Voor school een opdracht gemaakt betreft een artikel. DIt sprak me aan, als je het lees zal het je aan het denken zetten.'Feliciteer ouders met scheldende kinderen'
Omdenken en alles op een positieve manier bekijken. Daar gaat het volgens relatie- en gezinstherapeut Téo Visser om bij hulp aan ouders. ‘Als een kind zich uit, betekent het dat het zich veilig voelt en zichzelf kan zijn. En dat is goed. Luister naar wat het duidelijk wil maken.’
Een jongen werd opgepakt omdat hij de ruiten van zijn huis ingooide. ‘Ik ben geen ordebewaker, maar van de hulpverlening. Ik wil die jongen begrijpen’, zei relatie- en gezinstherapeut Téo Visser op 30 oktober op een bijeenkomst in Amsterdam. De thema-avond werd georganiseerd door Home-Start, een vrijwilligersorganisatie die ouders ondersteunt bij de opvoeding. ‘Dus ik zei tegen die jongen: “Je hebt wel iets duidelijk willen maken, hè?” De jongen raakte in verwarring door die reactie, hij had een uitbrander verwacht. Nu voelde hij zich erkend en ging hij praten.’
Wat bleek? Bij hem thuis was sprake van huiselijk geweld. Visser: ‘Toen zei ik tegen de politie: “Kom, we gaan naar de ouders.” Dus stapten wij dwars door het kapotte raam van het huis heen en feliciteerde ik de ouders dat ze zo’n goede zoon hadden, omdat hij duidelijk had gemaakt dat hij tegen geweld is en hulp heeft gezocht. “Zullen wij eens met elkaar gaan praten?” vroeg ik aan de ouders. Zo ver kom je niet als je zo’n jongeren corrigeert en zegt dat hij niet deugt.’
Kutmoeder
‘Een uitgangspunt dat ik altijd hanteer, is: iedereen heeft altijd gelijk. Wat iemand voelt, is altijd waar’, zegt Visser. ‘Ik was een keer bij een gezin en een kind zei: “Wat ben jij een kutmoeder.” De moeder reageerde met: “Ik wil niet dat je dat zegt!” Maar waarom niet? Gaat het gevoel weg als iemand het niet uitspreekt? Je kunt beter eerst erkenning geven. “Nee, mama valt inderdaad niet altijd mee, jij krijgt niet altijd je zin. Maar dat mag je best op een andere manier zeggen.” Dat is beter dan dat je als ouder meteen roept: “Dat mag je niet zeggen!”’
‘Ik wil begrijpen, weten wat erachter zit. Als je een oordeel hebt, kom je niet in contact’, vindt Visser. ‘Omdenken biedt de mogelijkheid om op een andere manier ergens naar te kijken. Probeer positief gedrag aan te moedigen en probeer bij negatief gedrag positieve motieven te vinden.’ Hij geeft het voorbeeld van een kind van twee dat altijd schreeuwt. Dat is geen rotkind, het is juist heel handig dat het laat weten wat het wel en niet wil. En blijkbaar is het kind gezond en voelt het zich op zijn gemak.
Niks weten
Visser denkt dat je terughoudend moet zijn met het geven van advies. ‘Als je zegt wat iemand moet doen, kan dat verkeerd vallen. Iemand denkt: dat bepalen we zelf wel. Vooral als iemand al veel adviezen heeft gehad, kan die sceptisch zijn.’ Hij plaatst wel een nuance. ‘Als advies geven wel werkt, kun je het zeker blijven doen.’ En wat als iemand naar je mening vraagt? ‘Meestal zeg ik dan: “Wat denkt u zelf dat het kind nodig heeft?” Anders worden ouders namelijk afhankelijk van jou.’
Zelfs als iemand een kind slaat, heeft het volgens Visser geen zin om dat te verbieden, want dan doet diegene het opnieuw zodra je als hulpverlener of vrijwilliger bent vertrokken. De oplossing moet uit de ouders zelf komen en niet van buitenaf aangereikt worden. ‘Je kunt beter zeggen: “Ja, ik snap dat u even wilt laten zien wie er de baas is, maar hoe kunt u dat anders doen?” Dan krijg je namelijk dialoog.’
Communicatie
Probeer ouders in elk geval duidelijk te maken dat boosheid een krachtige vorm van communicatie is, vindt Visser. ‘Het zijn wel je kinderen, luister dus naar wat ze zeggen.’ Kinderen zijn vaak de klokkenluiders voor wantoestanden in het gezin, zegt hij. Als kinderen proberen hun ouders gelukkig te maken en daarom altijd blij doen, gaat dat vaak ten koste van hun eigen ontwikkeling. ‘Daarom is het beter dat ze zeggen: “Dat wil ik helemaal niet. Kutmoeder.” Ze uiten zich dan, in plaats van dat ze hun emoties opkroppen en ongelukkig worden. Een omdenker zou de moeder feliciteren met zulke creatieve, expressieve kinderen.’
b ron: Pedagogiek.nu