• Ik ga me even ontzettend diep schamen.
    Ik ben op zich best goed in taal en zo alleen heb ik er nooit echt wat van begrepen hoe je zinnen nou ontleed. Ik weet wat persoonsvorm, werkwoord en lijdend voorwerp is en zo, maar je hebt er zoooo veel meer..
    Vroeger is het me een aantal keer uitgelegd maar nooit begreep ik het.. en eigenlijk nog steeds niet.. We werkten wel met kleurtjes maar veel impact had dat niet.

    Heeft iemand een site of gewoon onwijs goede, leuke tips voor dit probleem?


    You're Somebody's Hero ~ by me.

    Eh tja. Google het?
    Je bedoelt meewerkend voorwerp en zo? Aan iemand wat geven, etc. etc.


    "Well, well. Look who we've got here!"

    Barnabas schreef:
    Eh tja. Google het?
    Je bedoelt meewerkend voorwerp en zo? Aan iemand wat geven, etc. etc.


    yeahh
    persoonlijk voornaamwoord enzoo


    You're Somebody's Hero ~ by me.

    Ik wist dit allemaal ooit wel en haalde ook best goeie cijfers er op maar eigenlijk ben ik de helft al weer vergeten omdat je verder er toch niet echt er iets mee doet in je leven tenzij je Nederlands docent wordt. Google het!


    Dress like you're going to meet your worst enemy today.

    Zinnen ontleden of echt woordbenoemen?


    "Fuck feelings, be a bitch" - Blair Waldorf

    Ik heb precies hetzelfde probleem. M'n spelling en alles is best wel goed enzo, maar zinnen ontleden en al die vormen benoemen.... nope. Meewerkend voorwerp en lijdend voorwerp en dergelijke kan ik nog wel, maar ietsjes uitgebreider en I'm out :')


    "Robbing someone of their smile and putting it on your face doesn’t make you happy." - Tablo

    Probeer eens een beta-reader? Ikzelf ben niet zo van het ontleden. (:


    Reading a good book is like taking a journey.

    Hem ik moet hier ergens nog een boekje hebben liggen waar vrijwel alles instaat, alleen dat is niet meer leesbaar. Ik zou het je kunnen proberen uit te legen maar ik ben er zelf ook zo slecht in dat je er na mijn uitleg nog minder over weet. En om even heel nieuwsgierig te zijn waar heb je het voor nodig?


    "Delaying death is one of my favourite hobbies."

    ik vond het eerst ook vrij simpel, maar valt uiteindelijk toch wel mee.
    Even bruutweg gekopieërd van internet

    1. Stel eerst vast wat de persoonsvorm is, bijvoorbeeld door de zin vragend te maken: 'Heeft mijn moeder gisteren op de markt appels gekocht?' De persoonsvorm is het woord dat nu vooraan staat: heeft.
    2. Kijk vervolgens of er nog meer werkwoorden in de zin staan, die samen met heeft het gezegde kunnen vormen. Gekocht is het enige andere werkwoord; het gezegde van de zin is dus heeft gekocht. Omdat dit gezegde alleen uit werkwoorden bestaat, en een actie aanduidt, is het een werkwoordelijk gezegde.
    3. Ga dan op zoek naar het onderwerp van de zin; dat kan bijvoorbeeld gevonden worden door antwoord te geven op de vraag 'Wie (of wat) heeft gekocht?' Het antwoord daarop is mijn moeder, wat dus het onderwerp van de zin is.
    4. Het hoofdwerkwoord van deze zin is kopen. Een eigenschap van dit werkwoord is dat het altijd een lijdend voorwerp bij zich heeft (het is overgankelijk); er moet altijd in de zin staan wát iemand koopt: in dit geval appels.
    5. In de zin staat geen meewerkend voorwerp; er wordt niet aangegeven voor wie de appels zijn
    6. Dan is er nog het stukje gisteren op de markt. Dit zijn twee aparte zinsdelen; ze kunnen los van elkaar verplaatst of weggelaten worden: 'Gisteren heeft mijn moeder op de markt appels gekocht', 'Mijn moeder heeft op de markt appels gekocht', 'Mijn moeder heeft gisteren appels gekocht.' Gisteren en op de markt zijn beide bepalingen. Gisteren is een bepaling van tijd, op de markt een bepaling van plaats.

    En bij mij op school heb je ook nog lijdend voorwerp, maar die weet ik even zo gauw niet

    [ bericht aangepast op 8 aug 2013 - 0:27 ]


    Everyone you meet is fighting a battle you know nothing about. Be kind

    Staat er geen uitleg in je Nederlands boek die je eens heel nauwkeurig kunt doornemen, desnoods met behulp van een docent of iemand die het wel snapt? Dit is namelijk een heel erg uitgebreid onderwerp - ik bedoel, op school ben je er echt jaren in kleine stapjes mee bezig - en het is wel mogelijk om het allemaal uit te leggen, maar via internet is dat toch vrij lastig. :/
    De uitleg van Kenway klopt overigens wel, dus misschien helpt dat. Het lijdend voorwerp kun je vinden door de vraag wie of wat + gezegde + onderwerp. In de voorbeeldzin is de vraag dan wie of wat heeft mijn moeder gekocht? en het antwoord is appels. Maar dat wist je misschien al, want je zegt dat je het lijdend voorwerp nog wel snapt.


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Ik deel je pijn. Ik haat het gewoonweg, Ik haalde dikke onvoldoendes voor ontleden.


    -

    Ik weet het ook niet
    Maar ik weet bijvoorbeeld ook niet wat een nevenschikkend voegwoord is enzo
    Bij mijn laatste opdracht stonden er 20 van die dingetjes en ik weet er denk ik 4 qua betekenis enzo
    Ik haat het gewoon en ik zie er echt geen nut van in
    Hopelijk is die hel voorbij in de bovenbouw(weet iemand dat toevallig)


    L.S.H.I.F.O.M.D.W.I.D.H.O. Laughing so hard I fell off my dinosaur, wait, I don't have one

    Ow dat kan ik wel uitleggen:
    Dit is alles wat ik nu heb gehad, dus mocht er wat missen, dan heb ik dat gewoon nog niet gehad.
    Wwg - werkwoordelijk gezegde
    Nwg - naamwoordelijk gezegde
    Ond - onderwerp
    Lv - lijdend voorwerp
    Mv - meewerkend voorwerp
    Bwb - bijwoordelijke bepaling
    Bijst - Bijstelling
    Bvb - bijvoeglijke bepaling


    Wwg zijn alle werkwoorden in de zin. Zit er niet in als er een nwg inzit.
    Nwg zit er misschien in als er een van de volgende werkwoorden inzit: Hebben, worden of blijven. Het moet dan iets zeggen over het onderwerp. Bijv: wespen zijn soms gevaarlijke beestjes. Het nwg is dus zijn gevaarlijke beestjes, omdat gevaarlijke beestjes in deze zin hetzelfde is als wespen.
    Ond. Dat is de hoofdpersoon in deze zin. Als je vraagt: wie(of wat) +wwg/nwg. Dat is het onderwerp. Bij een gebiedende wijs, zit deze er niet in (ga zitten)
    Lv is: wat + wwg/nwg+ond. Als deze er niet inzit, zit de mv er ook niet in.
    Mv: aan wie/voor wie+wwg+ond+lv. Deze hoeft er niet in te zitten.
    Bvb: pak de zelfstandige naamwoorden. Dan is eerst alles van dat zinsdeel wat erachter staan een bvb en mocht er een bijvoeglijk naamwoord voor staan, dan is dat ook nog een bvb.
    Bijst. Alles wat tussen komma's staat.
    Bwb: alle overige stukken zit die nog niet gebruikt zijn.

    Een voorbeeld zin:
    Mijn broer, een leuke knul, heeft voor zijn knappe vriendin gisteren in Amsterdam om drie uur een gouden ring gekocht.
    Wwg - heeft gekocht
    Nwg - er staat niks in de zin wat wat over mijn broer zegt. Zit er niet in
    Ond - Mijn broer, een leuke knul,
    Lv - een gouden ring
    Mv - voor zijn knappe vriendin
    Bijst - een leuke knul
    Bvb - mijn>broer leuke>knul knappe>vriendin gouden>ring
    Bwb. Gisteren, In Amsterdam, om drie uur


    Of bedoelde je woordsoorten benoemen?


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!