Callista Aphrodite Lumina
– Geest
’The Demon! The Demon! The Demon!
De gekwelde, gebroken stemmen in mijn gedachten zwellen langzaam aan wanneer ik me zwevend als een engel door de straten van het kleine, vervallen dorp begeef. Gedurende het gegil in mijn gedachten flitsen er beelden van huilende, gebroken gezinnen aan mijn ogen voorbij – gezinnen die het voortaan zonder mannelijk figuur in het leven moesten stellen, waar enkel en alleen
ik de oorzaak van was.
In plaats van huilen en smeken om de terugkomst van het mannelijke persoon zouden ze me moeten bedanken op hun blote knieën – hadden ze me moeten smeken om door te gaan met mijn praktijken en er uiteindelijk voor te zorgen dat er geen enkel mannelijk persoon op deze wereld over zou blijven.
Mijn lange, gitzwarte jurk bolt ietwat op door de koude luchtstroom die ik zonder enig bewustzijn met mij mee voer – en op deze manier de ramen van de huizen laat klapperen en al het leven maar liefst twee kilometer van mij vandaag houdt.
Echter, mijn concentratie is gericht op de walgelijk geur die zich niet ver van me af bevindt – in een van de huizen aan mijn rechterzijde. De zoete, weeïge geur van een mannelijk persoon – wat echter niet bestaat uit een eau de toilet, maar zijn echte lichaamsgeur moet voorstellen.
In mijn menselijke jaren was ik direct voor deze mannelijke persoon gevallen, zonder dat ik hem daadwerkelijk had gezien – alleen de geur van mannen kon mijn gedachten al op hol laten slaan zonder rationeel na te blijven denken en mijn leven daardoor uiteindelijk heeft verdoemd.
De lichte stralen maanlicht die door een van de ramen naar binnen vallen en op de studs van mijn ooglap weerkaatsen – geven aan dat ik me in de slaapkamer van de man bevindt. Het nadenken over mijn verleden en over de verschrikking die zichzelf ‘mannen’ noemt, heeft ervoor gezorgd dat ik me geheel heb laten leiden door mijn instincten – waardoor ik precies ben uitgekomen waar ik ook maar zou willen.
Zonder ook maar enig geluid te maken buig ik mezelf over het mannelijk persoon heen, sta klaar om hem de schrik van zijn leven te geven door hem wakker te maken en hem uiteindelijk het zwijgen op te doen brengen met mijn welbekende kus des doods.
Voordat ik echter actie kan ondernemen opent hij zijn ogen – boort hij zijn felblauwe irissen in die van mij en beneemt me de adem.
Die ogen. Voor een kort moment lijkt het alsof ik honderden jaren in de tijd terug wordt gesmeten, alsof mijn verloofd me weer aankijkt voordat hij zijn mes in mijn oog plant – en voordat ik het goed en wel in de gaten heb gooi ik het lichaam van het mannelijk persoon door het open raam en vlucht zelf naar een van de vele heuvels van de stad.
Slice Christian Cramer
– Mens
Je zal nooit een goede zoon worden, hoor je me? Nooit!
De stem van mijn vader schalt heen en weer in mijn woelige droom – zijn gezicht lijkt millimeters van het mijne verwijderd te zijn, maar ik krijg het niet voor elkaar mijn vuist op zijn kaak neer te laten komen om hem weg te laten gaan – hij is als een plaaggeest die me nooit of te nimmer met rust zal laten.
De teleurgestelde blik in zijn ogen ontgaat me voor geen seconde – hij kijkt naar me alsof ik het meest waardeloos stuk op de gehele wereld ben. Zijn bloedeigen zoon, die niets of niemand tevreden kan stellen omdat hij eigenlijk maar een grote nul is.
De vage contouren van mijn moeder verschijnen achter de schouder van mijn vader, maar zij laat niets van zich horen – verstopt zich achter haar zakdoek om haar tranen te verbergen en actieloos aan te zien hoe haar enige zoon mentaal en fysiek de grond in wordt gestampt door haar man, de enige tiran in het huis – de enige man die werkelijk niets waar kan maken.
Voor een kort moment lijk ik haar zoete geur opnieuw te ruiken, wil ik me in haar armen storten om haar nooit meer los te laten en te roepen dat we voor altijd van deze tiran weg zullen blijven – als ze nu maar besloot om met me mee te gaan.
Echter, ze reageert voor geen moment – ze blijft doelloos stilhangen en lijkt uiteindelijk wat naar boven te zweven, zonder ook maar een woord uit te spreken.
Voorzichtig hef ik mijn ogen op – om nog een laatste blik van haar te ontvangen voordat ze me voor eens en voor altijd ontglipt. Echter, de blik die ik teruggeworpen krijg bestaat slechts uit een oog – het andere oog is bedekt met een ooglap vol met studs en spijkers die het maanlicht lijken te weerkaatsen in het donker.
Vol verwarring probeer ik mezelf voor te stellen of dit een droom is of dat dit opnieuw de werkelijkheid is – in het nieuwe huis wat ik nog geen twee dagen geleden heb gekocht en waar ik voor de allereerste keer in slaap.
Langzaam open ik mijn mond om het haar te vragen – de ouderwets geklede vrouw met de ooglap.
Echter, voordat ik de woorden over mijn lippen heb laten rollen voel ik een enorme klap tegen mijn rug – voel vervolgens een koude windvlaag lang mijn borst strijken en kom uiteindelijk met mijn borst op een harde, koude ondergrond terecht.
Verward probeer ik mijn zicht helder te krijgen, waarbij ik moet concluderen dat ik van het ene op het andere moment van mijn bed aan de buitenkant van mijn huis ben belandt – op een natte, koude ondergrond die tegen mijn borst begint te drukken.
Wanneer er zachte regendruppels op mijn naakte rug neerkomen mompelde ik nog wat over het missen van een fatsoenlijke pyjama – voordat ik in een sluimerzone wegzak en de pijn op mijn borst blijft aannemen.
[ bericht aangepast op 4 juli 2013 - 11:25 ]
•