• Ze zijn bijna uitgestorven maar hier en daar vindt men er af en toe nog een aantal. In een klein dorp genaamd Osthill aan de rand van een groot gebergte leeft een roedel weerwolven. De mensen zijn zich niet bewust van de bovennatuurlijke wezens die als mensen in hun midden leven.
    Het leven van een weerwolf is echter niet alleen lastig tussen de mensen, in elke roedel zijn de nodige problemen.


    Regels:
    - Max. 3 personages per persoon
    - Geen Mary Sue’s
    - Regelmatig posten
    - Minstens 5 regels per post
    - Geen ruzie OOC
    - OOC in het rollentopic of praattopic
    - Regelmatig posten
    - Ik moet de rangen goedkeuren
    - Reservaties blijven 24 uur staan
    - Naamsveranderingen doorgeven


    Rangen Roedel:
    1x Alfa: De alfa is de leider van het roedel. De alfa is een dominante wolf met vee fysieke kracht. De enige manier om een alfa van zijn troon te stoten is door de winnen in een gevecht.
    Aandachtspunten: De alfa is dominant, dus geen verlegen of lief personage. Daarbij is hij fysiek gezien de sterkste of in elk geval een van de sterkste van het roedel.
    3x Zoekers: Zoekers gaan opzoek naar mensen om te transformeren. Ze dwalen vaak het vest van hun thuisbasis af en pikken mensen op. Vaak weglopers en zwervers die niemand zal missen, dit doen ze in de laatste drie dagen voor volle maan zodat ze hen bij zich kunnen houden tot de volle maan en hen dan kunnen transformeren.
    Aandachtspunten: Ze zijn zelfstandig en dominant. Ze zijn intelligent en niet snel bang. Er ontstaat makkelijk spanning tussen hen en de alfa.
    6x Wolven: Wolven zijn de mensen die al meer als een jaar transformeren maar geen bijzondere rang hebben.
    Aandachtspunten: Deze wolven zijn ervaren en niet langer bang van hun transformaties. Ze zitten nog niet altijd lang bij de roedel.
    5x Welpen: Welpen zijn net gebeten. Ze transformeren minder als een jaar. Ze zijn vaak nog jong en door een zoeker getransformeerd.
    Aandachtspunten: Deze weerwolven zijn vaak jong – in mensenjaren- en bang voor hun transformaties. Meestal zijn het weglopers en reizigers die niet snel gemist worden.


    Weerwolven (15 max):
    Mannen(Max. 8):
    Caine Hale - 26 - Alfa - 1,2 - Emrys
    Skye Nicholas Heat - 20 - Wolf - 1,5 - Sickle
    Jason Sebastian DiLaurentis. - 25 - Zoeker - 1,5 - Edgar
    Alecander Davis - 22 - Wolf - 1,6 - MissLahotie

    Vrouwen(Max 7):VOL
    Adinda Mary Blade - 23 - Zoeker - 1,1 - Sickle
    Jasmine Katherina Clark - 18 - Welp - 1,1 - MissLahotie
    Lyn Elizabeth Owens - 18 - Welp - 1,1 - IsA20
    Madison Jayde - 25 - Wolf - 1,2 - Harlequin
    Emelia Rose Tyson - 18 - Welp - 1,4 - DreamEater
    Aideen Ella Mozkowtiz. - 24 - Zoeker - 1,6 - Pwettyness
    Chelle Rosemary Waterdrop - 19 - Wolf - 1,6 - xCocox
    Mensen:

    Mannen:
    Lawrence Jonathan Oshiwa - 18 - 1,6 - IsA2

    Vrouwen:
    lleen van Eyken - 18 - JustLoveGood

    Koppels:
    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 3 sep 2013 - 18:20 ]


    You can’t hammer tin into iron, no matter how hard you beat it, but that doesn’t mean tin is useless. -Jon Snow

    Caine Hale||Alpha

    Ze waren bijna allemaal nog aan het slapen, of op zijn minst net wakker. Erg gevaarlijk zag de Pack er nu niet uit. Je zou niet zeggen dat iedereen die hier was over twee dagen zou veranderen in een moordlustig wezen. Wat zeker zo was. Veel van hen waren nieuw. De eerste keer dat ze zouden veranderen, of misschien niet de eerste maar vaker als vijf keer was het niet gebeurt. Sommigen waren ouder. De zoekers zeker. Maar veel ouder waren ze niet. Er waren er minder als een handvol die over de twintig kwamen. De meesten die veranderd zijn zijn nog minderjarig. Net als ik was toen ik hierbij kwam. Al was ik misschien nog jonger.
    Ik draaide me om richting de bergen. Het weer was vandaag geweldig. Het was enigszins koud en het miezerde. Ik hield niet van warmte. En miezer was nooit erg, beter misschien zelfs omdat het onze geur verborg voor andere packs. Niet dat die hier ergens waren. Zonder ook maar een seconde na te denken over of ze hier veilig zouden zijn rende ik weg. Als mens was ik al een goede renner geweest. Snel niet echt maar wel had ik veel uithoudingsvermogen. Wanneer ik begon te rennen dacht ik altijd terug aan die avond tien jaar geleden. Soms wensde ik dat het nooit gebeurt was. Dat ze me nooit veranderd hadden en ik nu nog gewoon in de stad had geleefd in mijn eigen huis. Misschien zelfs een vriendin of vrouw zou hebben. Dat leek nu niet meer erg waarschijnlijk. Zonder geld was het moeilijk om een huis te kopen. Met de mensen waar ik voor moest zorgen kon ik het me niet veroorloven om te werken. Ze zouden zeggen dat ze het zelf aan konden, dat ze niet met elkaar zouden gaan vechten. Maar uit ervaring wist ik dat als er niemand was die toezicht hield dat het voor de zwakken niet goed zou aflopen.
    Met mijn gedachten op nul rende ik verder. De bergen waren vreselijk om in te rennen, de losse stenen en de hoogteverschillen die er waren maakten het zwaar en gevaarlijk. Maar na vele jaren was ik goed genoeg getraind om het vol te kunnen houden. Na ongeveer een uur kwam ik weer terug bij de plak waar ons "kamp" was. Nu er steeds meer mensen wakker waren en in zielig ogende groepjes bij elkaar zatten leek het idee op een sterke Pack steeds slechter te worden. De mensen die er werden uitgezocht om te veranderen waren niet geweldig. In tegenstelling tot de vorige Alpha's had ik besloten dat de zoekers zich moesten richten op de mensen die niets of weinig te verliezen hadden, in tegenstelling tot mensen met een goede conditie en wilskracht. Met een simpele beweging ontdeed ik me van het shirt die nat was van het zweet en de regen. Verscholen in de schaduw van de bomen ging ik zitten en keek toe hoe alles echt tot leven kwam en iedereen begon te bewegen.


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    Emrys schreef:
    @JustLoveGood ik weet niet of je het merkt maar er staan echt heel veel fouten in je stukjes waarvan de meeste grammaticaal. Niet om gemeen te doen ofzo hoor maar het is vrij irriterend.

    Mijn stukje komt btw binnen een uurtje.

    o sorry ik doe echt mijn best ik typ het in word en zo maar ik heb een spellings stoornis en ben er best slecht in zo sorry.


    “Destroying things is much easier than making them." Suzanne Collins

    JustLovegood schreef:
    (...)
    o sorry ik doe echt mijn best ik typ het in word en zo maar ik heb een spellings stoornis en ben er best slecht in zo sorry.

    Maakt niets uit joh. Ik wist niet dat je er iets voor deed als ik wist dat je er moeite mee had zou ik het niet hebben gezegd ^^


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    Emrys schreef:
    (...)
    Maakt niets uit joh. Ik wist niet dat je er iets voor deed als ik wist dat je er moeite mee had zou ik het niet hebben gezegd ^^


    Is niet erg hoor ik zal er proberen op te letten.


    “Destroying things is much easier than making them." Suzanne Collins

    Alecander davis - loner (niet in de roedel)

    Alec was vanochtend al vroeg op gestaan. Hij voelde de spanning door zijn lichaam gieren. Het was duidelijk aan te voelen wanneer het volle maan zou worden. Alec hoefde niet eens meer op de kalender te kijken om te weten hoe lang het nog duurde. Hij was er aan gewend dus hoefde hij zich geen zorgen te maken de pijn was maar voor even Alec wist een manier om zich af te leiden van de spanning die hij nu voelde en dat was sporten dat ging hij dan ook doen vandaag. Maar eerst moest hij even wat eten voor hij zijn huis zou verlaten eentje die hij voor veel geld had weten te krijgen in zo'n korte tijd dat hij hier was. Met geld kon je alles krijgen en dat had hij gedaan het huis had zelfs al meubels niet dat het zijn smaak was maar dat was een zorg voor later. Maar hij moest nu echt naar de keuken aangezien zijn maag nu al weer begon te knoren leek het wel. Alec was echt iemand die zonder ontbijt niks kon doen anders was de kans dan groot dat hij van zijn stok zou gaan en dat was niet de bedoeling. Eenmaal in de keuken maakte hij een klein ontbijt eenmaal dat op ruimde hij op en pakte zijn sport schoenen die hij aan deed voor hij ging pakte ze nog even een flesje water voor hij zijn huis verliet. Hij begon langzaam en het duurde niet lang voor hij de tempo wat versnelde. Alec rende het bos in en ging al snel van het pad af iets wat eigenlijk niet mocht. Maar dat maakte hem niet veel uit. Nee hij kon de weg wel weer terug vinden hoe verder hij van het pad ging hoe sneller hij rende. Na een tijdje kwam hij bij een soort open plek uit. Alec keek wat vreemd terwijl hij mensen zag zitten of in elk geval veel tieners.hij bekeek de groep aandachtig en keek elk persoon even aan. Was dit misschien een roedel? Nee het waren vast gewoon een vaag groepje bij elkaar. Alec wist niet echt wat hij moest doen dus liep hij maar hun kant op. Ondertussen opende hij zijn flesje en nam er een slok uit zijn blik gleed weer even over de groep heen. Uiteindelijk bleef hij bij een jonge vrouw staan (madison). Zijn blik ging kort over haar lichaam heen en keek vervolgens naar haar gezicht. "is hier iets aan de hand" er was duidelijk een aarzeling in zijn stem te horen. Niet echt zeker wetend of dit wel zo slim was.

    -heb hem maar naar haar toe gestuurd hoop niet dat je het erg vind

    Jason Sebastian DiLaurentis | Zoeker |
    Jace greep de man bij zijn shirt vast en gooide hem tegen de grond, waar hij kermde van de pijn. De weerwolf rolde geërgerd met zijn ogen. "Wees geen dwaas, oude man en kom met me mee. Of moet ik soms onvriendelijk worden?" De man jammerde en kroop tegen de stenen van de brug aan. Jace trok een wenkbrauw op toen hij merkte dat de man aan het bidden was. "Oh gut. Ik ga je niet vermoorden. Ik geef je een kans op een beter leven." De man stopte met bidden en slikte hoorbaar. "Mij... niet... vermoorden?" Jace schudde zijn hoofd en dacht, al zou ik dat wel willen. "Nee joh. Ik ben vredelievend. Kom je nu mee of blijf je liever in je doos wonen?" Hij gebaarde naar het karton, welke doornat was van de regen die was gevallen deze ochtend. De man stond traag op en klemde zijn gescheurde jasje om zich heen tegen de ochtendkoude. "Zo dan. Laten we ons eens proper voorstellen." Jace stak zijn hand uit naar de man, en die schudde de hand alsof het een bom was die elk moment kon ontploffen. "Jason DiLaurentis." De oude man knikte en bromde iets dat moest lijken op 'Roger Milwaukee'. Jace glimlachte hartelijk naar de man, maar zijn glimlach was verschrikkelijk nep en het verbaasde hem dat de man dat niet doorhad. Hij hield zijn hoofd een beetje schuin en zei: "Van Wisconsin, huh?" Maar voor de man kon antwoorden had Jace hem al naar hem toegetrokken en hem gebeten in de schouder. De beet zou hem slaperig maken, waardoor Jace hem makkelijk kon verplaatsen. De weerwolf liet de oude man los, die in elkaar zakte als een hoopje pudding. Jace spuugde wat speeksel uit zijn mond. De man smaakte naar alcohol en heroïne. "Zo," sprak Jace en veegde zijn handen af aan zijn shirt. "Dat is dat." Hij keek even om zich heen en nam toen de man aan zijn benen vast. "Wij maken even een tochtje, kee?"

    | Ik heb echt geen idee wat ik geschreven heb, maar goed. Als er iets verkeerd is -wat waarschijnlijk alles is- zeg mij dat maar en dan pas ik het aan. |


    kindness is never a burden.

    Madison Jayden: Wolf

    Ik liep naar de Welpen toe, vol goede moed; omlaag over de rotsen die de beginnende steilte van het gebergte vormden. Waar de bomen begonnen stroomde een beekje. Als gered knielde ik ervoor neer en gooide het ijskoude, verfrissende water in mijn gezicht en over mijn lijf heen. Toen zag ik in het water mijn eigen reflectie. Mijn kleine lach verdween als sneeuw voor de zon, en ik streek met twee vingers over mijn wang. Ik zag er vreselijk uit. Ik had mezelf nog nooit gezien vlak voor een volle maan, en ik besefte nu dat ik dat ook nooit zou willen. Gigantische wallen stonden onder mijn met bloed doorlopen ogen, waar al een kleine, geelbruine rand omheen zat. Ook leek het alsof mijn huid doorschijnend begon te worden, aangezien de aders in mijn gezicht licht zichtbaar waren. Mijn lippen waren ook gebarsten en er stroomden kleine straaltjes bloed uit mijn tandvlees.
    Wetend dat het hopeloos was, gooide ik nog een laatste plens water in mijn gezicht, likte het bloed weg en ging weer op mijn benen staan om vervolgens weer richting de kleine groep Welpen te lopen die in het gras zaten.
    Op een afstandje bleef ik staan. Een hevige pijnscheut schoot namelijk door mijn benen heen en ik kromp stilletjes in elkaar van de pijn. Mezelf vermannen willend probeerde ik rechtop te blijven staan. Ik sloot mijn ogen en haalde diep adem.
    'Is er hier iets aan de hand?' klonk toen plotseling een stem van een man. Een stem die ik niet herkende. Het was vast een van de nieuwelingen die nog erg in de war was over zijn omgeving.
    Geërgerd opende ik mijn ogen en maakte aanstalten om antwoord te geven, tot ik zijn gezicht zag en mijn hart om bepaalde redenen een slag oversloeg. Deze man was jong, maar niet veel jonger dan ikzelf. Als het een nieuweling was geweest, dan moest hij jonger zijn dan dit. Ik had hem werkelijk nog nooit gezien. En al zag ik aan zijn gezicht dat hij ook leed onder de komende Volle Maan, ik wist niet of ik hem kon vertrouwen of dat hij een vijand was van de roedel. Ik besloot hem wel te antwoorden. We waren immers allemaal Kinderen van de Maan.
    'Niets in het bijzonder, oprecht,' zei ik hees en bot. 'Het ligt eraan wie je bent, waar je vandaan komt en wat je bedoelingen zijn. Spreek snel.'
    Het had me niets verbaasd als mijn pupillen in die paar seconden twee keer zo groot waren geworden en er een laag, zacht soort geluid wat leek op gegrom uit mijn borstkas was gekomen. Zelfs als mens had ik mijn wolven trekjes. Acht jaar was ook niet niets.


    How can we win, when fools can be kings?

    lleen van Eyken



    Ik liep richting de balie en zo als altijd zat de knorrige oude man die de boeken winkel runde half te slapen op zijn bureau. Ik grinnikte terwijl ik voorbij hem liep richting de fantasie afdeling. De afdeling waar ik elke dag zat. Mijn moeder wist niks af van mijn passie van lezen dus ze zou mij hier nooit vinden. Net zoals mijn stief broers en vader dit was de enige plek waar ik mezelf kon waar iedereen met met rust liet en niemand me aan keek alsof ik uit het gesticht was ontsnapt. Ik zuchten en ploften neer tegen een boeken rek ergens vanachter in de winkel. Het leuke van de winkel was dat bijna niemand hier kwam en de eigenaar sliep toch bijna altijd dus ik had nooit problemen. Ik sloeg mijn boek open en verdiepten me erin alsof er niets anders meer was. En verdwaalde in de wereld die zoveel beter leek dan de mijne en diep van binnen wou ik dat ik gewoon in dat boek kon springen en er in kon blijven voor altijd. Geen moeder meer die me toch niet begreep, geen stief broers en vader meer die je alleen maar willen treiteren en de baas willen spelen,Geen mensen meer die me aankeek alsof ik gek was. En het belangrijkste dan was ik van me zelf af en werd ik bestuurt door de schrijver en niet door mezelf want dat zorgde toch alleen maar voor problemen.

    ik weet niet of het goed is of niet laat maar iets weten XD en inspeling mag altijd XD


    “Destroying things is much easier than making them." Suzanne Collins

    Aideen Ella Mozkowtiz // Zoeker //

    Na even zo gelegen te hebben stond ik op, de pijn was malen minder, en zo blij als ik was ging ik op weg naar het dorp waar ik een meisje van ongeveer achttien zag zitten, alleen op een bankje. Zo '' aardig '' als ik was ging ik naast haar zitten en vroeg wat er was, wanneer er een woordenstroom over mee heen kwam. Ze was dus een wees, werd gepest. Nou knap was ze ook niet, dus dat maakte me geen moer uit. Perfect nieuw lid dan dus. Ze bood aan het meisje mee te nemen naar haar huis, zodat ze zich kon opfrissen, en misschien later nog naar school gaan. Het meisje knikte en bedankte haar, welke ze afwees. Terwijl ze gewoon een route nam naar een of ander verlaten huis, liet ze het kind binnen. Mee dat ze de deur sloot greep ze het kind en beet haar, waarna ze haar over haar schouder gooide en via de achtertuin, die aan het bos lag weg. Ze liep langs de rand, en daarna liep ze het bos in, om naar de verzamelplek te gaan waar ze het meisje dumpte bij een van de wolven (Madison) en begon zelf weer met lopen. Deze keer sneller als vorige keer, maar ze wou gewoon zo veel mogelijk mensen meenemen zodat die veranderde en de groep groter was. Echter stuitte ze op een Jace die probeerde een oudere man mee te slepen. "Wel, dat ik dat nog mee mag maken. Mijn vriend is gay geworden." Ze lachte het en sloeg een arm om zijn schouder, en drukte een kus op zijn wang. "Geen kus, ik smaak naar lelijke meiden." Ze rilde kort en bekeek de man. "Drugs en alcohol verslaafde zeker?"


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    Alecander davis - loner

    Terwijl Alec op de open plek bekeek moest hij bekennen dat het een mooie plek was. Het was beschud en het was gewoon mooi. Hij was dan ook erg nieuwsgierig wat de mensen hier deden. Vandaar dat hij het ook ging vragen. De eerste beste persoon die hij zag was de jongevrouw. Hij stapte dan ook meteen op haar af en vroeg haar wat er aan de hand was. Gewoon al aan de manier hoe ze haar ogen los deed wist Alec dat het niet zo slim was geweest. Hij bekeek haar gezicht en ondanks wat de spanning van de aankomende volle maan met haar deed was ze bijzonder mooi. Dit deed hem kort terug denken aan Anouk. Maar anouk zag er totaal anders uit dan deze jongevrouw hier. Alec probeerde de trouwring om zijn vinger te bewegen maar ondekte al snel dat hij zijn ring niet om had. Wat ook logisch was aangezien hij was gaan hardlopen. Maar hij had al sinds de dood van anouk de dwang om zijn ring om zijn vinger te laten draaien als hij ook maar aan haar dacht. De stem van de jongevrouw leek hem terug te brengen en anouk weer volledig te vergeten. Voor even tenminste. 'Niets in het bijzonder, oprecht,' Alec vatte het maar niet persoonlijk op dat ze zo bot deed. Nu voelde Alec zich misschien wel fijn op het moment maar die moment was maar voor kort. Het zou niet langer dan een uur duren voor ook hij zich naar zou voelen. "Okè" Antwoordde hij haar ookal geloofde hij haar niet helemaal maar dat wist hij te verbergen. 'Het ligt eraan wie je bent, waar je vandaan komt en wat je bedoelingen zijn. Spreek snel.' Kort trok hij een wenkbrauw op toen ze dit zei. Hij zette een stap van hem weg en hield zijn handen omhoog om haar aan te tonen dat hij niks kwaads in zin had. "Aangezien je het zo vriendelijk vraagt, ik ben Alecander Davis en ik heb geen idee waarom mijn ouder het met een c hebben geschreven. Ik woon nog maar net in osthill en ik was aan het hardlopen voordat ik na deze open plek ging." Sprak hij terwijl hij naar de kleding knikte die hij aan had. Zijn blik viel op een andere dame die iemand met zich mee droeg. Hij keek geschrokt toe hoe de dame het meisje op de grond legde. Zonder er bij naar te denken ging hij door zijn knieeën en bekeek het lichaam. Alec legde zijn twee vingers onder de kin van het meisje opzoek naar enige teken van leven. Vervolgens ging hij weer recht staan en keek de jongedame aan. "Waarom doen jullie dit?" En stond een kleine afkeurende blik in zijn ogen waarna hij weer om zich heen keek.

    Madison Jayden: Wolf

    Gelijk met Alecander Davis, zoals de jongeman blijkbaar heette, keek ik op toen Aideen de zoveelste nieuwe Welp deze maand bij me dumpte. Een jong meisje, zo te zien. Terwijl Alecander naast het meisje knielde, keek ik hoe Aideen hooghartig doorliep naar Jason, die een oude man probeerde mee te slepen, en een kus op zijn wang drukte. Een klein meisje en een oude vent. Ik zuchtte, wendde me vanaf deze afstand tot Caine, de Alfa, die ik had opgemerkt in de schaduw van de bomen verderop, en keek eerst afkeurend naar de nieuwe "aanwinsten" van de roedel en toen hulpeloos naar hem. Ik kon niet meer zien hoe hij terugkeek, aangezien de jongeman in mijn aanwezigheid me weer toesprak.
    'Waarom doen jullie dit?' vroeg hij.
    Ik draaide me vluchtig naar hem om. Hij had had zijn vingers onder de kin van het meisje gelegd om enig teken van leven te bespeuren.
    'Ze is niet dood, als je dat soms denkt,' zei ik eerst. 'Ze is gebeten. Net als jij. Net als wij allemaal. Het wordt verwacht van ons, van onze Zoekers, om dit te doen. We hebben een sterke roedel nodig. Een sterke, groeiende roedel. Als we uitsterven... is Osthill verloren.'
    Ik inhaleerde diep door mijn neus om een pijnlijke steek in mijn hoofd te onderdrukken, en knielde toen ook naast het meisje om haar vervolgens op te tillen en met haar naar de overige Welpen te lopen, wat ik in eerste instantie al van plan was. Maar na een paar stappen, draaide ik me nog een keer om naar Alecander.
    'En jij dan?' vroeg ik mompelend, een beetje onzeker. 'Kom je mee? Of... ga je weg? Ik bedoel... blijf je bij de roedel? We zouden gezonde, sterke jonge Wolven als jij goed kunnen gebruiken, zeker na het zien van onze nieuwste... aanwinsten.'
    Bijna zeker na deze woorden wist ik dat ik iets stoms had gezegd, en ik draaide me weer om om mijn beschaamde gezichtsuitdrukking te verbergen. Toen het stil bleef aan de andere kant, vermande ik mezelf, legde het meisje voorzichtig op de grond en liep met mijn ogen op de vloer gericht terug naar Alecander.
    'Het spijt me. Ik ken je amper...' mompelde ik. Ongemakkelijk keek ik weer naar hem op. Voor de eerste keer in zijn ogen, en ik kreeg er een klein, scheef glimlachje vanaf. 'Ik ben Madison... ... ... ...misschien kun je nadenken over wat ik net zei. Het heeft geen haast.'
    Met een laatste blik op zijn gezicht keerde ik hem mijn rug toe, tilde het meisje weer met gemak op en liep richting de Welpen, met gemengde gevoelens. Ik beet de hele wandeling door hard op mijn wangen om mijn gezicht in de plooi te houden.
    In het gras, dichtbij de bomen en de rotsen, herkende ik Jasmine, Emelia en Lyn, de achttienjarige Welpen. Ik legde het kleine meisje, wat trouwens niet moeders mooiste was, bij hen, wel op een afstandje, en ging toen nonchalant tegen een rots aanhangen.
    'Gaat het, meisjes?' vroeg ik zo vriendelijk mogelijk. 'Als de pijn te erg wordt, helpt het om in de schaduw te blijven, of om even te gaan lopen. Afleiding is eigenlijk het beste.'
    'Uhm... mogen we naar de markt?' vroeg Jasmine onzeker.
    'Doe wat je niet laten kan. Maar zorg dat je op de stand van de Maan let, bij Mensen uit de buurt blijft als je je vreemd voelt en dat je voor het donker wordt weer terug bent.'


    How can we win, when fools can be kings?

    Jason Sebastian DiLaurentis | Zoeker |
    Jace sleurde de man achter zich aan, richting het kamp. Hij zeulde, maar telkens bleef de man vasthaken achter een uitstekende wortel of iets dergelijks. Normaal zou Jason een auto ergens hebben gepikt om de man zo mee te slepen, maar hij vond het de moeite niet. Nu wenste hij dat hij het wel had gedaan. "Werk eens mee," mompelde hij en hoorde de man kreunen. Jace rolde met zijn ogen. "Als je dat al pijnlijk vond, moet je wachten tot Volle Maan." In werkelijkheid had Jace de man wat verdoofd met hetzelfde gif waarmee hij mensen veranderde, maar enkel een kleinere dosis. Het gif werkte als een soort morfine en verlamde de mensen meestal voor een aantal uren, waarna die het lichaam verliet door te verdampen tot zweet of iets dergelijks. Het enige nadeel was dat het gif voor immense pijn zorgde en het slepen over de grond hielp niet echt. "Wel, dat ik dat nog mee mag maken. Mijn vriend is gay geworden." Jace keek op en zag Aideen staan, zijn huidige vriendin. Ze lachte, sloeg een arm om Jace' schouder en drukte kort haar lippen op zijn wang. "Geen kus, ik smaak naar lelijke meiden." Jace trok een mondhoek op en grinnikte kort. "En ik naar oude mannen." Haar blik gleed naar de oude man aan Jace' voeten. "Drugs en alcohol verslaafde zeker?" Hij knikte traag en liet Aideen los. "Ik ga 'm even bij de welpen droppen." Jace nam de man en zwierde hem over zijn schouder. Hij startte te lopen in de richting van het kamp. "Wat is er trouwens met jou gebeurd?" Hij trok een wenkbrauw op en zijn ogen gleden over Aideens lichaam. Haar shirt was volledig bedekt met modder en haar zwarte skinny was ook vuil. Ook in haarbruine lokken ging modder.


    kindness is never a burden.

    Lynn Elizabeth Owens ~ Welp

    Met lege ogen staar ik voor me uit terwijl ik langzaam heen en weer wieg. Niemand zegt iets. Ik kijk naar mijn spiegelbeeld in de plas water die zich aan mijn voeten heeft gevormd. Ik zie mijn lege ogen, ingevallen wangen en uitgezakte paardenstaart. Mijn hals zit onder het vuil evenals mijn vest en handen.
    Ik geef een klap op de plas zodat het water alle kanten op spettert. Zelfs toen ik nog klein was en nog bij mijn vader woonde zag ik er niet zo slecht uit. Ik bedoel, hij verwaarloosde me, maar zorgde er wel voor dat ik nog enigszins toonbaar eruit zag.
    Ik slaak een klein gilletje als een halfdood meisje op de grond wordt gegooid, een paar meter bij me vandaan. Dan zie ik -hoe heet ze ook al weer...- Madison nonchalant tegen een rots aan leunen.
    'Gaat het, meisjes?' vraagt ze. Ik kan de toon waarop het wordt gezegd niet meteen thuisbrengen.
    'Als de pijn te erg wordt, helpt het om in de schaduw te blijven, of om even te gaan lopen. Afleiding is eigenlijk het beste.'
    Ik haal mijn schouders op en kijk naar het rimpelende water aan mijn voeten. Ik ben ondertussen wel gewend aan de plotselinge steken in mijn zij en rug en de zeurende pijn in mijn achterhoofd.
    'Uhm... mogen we naar de markt?' vraagt Jasmine. Ik kijk op om te kijken wat het antwoord is. Een beetje afleiding is altijd welkom.
    'Doe wat je niet laten kan.' zegt Madison. 'Maar zorg dat je op de stand van de Maan let, bij Mensen uit de buurt blijft als je je vreemd voelt en dat je voor het donker wordt weer terug bent.'
    Ik sta op en kijk vrolijk naar Jasmine.
    'Zullen we gaan?' vraag ik enthousiast.


    -

    Aideen Ella Mozkowtiz // Zoeker //

    Jace trok een mondhoek op en grinnikte kort. "En ik naar oude mannen." Haar blik gleed naar de oude man aan Jace' voeten. "Drugs en alcohol verslaafde zeker?" Hij knikte traag en liet Aideen los. "Ik ga 'm even bij de welpen droppen." Jace nam de man en zwierde hem over zijn schouder. Hij startte te lopen in de richting van het kamp. "Wat is er trouwens met jou gebeurd?" Hij trok een wenkbrauw op, iets waaraan ze kon zien dat hij duidelijk doelde op haar kleding en haar. " Niks, ik was gewoon vannacht wat lopen in het bos." Ze ontweek de vraag meer dan ze hem beantwoorde, en haar ogen gaven duidelijk aan dat ze loog. Evenals dat ze hem niet recht aan keek, maar naar de grond. "Gewoon een beetje lopen." Herhaalde ze luchtig, waarna ze van onderwerp veranderde, maar wel op een zachte toon. "Ik snap niet waarom we alleen maar mensen die niemand zal missen mee mogen nemen. Als we bijvoorbeeld jongens van een footbalteam mee zouden nemen, en meiden van chearleaden, dan zou de roedel al geheid een stuk beter zijn dan dit scharrelige gekloo-..." Ze viel stil toen ze zowaar tegen de alfa, Caine opliep, hij zat op de grond en als ze was doorgelopen was ze tegen hem aan gelopen. Haar ogen vernauwde zich, en ze begroette hem. "Hale." Het was een simpele uitspraak, die aanduidde dat ze geen zin had in een gesprek over haar onacceptabele gedrag. Ze schoof zich langs hem, waardoor haar voet hard tegen Caine zijn schouder aan kwam. Ze liep een stuk door, en ging zonder wat tegen Jace te zeggen terug het dorp in.

    [ bericht aangepast op 5 sep 2013 - 21:12 ]


    Yeah, and people in hell want Slurpees.

    Jason Sebastian DiLaurentis | Zoeker |
    "Niks, ik was gewoon vannacht wat lopen in het bos," antwoordde Aideen toen Jace haar vroeg wat er gebeurt was. "Gewoon een beetje lopen." De toon waarop ze sprak was luchtig, maar iets in haar stem deed Jace twijfelen. Hij keek haar aan om te peilen of ze loog, maar ze had haar blik op de grond gevestigd. Ook aan haar houding kon Jace niet meteen wat opmerken. Hij besloot het te negeren. "Ik snap niet waarom we alleen maar mensen die niemand zal missen mee mogen nemen. Als we bijvoorbeeld jongens van een footbalteam mee zouden nemen, en meiden van chearleaden, dan zou de roedel al geheid een stuk beter zijn dan dit scharrelige gekloo-..." Aideens stem viel weg toen ze zowat tegen Caine, de alfa, aanliep. Haar ogen vernauwden zich voor een stukje en ze begroette hem met een simpele 'Hale'. Jace glimlachte geamuseerd door Aideens gedrag. Jace liet de oude man op de grond vallen en klopte even op diens schouder. "Je overleeft het wel, man. Maak je geen zorgen." Toen Jace zich terug omdraaide was Aideen verdwenen. Hij kon haar nog net terug richting het dorp zien lopen voor ze helemaal aan zijn zicht onttrok. Aideen had zo haar buien, maar Jace was haar schoothondje niet, dus had hij geen zin om achter haar aan te rennen. In plaats daarvan ging hij opzoek naar een fles whiskey.


    kindness is never a burden.