Lonkend
Neuriend en zittend
in de schaduw die het
portiek haar steeds weer te
bieden heeft.
Reikhalzend uitkijkend
naar het moment waarop
de dag over zal zijn,
niet meer leeft.
Starend naar de zee,
rusteloos en woelig,
appelblauwzeegroen, on-
bedwingbaar.
Dromend over 'voorbij
de horizon', want daar huist
hoop, geloof, goud, on-
begrensbaar.
'n Kusje op de wang,
loopt haar man achterna,
dopt de erwtjes, een kus
op de kaak.
Zo vredig, zo lieflijk,
zo mooi en feeëriek,
'n illusie, want ze
zint op wraak.
[ bericht aangepast op 2 sep 2013 - 18:30 ]
Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28