Wanneer tweeduizend kilometer ten zuiden van Erènte, het voormalige West-Europa, een virus uitbreekt, houdt de regering het stil voor het volk. Meteen beginnen ze met onderzoeken naar een medicijn en omdat ze de burgers erbuiten willen houden, gebruiken ze gevangenen als proefpersonen.
Gwendolyn Olivia Martch werkt in het onderzoekscentrum als stagiaire en doet van alles. Van inentingen tot gesprekken met de proefpersonen om te kijken, hoe ze er mentaal aan toe zijn. Al meerdere keren heeft ze op het punt gestaan om mensen te vertellen wat er aan de hand is, dat ze moeten vluchten voor het virus, maar ze durft het niet door de Argusogen van de directeur.
Aiden Christopher Leopard is één van de gevangenen. Met zijn 19 jaar heeft hij de laatste 3 jaar van zijn leven in een cel doorgebracht, voor moord. Wanneer hij hoort dat hij weg kan uit de gevangenis, weet hij niet wat hij moet denken. 25 jaar minder celstraf, maar wat staat er tegenover?
Gwen en Aiden komen in contact met elkaar en vanaf het eerste moment merkt Gwen al dat er iets is met Aiden. Iets dat hij niet in staat is om te vertellen. Ze zitten in hetzelfde schuitje. Ze willen het kwijt, zó graag, maar ze worden tegengehouden. Gwen belooft terug te keren, voor Aiden, maar ook voor zichzelf.
Ondertussen is er een kleine groep van mensen ontstaan, die van het bestaan van de proeven af weten. En ook dat de proeven er niet zo lief aan toe gaan. Het begint met kleine opstanden, die steeds verder uit de hand lopen. Ze willen de plekken innemen van de gevangenen, ze willen dat er mensen vrijwillig dit gaan doen, in plaats van de gedwongen mensen.
Maar ze realiseren zich niet dat de proeven niet zachtaardig zijn, maar dodelijk.