nick Weston (Kas) - BilboBaggins - 1,1
    - Davide Fabrizio Agnelli (Daf) - Malafide - 1,12

    Tachi: [Onbeperkt]
    - Lupinia Blaid The'eba. (Lupin of Teba) - VladiFerr - 1,3
    - Samira Malaika - Ubiquitous - 1,12
    - Reservatie voor Lachlan
    - Reservatie voor Barricades
    - Iolar Eryr Aquila - Stamhoofd - VladiFerr - 1,4
    - Yahto Skandar Siqa - BilboBaggins - 1,8
    - Howahkan (Khan) - Morticia - 1,16


    Demonen: [Max 4]
    - Lily Adams (A.k.a. Lilith) - Aurae - 1,2
    - Meysta Corres Linjuivi - Pwettyness - 1,16
    - Colin Waylin LeFeu (A.k.a. Lucifer) - Naerys - 1,2
    -


    Vragen mogen uiteraard altijd gesteld worden.


    Meedoen kan altijd indien je de regels goed hebt gelezen!
    Rollentopic
    Praattopic 1


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Ooh, slechte timing :'D Doordeweeks heb ik nooit veel tijd om te schrijven, maar ik ga het proberen en ja dit is obviously een mt-post.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    > Mijn topics.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Morticia schreef :
    > Mijn topics.


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    [MT]


    "Rebellion's are build on hope"

    Davide Fabrizio Agnelli, Daf.
    Met mijn allernieuwste camera die om mijn nek bengelt, stap ik met mijn hoge laarzen het modderige zand in. Mijn mouwen waren opgestroopt, omdat ik zo gokte dat het rond de 23 graden was. Het is ergens in de middag en ik mocht echt van geluk spreken dat ik hier nu in het regenwoud ben, met andere jonge archeologen, om naar verborgen schatten te zoeken in Peru. Niet iedereen kon zoiets zeggen en ik was er ook dolblij mee.
    De bruinkleurige schoudertas zat niet vol, die had ik voornamelijk meegenomen voor als wij de schatten zouden vinden, alleen een kladblok en pennen zaten erin.
    Meteen toen ik het hoorde, was mijn moeder de eerste die het kreeg te horen via de telefoon en ik dacht dat ik doof werd toen ze begon te gillen door het nieuws. Ik moest zachtjes lachen toen ik er aan terug dacht. Mijn moeder had mij altijd gesteund bij de dingen die moeilijk gingen en die ik wilde doen, ze was fantastisch. Ik zou haar op de hoogte houden, voor zover dat kon.
    Ik hoor allerlei vogels tsjilpen en de overgebleven druppels van bladeren op de grond of andere bladeren vallen. Een paar bijzonder mooie papegaaien betrapte ik en hadden mij in de gaten gekregen, waarna ze wegvlogen. Het gaf een rustgevend gevoel en terwijl ik door het regenwoud liep, de grote bladeren aan de kant streek, genoot ik van het uitzicht. Ik had de neiging om hier al mijn camera voor te gebruiken, maar ik wilde bij de les blijven en niet balen als de batterijen leeg waren en wij de schatten gevonden hadden.
    Na een paar minuten zo gelopen te hebben, zag ik een enorme brug tevoorschijn komen. Het is maar een geluk dat ik geen hoogtevrees heb, anders zou dit wel eens een probleem kunnen worden.

    Is dit goed of moet ik het veranderen?

    [ bericht aangepast op 6 okt 2013 - 21:53 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Lucia Grace Solomon "Lucy" - Archeoloog

    Ik wandelde als laatste achter de andere archeologen en liet mijn blij telkens van het pad dat we volgden afdwalen. Alles was hier daadwerkelijk prachtig, zelfs nog mooier dan ik het had voorgesteld. Bloemen in allerlei kleuren, die zo goed roken dat je ze wel zou durven plukken als ze niet giftig waren geweest. Stroompjes water die net zo helder waren als het water uit de kraan van thuis en dieren die je zelfs niet in onze dierentuinen zou kunnen vinden.
    Mijn rugzak bengelde op mijn rug maar leek, ondanks dat er toch redelijk veel in zat, niet erg zwaar. Het zat vol met de hoogstnodige dingen die een vrouw nodig kon hebben, op schoenen, elektronica en make-up na dan.
    Wanneer we een brug naderden, botste ik bijna tegen de persoon voor me op. Gelukkig kon ik het nog net verhinderen waardoor ik al mijn haar in mijn gezicht voelde kletsen. Ik keek langs de persoon naar de brug en keek de anderen aan.
    "Gaan we er over?" Vroeg ik en probeerde in te schatten hoe stevig de brug was. "Het ziet er me niet bepaald...Stevig uit." Ik had geen last van hoogtevrees, dat mocht ook niet als archeoloog aangezien je overal op en onder moest wilde je een schat kunnen ontdekken. Maar veiligheid kwam altijd op de eerste plaats en dat vergaten sommige archeologen wel eens, met de dood als gevolg.
    "Als we er over gaan, moet het één voor één. Het risico is te groot dat we anders de afgrond inzakken." Ik wandelde voorzichtig naar de brug en keek naar beneden om te kijken hoe diep het was. Het was ongeveer 25meter, misschien 30. Hoog genoeg dus om verlamd te raken of dood te zijn.
    We wisten trouwens ook niet wie deze brug had gemaakt en hoe lang ze er al hing maar zo te zien had de brug wel al wat leeftijd aan de touwen te zien. Tussen de planken waren hier en daar ook spleten waardoor ik nog meer ging twijfelen aan de betrouwbaarheid van de brug.
    Ik liet mijn hand over het touw glijden, omklemde het met mijn hand en trok er even aan. De hele brug bungelde mee maar leek verder geen krimp te geven. Misschien dat het dan toch nog stevig genoeg zou zijn.
    "Wie gaat er eerst?" Vroeg ik terwijl ik me omdraaide. "Vrijwilligers?" Een kleine uitdagende glimlach verscheen op mijn lippen. Het was altijd leuk om mensen uit te dagen, zeker als ze wel van een uitdaging hielden of zich wilden bewijzen tegenover de anderen. Benieuwd wie het deze keer zou zijn.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Lupinia Blaid The'eba. ~ Sjamaan, Tachi.

    Zwart. Alles was zwart. Het gehele dorp was afgebrand. Iolar lag dood op de grond. Net zoals Samira. De demonen zwierven rond. Hun kakelende geluiden waren te horen en zorgde voor kippenvel. Tranen stonden in mijn ogen. De geur van rottend vlees drong mijn neusgaten binnen. Toen kwam een demoon mijn kant op. Wat kon ik nog doen? Mijn strijdlust was compleet verdwenen. Ik stond daar maar en liet de demoon zijn gang gaan. En langzaam maar zeker zoog de demoon mijn geest eruit.

    Gillend kwam ik terug in de werkelijkheid. Ik sprong op en blies de wierook stokjes uit. Daarna liep ik snel naar buiten en zag dat alles er nog precies uitzag zoals ik me herinnerde.
    De kinderen rende vrolijk over de grond en lachten. Een kleine zucht ontsnapte uit mijn lippen. De demonen konden niet ontsnappen. Dat was gewoon onmogelijk. En toch knaagde er iets. Alsof er wel iets ging gebeuren, maar ik gewoon niet wist wat.
    En dat was iets wat me echt opvrat. Twee kinderen waren gestopt met spelen en ik zwaaide vrolijk naar ze. Een speelse blik was in hun ogen te zien en ze gingen ook gelijk verder met het spelletje dat ze speelde. Ikzelf moest nog wat diamanten halen uit de rivier. Één van de stomste dingen om hier te doen. Ik haatte rivieren of meertjes. Ik wist ook niet waarom. Ik liep snel terug naar binnen en greep het rietenmandje dat Samira een keer voor me had gemaakt.
    Ik zette er flink de stap in en liep het dorp uit. Het duurde al niet lang meer of ik was in het prachtige bos. Verschillende planten groeide er en apen slingerde zich van boom naar boom. Al snel kwam ik aan bij de rivier die niet al te ver lag van Met een klein metalen stukje begon ik te porren. Ik had ondertussen stevig mijn kiezen op elkaar. Ik had mijn laarzen uitgetrokken en stond nu met blote voeten in de rivier. Oh wat haatte ik dit. Toen ik genoeg diamanten had nam ik ook nog wat robijnen en smaragden mee. Daarna klom ik als een speer het water uit en dwong ik mezelf goed adem te halen. Even gleed mijn blik naar het meer dat links van me was. Telkens droomde ik daarover en het zou me niks verbazen als er binnenkort iets met dit meertje zou gaan gebeuren.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2013 - 14:42 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    Morticia schreef:
    > Mijn topics.


    kindness is never a burden.

    Loren Rhys Harvey - Archeoloog
    De natuur van Peru was werkelijk geweldig. Overal groen en nergens kon je maar een teken van de mensheid terug vinden. Tussen de planten en de bomen kon je dieren terug vinden en bloemen in de felste kleren. De lucht was er warm, maar toch vochtig, wat het dragelijk maakte. En de stilte, oh de stilte. Loren kwam er helemaal tot rust. Nergens het geclaxonneer van verkeer te horen of het geschreeuw van mensen op de straat. Maar complete rust, op de stem van de natuur na. Elke vogel die voorbijvloog maakte een ander geluid en Loren kon kikkers horen. In de verte was het geruis van een waterval te horen en de man stond bijna te trappelen om naar die te gaan zoeken. De zoektocht naar schatten lieten hem koud, nu hij hier was. De schoonheid van Peru was niet te beschrijven.
    Loren ging zo op in de natuur dat hij nauwelijks merkte dat de groep archeologen gestopt was, toen hij zowat struikelde over een rugzak. Hij rukte zijn blik los van het groen en keek naar hetgeen wat voor hun neus stond, namelijk een grote brug van planken en touwen.
    "Gaan we er over?" Vroeg Lucia en keek peinzend naar de brug. "Het ziet er me niet bepaald...Stevig uit." Loren keek om zich geen. Het zag er niet naar uit dat ze een andere optie hadden om de afgrond over te steken. Hij deed geen moeite om te kijken hoe diep een val zou zijn, want hij kon wel raden dat niemand die zou overleven, ook zonder het sterke water onderaan.
    "Ik vrees dat we geen andere keus hebben," antwoordde Loren dan ook. "Tenzij we kilometers omlopen." Dat hij daar geen zin in had zei hij er niet bij.
    "Als we er over gaan, moet het één voor één. Het risico is te groot dat we anders de afgrond inzakken." Hij knikte instemmend en volgde de vrouw met zijn ogen terwijl ze naar de rand van de brug liep. Ze nam het touw vast van de brug en trok eraan, waardoor de hele brug mee bewoog. Loren trok een wenkbrauw op en zijn mondhoek krulde omhoog. Dit ging een wild ritje worden.
    "Wie gaat er eerst? Vrijwilligers?" Lucia glimlachte uitdagend en meteen stapte Loren naar voren. "Ik ga wel." Hij hield wel van wat avontuur. Hij zette een voet op de brug om te testen hoe veel die wankelde. Al bij al viel het wel mee. Voor hij verder liep draaide hij zich nog eens om naar de groep. "Als ik val, wees zo charmant mijn resten op te sturen naar mijn grootmoeder, wil je?"


    kindness is never a burden.

    Ooh, eerste posts zijn altijd zo dubbel. Je kan alles doen en laten wat je wilt, maar je hebt ook nog vrijwel niks om mee te werken :'D Ik heb er maar even wat random Tachi-mensen ingegooid. Was ook even vergeten dat het middag was n_n

    Samira Malaika ~ Tachi
    Vrolijk neuriede ik een deuntje terwijl ik gehurkt de rijpe bessen uit de struik plukte. De andere vrouwen waren een eind terug, maar ikzelf was hierheen gegaan omdat ik wist dat ik hier altijd de meeste en lekkerste bessen kon vinden. Niet dat ik dat de andere vrouwen ging vertellen, ik genoot er te veel van om ze elke keer te verbazen met de hoeveelheid lekkere bessen die ik gevonden had. Het waren mijn favoriete bessen, ze hadden een mooie rode kleur, waren vrij klein en hadden een zoete smaak. Na een poosje zag ik twee paar nieuwsgierige ogen mijn kant op staren en een glimlach verscheen op mijn gezicht. "Hallo daar," zei ik zachtjes tegen de twee apen die op veilige afstand bleven. De ene was duidelijk vele malen jonger dan de ander en bleef dicht bij de oudere aap staan. "Wat, willen jullie soms ook?" Apen waren zeker de leukste dieren die ik kende en ik vond het altijd ontzettend leuk om naar ze te kijken. Ook nu weer genoot ik van het zien van de twee apen en ik gooide ze een paar kleine besjes toe, die ze na wat aarzelen uiteindelijk toch oppakte, alvorens er mee weg te rennen. Nadat ik ze niet meer zag plukte ik nog een aantal bessen en liep toen terug naar de andere vrouwen. "Samira, daar ben je! We wilden net terug gaan naar het dorp, ga je mee?" "Ja natuurlijk, ik was net klaar," antwoordde ik, nog altijd goed gehumeurd. Al druk pratend liep ik met de andere vrouwen terug naar het dorp waar ik al gauw Yahto zag. Gauw zei ik de vrouwen gedag en liep op hem af. "Yahto!" begroette ik hem vrolijk en liet hem de inhoud van mijn mand zien. "Moet je kijken, ik heb de meeste bessen gevonden en ze zijn nog heerlijk ook." Ik grijnsde vrolijk terwijl ik hem er een paar gaf en door ratelde, "als ik zo goed zou kunnen jagen als dat ik de beste besjes kon vinden, dan zou ik het hele dorp nog in mijn eentje kunnen onderhouden," grapte ik. Ik wilde nog wat zeggen, toen Chosovi langskwam en mijn aandacht opeiste: "Hé Samira, die bessen zijn niet alleen voor jouw man hoor, kom liever helpen met het eten bereiden. We kunnen nog wel een extra paar handen gebruiken." "Is goed, is goed. Ik kom er zo aan," wuifde ik haar plagerij weg en keek hoe ze weg liep, waarna ik me weer op Yahto richtte. "Je hoorde het, de plicht roept," knipoogde ik naar hem, "ik zie je later wel en als je nog bessen wilt, je weet waar je ze moet halen." Mijn hand rustte kort op zijn bovenarm voordat ik me omdraaide en met de mand in mijn armen weer naar Chisovi en haar zus toe liep. "Ben je daar eindelijk, ik hoop dat er nog bessen over zijn." Huyana en Chisovi vonden het beiden altijd ontzettend leuk om mij te plagen en als antwoord rolde ik kort met mijn ogen, maar kon een grijns niet onderdrukken. "Natuurlijk zijn er nog bessen over," beantwoordde ik haar vraag en voegde er toen na een korte stilte aan toe; "En hij is mijn man nog niet."
    "A-huh, natuurlijk, maar dat zal hij wel zijn." "Ja inderdaad, je hebt het echt getroffen Samira," dat was Huyana. Mannen vond ze altijd een bijzonder interessant onderwerp om over te praten, ik daarentegen dacht er nooit te veel over na en antwoordde dan ook met een wat onverschillige hmm-hmm, voordat ik een poging deed het gespreksonderwerp te veranderen. "Wat eten we vanavond? Hadden de mannen een goede jacht?" Toch konden ze het beiden niet laten nog een paar opmerkingen te plaatsen over Yatho en mij, maar gelukkig ging het ook al gauw over andere mannen en kon ik me ongestoord bezig houden met het eten. "Samira, had je het al gehoord van Kaya?" Ik zat op mijn knieën en was geconcentreerd bezig geweest met het goed fijnmalen van kruiden en andere specerijen zodat we deze vanavond konden gebruiken voor het eten, maar keek nu Chisovi vragend aan. "Wat, wat is er gebeurd?" vroeg ik nieuwsgierig en het volgende moment kwam er nog weinig van het klaarmaken van het eten. Gelukkig stond de zon nog hoog en had ik nog zeeën van tijd, want ik was veel te nieuwsgierig naar wat er allemaal gebeurd was.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Kasper Nick Weston 'Kas' - Archeoloog
    De zware rugtas drukte op mijn schouders. Dit was ook niet zo gek, er zat behoorlijk veel in. Voornamelijk technische apparaten die nodig waren, maar ook mijn zwarte leren jas die ik had uitgedaan vanwege de warmte. Het hinderde me niet, al sinds de eerste dag dat we in het regenwoud waren had ik me op mijn gemak gevoeld, het was alsof er elke dag weer wat nieuws te zien was. Ik vond het wonderlijk, hoe zoveel mooie dingen toch ook levensgevaarlijk konden zijn.
    Een rilling liep over mijn arm. Ik toverde een scheef glimlachje tevoorschijn bij het zien van het onschuldige insect dat over mijn huid kroop. Het was niets meer dan een rups voor mij, maar voor andere kleine insecten was het een moordmachine. Ik liet hem overlopen op een blad en liep met grote passen verder tot we bij de brug aan kwamen. Een brok gleed door mijn keel toen ik naar beneden keek. Ik was niet iemand die doodsbang werd van hoogtes, maar ik was ook geen waaghals en voelde me er niet helemaal lekker bij. De gedachten om naar beneden te vallen liet me huiveren. Om er voor te zorgen dat de rest het niet zou opvallen dat ik bezorgd was, schudde ik snel de gedachten van me af.

    Mijn blauwgroene ogen scande de brug. Ik wist dan wel meer van computers en archeologie af, maar als techneut kon ik ook wel begrijpen dat deze brug ongelofelijk gammel was. Die brug kan geen volwassen mens houden. Ik zag hoe Loren de brug op liep en fronste mijn wenkbrauwen toen hij zijn eerste stap op de brug zette. Ik verwachtte elk moment een 'krak' te horen maar tot mijn verbazing viel het mee. Toch stond ik start klaar om hem te helpen als het verkeerd zou ging. Ik lachte om Loren's grapje ''Kijk nou maar uit.'' riep ik hem na. Ik bleef afwachten en ging wat dichter bij de brug staan. Mijn angst ging langzaam weg en de brug leek lang niet zo gevaarlijk als vijf minuutjes terug. Toch bleef ik wachten tot Loren helemaal overgestoken was. Ik besloot dat Lucia gelijk had, twee mensen zou er voor zorgen dat de brug zou breken.

    [ bericht aangepast op 7 okt 2013 - 19:09 ]


    • Hardship often prepares an ordinary person for an extraordinary destiny •

    Morticia schreef:
    > Mijn topics.


    • Hardship often prepares an ordinary person for an extraordinary destiny •

    Alaia Cipriano.

    Hoewel ik niet één van de laatste was die achterliep, waar duidelijk Lucia bij hoorde, liep ik wel langzaam genoeg om van alle wonderen hier te kunnen genieten. Er was dan ook zo veel moois, het was lastig om het bij te houden! Terwijl het prachtige gekwetter van de vogels en dergelijke geluiden bij mij binnenkwamen alsof het een soort muziekdeuntje was, bestudeerde ik tegelijkertijd het wondermooie van de planten. Eveneens voor de verschillende kleuren bloemen; blauw, rood, oranje, geel. Voornamelijk de warme kleuren leken van de partij te zijn.
    Net zoals mijn mede-archeologen had ik een rugzak bij me, met daarin een troffel, pen en papier, een camera die bestand was tegen het water, noem het maar op. De hoognodige dingen die een archeoloog nodig had. Mijn kleding was gemakkelijk, aangezien we al een redelijk tijdje op pad waren en daarbij was dit klimaat geweldig; warm, misschien een beetje benauwd voor degene die hier niet tegen konden, maar aangenaam. Hierdoor bestond het ook uit simpelweg een shirtje, een broek en een pet om mijn donkerbruine haren uit het gezicht te houden.
          Abrupt stopten ze, waardoor mijn poelen langs ieder gleed alvorens naar het obstakel te kijken, wat dit keer een brug was. Een gammele brug, welteverstaan. Dat weerhield mij echter niet, ik was voor van alles in – ik kickte zowat op avontuur of wat actie. Soms leek ik het wel op te zoeken, ik speelde er in elk geval mee, terwijl het soms nog mocht dimmen. Sommigen die er zo mee om waren gegaan, hadden al eens het leven gelaten.
          “Gaan we erover?” Was Lucia de eerste die het zich afvroeg, “Het ziet er me niet bepaald…Stevig uit.”
          “Ik vrees dat we geen andere keus hebben,” beantwoordde Loren haar vraag. “Tenzij we kilometers omlopen.”
          “Natuurlijk gaan we erover heen!” Liet ik opgewekt weten, iets dat ik duidelijk niet in me kon houden. “Dit is niets voor ons,” eindigde ik, zo zeker van mijn zaak met een glimlach op mijn lippen.
          “Als we er over gaan, moet het één voor één. Het risico is te groot dat we anders de afgrond inzakken.” Lucia liep naar de rand van de brug, om vervolgens aan het touw van de brug te trekken. De hele brug bewoog mee en ik wist dat het een bedreigende situatie was, want je wist niet zeker of het naar beneden zou storten, maar het enige wat ik kon doen was groots glimlachen.
          “Wie gaat er eerst? Vrijwilligers?” Nu kwam het erop aan, het moment waar je naar uitkeek, dacht ik. Mijn hart ging er zelfs wat harder van kloppen. Het was daarom jammer dat, net op het punt dat ik mijn arm omhoog wilde gooien, Loren al antwoordde.
          “Ik ga wel.” Hij zette een voet op de brug, liep verder en draaide vervolgens naar ons terug. Ik zette de stappen naar voor totdat ik bij de rand van de brug stond. “Als ik val, wees zo charmant mijn resten op te sturen naar mijn grootmoeder, wil je?” Kasper lachte erop, riep dat hij uit moest kijken en ging eveneens wat dichter naar de brug. Wanneer hij overgestoken was, draaide ik me naar hen om, al was het eerder tegen de mannen gericht.
          “Vrouwen gaan voor, maar aangezien Loren deze regel overtrad, ben ik van plan nu te gaan.” Ik likte over mijn lippen alvorens met dezelfde grote glimlach de brug over te steken. “Tot aan de overkant!” In feite had ik zin om de andere wat bang te maken en zo de brug gevaarlijk heen en weer te laten bewegen, dit deed ik echter niet. Wel keek ik over de rond toen ik op de helft was aangekomen, het uitzicht was werkelijk prachtig! Hoewel de diepte vanzelfsprekend angstaanjagend zou kunnen zijn. Doordat ik de tijd vergeten was hierdoor stond ik er langer dan nodig was, waardoor ik snel doorliep om aan de overkant te komen. Hier aangekomen begon ik te zwaaien en wenkte de volgende.
          “Kom op; jullie kunnen het!” grapte ik erbij.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Colin Waylin LeFeu - Demoon "Lucifer"

    Ik schuurde met mijn hoorn tegen de houten spijlen van de kooi waar ik in gevangen zat. Een dreigend, sissend geluid kwam uit mijn mond terwijl ik mijn blik op de bewakers gericht hield. Ik haatte hen, ze zouden boeten voor wat ze me aan hadden gedaan. Mijn klauwen omklemden zich om houten spijlen maar doordat ik er zo'n intense pijn van in mijn handen kreeg, liet ik ze snel weer los.
    Ze hadden er iets mee gedaan waardoor ik het niet vast kon houden wat het dus ook onmogelijk maakte om te ontsnappen. Een dierlijke grom ontsnapte uit mijn mond waar een rij lange, vlijmscherpe tanden tevoorschijn kwamen.
    Ik draaide me om naar de andere demonen en keek hen aan met mijn holle ogen. "Hé, jij daar. Lilith is het, toch?" Gromde ik zo zacht dat alleen zij en de Banshee me konden horen. "Kan jij die mannen niet lokken? Ik hoorde dat je er goed in was."
    Ik zat nu al een hele tijd opgesloten en begon het ook grondig beu te worden. Hoe lang dat ik hier al zat wist ik niet precies maar het was een feit dat ik hier als eerste vast kwam te zitten nadat de Tachi stam me verrasten terwijl ik lag te slapen na een zware dag vol chaos. Ik haatte mezelf er voor, hoe kon ik ook zo stom zijn? De prins van de duisternis die zich had laten vangen door een stelletje stervelingen, hoe dwaas kon je zijn.
    Bij de gedachte alleen al voelde ik hoe de woede weer oplaaide. Als de tijd er was, zou ik elke Tachi die ik tegen kwam het hoofd inslaan en me vervolgens voeden met hun sappige bloed en hun malse vlees. Dat was een belofte.
    "Als we hier ooit uit willen komen, moeten we samenwerken." Zei ik uiteindelijk en grijnsde vals. "Als jij de bewakers kan lokken met je charmes, kan de Banshee in hun enkels bijten en kan ik hun kelen dichtknijpen zodat ze geen geluid kunnen maken. Ik kan desnoods nog gebruik maken van het beetje kracht dat ik nog bezit en uiteindelijk zullen ze sterven."
    Het leek wel de simpelste zaak van de wereld en het zou kunnen lukken ook, als de anderen wilden helpen natuurlijk. "Zodra we hier uit zijn kan ieders zijn eigen weg gaan of we kunnen samen blijven werken, aan jullie de keuze maar ik wil, ik moet hier gewoon uit."
    Afwachtend keek ik de anderen aan en voelde hoe mijn rotte hart sneller begon te slaan. Ik had hen nodig en zij mij. Samen waren we sterker dan alleen en ik had het vermoeden dat ze daar snel genoeg achter zouden komen. Ze leken me niet zo dom.
    Als ik hier uit was, zou ik mijn demonengedaante achterlaten en kiezen voor iets menselijks zodat die verdomde Tachi's me niet op zouden kunnen sporen. Ik zou het hen zo verschrikkelijk moeilijk maken dat ze hoopten dat ze me nooit zo hadden getart. Ze zouden hier nog spijt van krijgen, maar dan zou ik diegene zijn die geen enkel greintje medelijden zou hebben. Dat was zeker.


    Lucia Grace Solomon "Lucy" - Archeoloog

    "Ik vrees dat we geen andere keus hebben. Tenzij we kilometers omlopen." Loren had gelijk, al leek dat me niet echt zo'n goed idee. We hadden al zo ver gelopen en door om te lopen zouden we alleen maar tijd verliezen. Misschien moesten we het er wel op wagen.
    "Natuurlijk gaan we erover heen!" Het was Alaia die het woord had genomen. "Dit is niets voor ons."
    Het verbaasde me dan ook dat Loren diegene was die als eerste wilde gaan. "Als ik val, wees zo charmant mijn resten op te sturen naar mijn grootmoeder, wil je?"
    "Kijk nou maar uit." Riep Kasper hem nog na maar ik was er niet van overtuigd of Loren het had gehoord van op die afstand. Ik voelde hoe een rilling over mijn ruggengraat ging waardoor ik kippenvel kreeg. Het was zo spannend, maar bang was ik niet.
    "Probeer dan niet te vallen, wil je?" Lachte ik terwijl ik hem aankeek. "We hebben je nog nodig en ik denk niet dat je grootmoeder het ons zou vergeven." Ik keek toe hoe hij de brug overstak en vroeg me af of hij de overkant zou halen. De brug zag er stevig uit maar het zou niet de eerste keer zijn dat iemand zich had vergist met zulke zaken. Wanneer hij de brug veilig en wel overgestoken was, voelde ik mijn lichaam een beetje ontspannen.
    "Vrouwen gaan voor, maar aangezien Loren deze regel overtrad, ben ik van plan nu te gaan." Ik keek Alaia aan en knikte goedkeurend. "Tot aan de overkant!"
    "Tot aan de overkant." Herhaalde ik zacht maar bleef wel glimlachen. Het maakte mij niet echt veel uit wie als eerst ging en wie als laatste, zolang we allen maar veilig aan de overkant raakten. Ik zou het mezelf ook nooit vergeven als iemand van ons de dieperik inging door een inschattingsfout.
    "Kom op; jullie kunnen het!"
    Ik keek even naar Alaia en Loren en vervolgens naar Kasper. "Wie gaat er eerst? Jij of ik?" Ik haalde vluchtig een hand door mijn rosse lokken maar liet zijn blik niet los. "Mij maakt het niet zo veel uit. Aan jou de keuze."


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Meysta Corres Linjuivi - Demoon " Galadriël "

    Verstoord keek ik opzij toen ik de stem van Lucifer mijn geluidsloze gepieker me uit m'n gedachten haalde. Met sacherijnige bloeddoorlopen wolvenogen keek ik op naar Lucifer en luisterde ongeïnterreseerd, tot het idee van ontsnappen zijn mond verliet en mijn oren zich naar voren spitste. Ze liet een instemmend geluidje horen op de vraag of ze hielp en liet haar gitzwarte kop tussen haar poten vallen. Ze was het zat in deze kooi te zitten, niet te kunnen gaan en staan waar ze wil, en geen mensen lastig kunnen vallen. " Ik heb trouwens mijn tanden niet eens nodig, ik kan ook gewoon hun enkels breken." Siste ik naar Lilith en Lucifer. Terwijl ik als dier ging zitten, veranderde ik naar mijn menselijke gedaante en streek het jurkje recht. Iedereen wist dat een Banshee sterk genoeg was om een bot zo te breken dat het alleen nog maar splinters waren, helaas deze tralies niet. Ze hadden een of andere krachtige spreuk op sowieso mijn tralies gezet, maar zo gauw als die bewaker zijn laatste adem uit had geblazen zou ik de tralies gewoon kunnen breken en weglopen uit deze grot. Die Tachi mensen terugpakken voor het wegstoppen van ons in deze grot. Ik liet mijn blik over de andere glijden. Deze hadden geen idee wat we van plan waren, en ik had nou niet echt ook veel zin om ze mee te nemen of te helpen.
    Mij part mochten ze sterven in deze grot, dan waren alleen wij er nog en zou niemand meer iets tegen ons kunnen doen. Mijn ogen gericht op Lucifer en Lilith leunde ik tegen de zijkant van de kooi, zo dat ik wel bij de bewaker zou kunnen als hij kwam, maar net zo dat hij zou denken dat er niks was en gewoon zou doen wat er zou gebeuren. Een zacht klagelijk geluidje rolt over mijn lippen, ik vind dat ik hier al véél te lang zit en nu is het toch echt wel tijd om hier weg te komen. Of dat ligt natuurlijk aan mij, want een minuut was voor mijn gevoel al een eeuwigheid en nouja, ik was ook niet degene met de meeste geduld van de wereld. Het geluid van mijn nagels die op de vloer tikken galmen door de ruimte en geef aan Lilith een blik die duidelijk zegt dat het veel te lang duurt.


    Yeah, and people in hell want Slurpees.