• ‘Another legend claims that we descended from wolves and that the wolves are our brothers still. It’s against tribal law to kill them.’
    Jacob Black


    In een eeuwenoud indianenreservaat in de Washington, vlakbij het kleine dorpje Forks, wonen de Quileutes. Zoals iedere andere indianenstam vechten zij voor hun bestaan en hun tradities. Houten huisjes, kampvuuravonden, alternatieve leefwijzen en een aparte school voor de jeugd vormen samen een hecht eenheidsgevoel de basis van deze bevolkingsgroep.
    Maar zijn de Quileutes wel wat ze lijken – een vreedzame, kleine indianenstam – of verhullen ze verschillende, diepe en grote geheimen die aangeven dat ze legende waar zijn?

    'The histories that we always thought were legends. The stories of how we came to be. The first in the story of the spirit warriors.’
    Jacob Black




    || ROLLEN
    Black Roedel
    Jacob Black – Shooter
    Leah Clearwater
    Embry Call – Shooter
    Seth Clearwater
    Quil Ateara

    Uley Roedel
    Sam Uley
    Jared Cameron
    Paul Lahote
    Brady Fuller
    Collin Littlesea

    Mensen
    Emily Young
    Rachel Black
    Rebecca Black
    Kim Connweller
    Claire Young – Tempus

    Cullens
    Carlisle Cullen – Hotchner
    Edward Cullen – Shooter
    Bella Cullen – Ceremonials
    Renesmee Cullen – Ceremonials

    Onbekende personen
    Maximaal 7
    Ameleigh Bluebell Winter – Mens – Leave
    Jezebel Odys Fray – Hybride – Leave
    Efthimia Pandora Nemesis – Hybride – Gurlby
    Raphaël Embriël Fray Call – Hybride/Wolf – Shooter


    || REGELS
    Niemand doden zonder toestemming van die persoon.
    Leden van de roedels luisteren naar de alfa’s (beta’s wanneer de alfa’s niet aanwezig/bezet zijn).
    Rollen behorend tot Stephanie Meyer behouden hun karakter etc. zoals in de boeken/films.
    Vier rollen per account.
    Maximaal zeven verzonnen rollen.
    Relaties binnen de groep: Jacob en Renesmee – ingeprent, Quil en Claire – ingeprent, Jared en Kim – ingeprent, Paul en Rachel – ingeprent, Embry en Jezebel, Raphaël en Ameleigh.

    [ bericht aangepast op 22 jan 2013 - 11:39 ]


    Ameleigh Bluebell Winter
    ‘Aan jou?’ Herhaalde ik hem zachtjes, en ergens wat ongelovig. Hij had niets om hem te beschermen tegen de gevaarlijke gaven, en dus zou ik hem deze met geen mogelijkheid aanreiken. Ik kon de spanning tussen Alec en Raphaël bijna voelen en ergerde me ergens aan het feit dat ze op een stel schooljongens leken. ‘Ik wil ze niet aan jou geven. Hoe sterk je ook bent.. dit is zelfmoord.’ Prevelde ik moeizaam terwijl ik helder na probeerde te denken. Er moest iets zijn.. mijn gave moest sterker zijn dan dit. Dat moest. Ik voelde mezelf diep in en uitademen terwijl ik mijn kracht probeerde te lokaliseren. Ik probeerde me te richten op het uiterlijk, op de krachtbron. De conclusie was dat het zo'n onschuldig laagje leek dat ik mezelf bijna ontmoedigde. Ik probeerde het troebele grijs uit mijn ogen te ontrekken en bij de dunne laagjes te voege, en hoewel het me flink wat moeite koste om het te verplaatsen leek het te werken en voelde ik de druk op mijn hart iets afnemen. Ietwat gedesoriënteerd opende ik mijn ogen om Raphaël vervolgens voorzichtig aan te kijken. Alecs ogen waren zienbaar groot, en ergens kon ik een grinnik niet onderdrukken. Ik voelde me uitgeput en zwak, maar het was draagzaam.

    Jezebel Odys Fray
    ‘Inderdaad, Ithuriël. We kunnen Raphaël niet bij hen laten. Hij is uniek, je weet hoe dol Aro is op uniek.’ Ithuriël slaakte een diepe zucht voor hij zijn hand tegen mijn voorhoofd drukte. Uiteraard. Hij doorzocht mijn herinneringen naar wat Aro precies had gezien. ‘Hij zal Raphaël ongetwijfeld willen hebben, Jez, maar Ameleigh wil hij nog veel liever. Ze is een mens, dat zeker, maar ze heeft iets unieks. Haar ogen reflecteren een grootse, onheilspellende gave en Aro wil die hebben. Zeer graag.’ Vertelde hij me zachtjes, waarbij ik mezelf langzaam voelde knikken. ‘Wat doet ze?’ Vroeg ik hem vervolgens een tikje nieuwsgierig: ik had niets gemerkt in haar korte verblijf bij ons thuis. Enkel.. haar ogen. Natuurlijk. ‘Haar ogen.’ Beantwoordde ik mijn eigen vraag zacht. Ithuriël knikte langzaam. ‘Dat grijs is er enkel om haar gevoelens, gedachten, gehele lichaam.. tja, bijna alles - te weerhouden voor andere gaven die van binnenuit werken. Vuur zal haar branden, maar Jane zal haar slechts hoofdpijn bezorgen nu ze mens is. Het is niet geheel zonder consequenties maar het is.. gevaarlijk. Ze is een spiegel, en als Aro dat eenmaal heeft uitgepluisd wel meer dan dat. Ik denk niet dat ze lang mens zal zijn als Aro haar te pakken heeft.’ Prevelde hij zachtjes. En uiteraard zou hij Raphaël meenemen of doden.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Embry Call
    Verbaasd kijk ik van Jezebel naar Ithuriël en weer terug, de essentie van hun gesprek dringt nog niet tot mijn gedachten door, maar wanneer ik er langer over nadenk besef ik pas wat dit voor ons zou kunnen betekenen. Het was me nooit opgevallen - sterker nog: het was nog nooit bij me opgekomen - dat Ameleigh een gave zou bezitten die uitzonderlijk uniek was en daardoor van grote waarde voor de Volturi. Het feit dat Raphaël en Ameleigh hierdoor alleen maar verder in gevaar zouden komen maakte de gehele situatie er niet beter op, het gevaar dat voor hen - maar ook voor ons - op de loer lag werd alsmaar groter en groter.
    'Maar, Raphaël en Ameleigh zijn veilig, toch?' vraag ik dan verbaasd, denkend dat Raphaël en Ameleigh nog steeds in het afgelegen huisje in Amerika zaten. Na een enkele blik op Ithuriël's gezicht geworpen te hebben been ik echter op hem af en klem mijn handen rond zijn bovenarmen, die direct opbollen onder de kracht waarmee ik mijn vingers eromheen klem. 'Ithuriël, Raphaël en Ameleigh zijn veilig, toch?' herhaal ik mijn vraag dan, met een dreigende ondertoon. De spijt en bezorgdheid waarin Ithuriël's gezicht veranderd is bijna voelbaar en wordt extra versterkt wanneer hij begint te spreken. 'Jason en Symera hebben niemand aangetroffen in het huisje, slechts bandensporen van een auto en een open keukendeur...'

    Raphaël Embriël Fray Call
    Afwachtend blijf ik mijn blik op Ameleigh houden, die zichtbaar moeite heeft met het onderdrukken van de twee gigantische gaven in haar lichaam en naar een manier zoekt om het voor zichzelf lichter te maken. Wanneer ze uiteindelijk rustiger begint te ademen voel ik een gedeelte van de druk van mijn schouders afnemen, hopelijk was het haar gelukt om zichzelf wat beter te laten voelen en niet haast verpletterd te worden door de kracht die binnenin haar schuilde. Echter, op het moment dat ze haar blik op mij richt voel ik dat mijn adem wordt afgesneden. Mijn spieren ontspannen direct waardoor ik Ameleigh haast uit mijn armen laat glijden en haar op het laatste moment nog dichter tegen mijn borst moet trekken dan daarvoor. Haaar ogen, schiet er door mijn gedachten heen, terwijl ik mijn blik niet van haar prachtige ogen kan trekken, waar de grijze waas die haar emoties bedekte totaal uit was verdwenen. Langzaam open ik mijn mond om wat te zeggen, maar laat hem uiteindelijk weer dicht glijden omdat mijn gedachten zich niet tot woorden kunnen omvormen.
    Vervolgens richt ik me geconcentreerd op de energiestromen in haar lichaam, voel de gigantische energiebol vlakbij haar hart liggen en knijp dan mijn ogen wat samen. Beetje voor beetje laat ik de energiestromen in haar lichaam anders glijden, laat de gigantische energiebol verder van haar hart komen, dichter naar haar maag, waar het meer geneutraliseerd kan worden. Glimlachend open ik mijn ogen weer, hopend dat de energie rondom de twee gaven in haar lichaam ook van haar hart weg zullen blijven wanneer ik mijn blik ergens anders op zou richten.


    Oh god. Ik heb alles doorgelezen en Brookie heeft gelijk. Dit gaat echt alleen maar over Embry en Jezebel. Lijkt me doodsaai.


    'I'm beautiful, in every single way. Words can't bring me down' -Christina A.

    Mygash schreef:
    Oh god. Ik heb alles doorgelezen en Brookie heeft gelijk. Dit gaat echt alleen maar over Embry en Jezebel. Lijkt me doodsaai.


    || Dat krijg je ervan als dat de enige actieve leden zijn ;] ||


    | + als je de enige bent die de verhaallijn erin probeert te houden. |


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Jezebel Odys Fray
    Een tijdlang zag ik toe hoe Ithuriël zich moedeloos op Embry richtte. Jason en Symera waren te laat geweest. Raphaël en Ameleigh waren vast al in vijandelijke armen en ik wist niet of we op tijd zouden zijn. ‘We moeten terug, Ithuriël.’ Vertelde ik hem haast onverstaanbaar. Dit was niet de eeuwigheid waarin ik was opgegroeid. Nog geen jaar geleden was ik er zeker van terug naar Italië te gaan om met Symera te menselijke levens te verkennen en nu deelde ik de zorgen over een zoon en geliefde. Er zat geen logica in, en dat maakte het bijzonder moeilijk om de situatie in te schatten. ‘Hoe komen we het snelst aan in Volterra?’ Prevelde ik vervolgens standvastig, terwijl ik mijn blik op de blondharige vampier liet rusten en een hand door mijn losse lokken liet glijden. ‘Rennend.’ Gaf hij toe, waarbij hij zijn blik kort op Embry liet rusten. ‘Als wolf zal het niet makkelijk zijn maar met de juiste snelheid is dat de beste manier om zo snel mogelijk in Volterra aan te komen.’ Ik slikte kort. Waren we dat wel? Ik wilde niet denken aan de dingen die zouden kunnen gebeuren als we niet op tijd waren en voelde daarbij mijn spieren verstrakken. ‘Emmelyn en ik komen met jullie mee. Aro is niet tot reden vatbaar als hij zijn zin niet krijgt en ik wil jullie niet opnieuw van de dood hoeven te redden.’ Er was geen discussie mogelijk, en hoewel ik liever had dat ze hier zouden blijven antwoordde ik geen weerwoord.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Er rolde een fijne zucht over mijn lippen toen ik mijn hoofd tegen zijn borst liet leunen en vervolgens mijn hartslag wat probeerde te temperen. Het voelde vreemd om een laagje te hebben dat de buitenwereld en het gevoel van mijn zenuwen neutraliseerde. Ook mijn irissen voelden anders. Kwetsbaarder, waarschijnlijk. Ik had nooit gehuild en was zelfs nooit boos geweest. Nu voelde het alsof ik bij het minste in huilen uit zou kunnen barsten en de veiligheid van mijn emoties open en bloot te raden was. Mijn vingers glipten naar een van Raphaëls handen, waar ik ze vervolgens met de zijne vervlocht. Ik voelde me een tikje.. afwezig. Alsof ik teveel morfine had geslikt en daardoor alles een beetje donzig voelde.
    Ik wist dat het mijn gave was die de pijn blokkeerde, maar toch hoopte ik zo snel mogelijk van die kracht af te zijn. Ik miste mijn moeder en Will. Het kwetste me dat ze zich opvrat over het feit dat ze naar La Push was gekomen, dat ze was hertrouwd en voor iedere keer dat ze me iets te kort had gedaan. Ik beet zacht op mijn onderlip en slikte. Want naast mijn echte vader, was zij de enige die er was als ik iemand nodig had. Ik vroeg me af wat ze zou doen als ik niet meer terug zou komen. Misschien zou ze opgeven en met Will naar Seattle verhuizen - of misschien zou ze wel helemaal nooit stoppen met zoeken. Ik voelde me misselijk worden bij het aanbeeld van een grafsteen met mijn naam. Ameleigh Bluebell Winter. Ik had pas vijftien jaar van mijn leven geleefd en voelde nu slechts bitter om het nu al te moeten inwisselen om een monster te worden.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Embry Call
    'Als wolf zal het niet makkelijk zijn maar met de juiste snelheid is dat de beste manier om zo snel mogelijk in Volterra aan te komen.' Zonder verder te luisteren naar het gesprek tussen Jezebel en Ithuriël over de reis terug naar Volterra om onze zoon en zijn vriendin - nu al een volwaardig lid van de familie - terug te halen draai ik mezelf terug naar de kast, die ik met een harde knal open gooi. Zonder er daadwerkelijk naar te kijken gris ik een nieuwe zwarte spijkerbroek en een strak, wit t-shirt van de planken die ik samen op begin te rollen tot een klein pakketje met een kort draadje eromheen. Deze kleren zal ik aanmoeten wanneer ik in Italië terug verander naar mijn mensenvorm, als Ithuriël aangeeft dat het het snelste zal zijn om in mijn wolvenvorm in Volterra te komen dan twijfel ik daar niet aan. De lichte, vertrouwde trilling van het veranderen naar mijn wolvenvrom trekt als langs mijn ruggengraat, waardoor ik mezelf in moet houden om niet ter plaatste te veranderen en weg te rennen, op zoek naar de geur van Raphaël en Ameleigh. 'Probeer me maar eens bij te houden,' zeg ik dan met een grote grijns, die op Ithuriël is gericht, wanneer ik hem een klap op zijn schouder geef en de kamer uitloop, recht de woonkamer in, waar Emmelynn op ons zit te wachten. Na een korte begroeting loop ik via de deur naar buiten, waar ik zie dat we in een wijd landschap zitten zonder enige pottenkijkers in de buurt. Achteloos laat ik het pakketje kleren naast me op de grond vallen en concentreer me vervolgens op mijn ademhaling, ik mocht me dan wel fit voelen ; veranderen naar mijn wolvengedaante kost verschrikkelijk veel energie, waardoor het nog een riskante onderneming zal zijn na mijn verwondingen.

    Raphaël Embriël Fray Call
    Glimlachend liet ik toe dat Ameleigh haar vingers met de mijne verstrengelde en maakte mijn greep rond haar lichaam nog strakker ; zonder haar daadwerkelijk pijn te doen. Alec keek toe met een blik die steeds bozer en woedender scheen te worden ; aangezien het feit dat Ameleigh steeds meer haar gave onder controle leek te krijgen en hij hierdoor zijn eigen gave nog langer kwijt zal zijn. Even schoten mijn gedachten naar het moment dat Ameleigh en ik zometeen in Volterra zouden aankomen, waar wel tientallen vampiers zouden zijn met allerlei gaven die ons verschrikkelijk pijn zouden kunnen doen. Het zou onmogelijk zijn voor Ameleigh om ze allemaal vast te houden in haar lichaam, het zal haar helemaal kapot scheuren van binnen en dat zou ik nooit toestaan. Op dat moment zou ze maar een paar gaven naar mijn lichaam moeten overbrengen, ook al was dat regelrechte zelfmoord - wat zij beweerde.
    De lichte bots die het vliegtuig maakte zorgde ervoor dat ik voor een moment uit mijn gedachten werden gehaald. Enkele minuten later wordt de zijdeur van het vliegtuig geopend, komt Jane uit de cockpit gelopen en verdwijnt samen met Alec naar buiten. De broeierige warmte van Italië komt me tegemoet en even laat ik mijn blik naar beneden glijden, naar Ameleigh's gezicht en haar felle ogen die heen en weer flitsen. 'Onthoud, ik laat ze je geen pijn doen, ik zal nog liever sterven,' fluister ik dan zachtjes, terwijl ik langzaam - met Ameleigh in mijn armen - op sta uit de vliegtuigstoel.


    Jezebel Odys Fray
    Er staat een waterige glimlach rond mijn lippen wanneer Embry niet buiten loopt met de boodschap die hij aan Ithuriël gaf. ‘Bedankt, broer.’ Glimlach ik vervolgens gemeend richting de blondharige vampier. Hij schenkt me een glimlach voor zijn gelaat weer verstrakt en hij zijn aandacht richt op Emmelynn die haar armen een kort moment om hem heen slaat en hem vervolgens gematigd zoent. ‘Zeg het maar als je moe wordt, Jez.’ Vertelde hij me vervolgens zacht maar dringend. Als halfvampier kon ik aardig rennen - maar helemaal naar Volterra? Ik knoopte mijn lokken kordaat bij elkaar terwijl ik een jas en laarzen van het bed griste. Ik twijfelde er niet aan dat Ithuriël gelijk had over het snelste - maar zouden we echt op tijd zijn? Ik kon er niet aan denken dat Raphaël en Ameleigh helemaal alleen voor al die vampiers zouden moeten staan - Ameleigh was nog maar een mensenmeisje en Raphaël.. Nee, dat zou ik mezelf nooit vergeten. Eenmaal buiten zag ik dat Embry in zijn wolfvorm was veranderd, en liet ik mezelf een kort moment voor hem op mijn knieën zakken om de kleding aan één van zijn poten te bevestigen. ‘Wees voorzichtig, Em,’ vertelde ik hem zachtjes voor ik mijn armen kort tussen zijn lange, zachte vacht liet glijden om me vervolgens om te draaien naar Ithuriël. ‘Als we hard genoeg rennen moeten we er binnen enkele uren zijn.’ Hij wierp me een blik toe waaruit ik kon opmaken dat hij vooral inzat over mijn aanwezigheid: Embry was als wolf sterk, hij en Emmelyn minstens even onverwoestbaar en ik bleef in zijn ogen gevuld met kwetsbaar bloed en zwakheden. Ithuriël en Emmelyn verdwenen als eerst, waarop ik braaf volgde. Het was lang geleden dat ik op zulke hoge snelheid had moeten rennen.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Ik slikte kort toen het vliegtuig opende en de broeierige lucht van Volterra me tegemoet kwam. Ik voelde mijn ledematen bijna niet, en daarom was ik blij met Raphaëls beschermende armen die me van de grond hielden. We liepen een stuk weg en vervolgens een klein stukje door een vervallen buurtje dat waarschijnlijk al heel lang niet meer werd bewoond. Op een gegeven moment hoorde ik meerdere stemmen en veronderstelde ik dat de overige leden zich nieuwsgierig omhoog hadden gewerkt. ‘Is dat onze bedreiging?’ Eén vampier snoof, waarop Alec siste. ‘Onderschat hen niet, vooral zij is sterker dan ze eruit ziet.’ De omgeving veranderde en ik veronderstelde dat we een tijdje ondergronds liepen voor we in een enorme hal aankwamen. Hoewel ik dat alles niet zeker wist. ‘Aro is vrij om jullie te ontvangen.’ Een veel te vrolijke, schelle stem klonk in mijn oren en liet me fronsen: dat was geen vampieren stem.
    Het klonk hol toen we in een enorme zaal aankwamen, waarbij ik mezelf dwong mijn ogen goed open te houden. Ik wilde niet zwak overkomen en liet mezelf daarom voorzichtig uit Raphaëls armen glippen. ‘Ah!’ Ik deinsde ietwat achteruit door een plotselinge, enorm enthousiaste kreet. ‘Raphaël Embriël Fray Call,’ grimaste de stem opnieuw. Ditmaal zag ik de eigenaar: een middelmatige man met een enorme cape. Hij was slechts meters van ons verwijderd en dat stelde me niet gerust. ‘Je lijkt op je lieflijke moeder, jongen.’ De man klakte bijna hysterisch met zijn tong en grijnsde vervolgens. ‘En.. Ameleigh Bluebell Winter, als ik het goed heb.’ Zijn hebberige toon liet me kort slikken. ‘Wel, Ameleigh, ik heb gezien hoeveel ophef je hebt veroorzaakt. Mijn twee lievelingen zijn totaal ontdaan van hun geliefde gaven..’ De man richtte zich op Raphaël - degene waar ik onbewust achter was gaan staan om aan die priemende, rode ogen te ontkomen. ‘Ik zou haar graag ontmoeten, Raphaël.’ Vertelde de man zoetjes.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    |Ik ben morgen bij een vriendin, waar ik wel kan reageren, maar waarschijnlijk iets langzamer ben dan gewoonlijk. :] x|


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Embry Call
    'Wees voorzichtig, Em,' fluisterde Jezebel me toe op het moment dat ze het pakketje kleren aan mijn achterpoten had gebonden - die haast niet te zien waren door mijn lange vacht - en haar armen even langs mijn lichaam had gehaald. De flikkering in haar ogen had me verteld dat ze bang was niet goed en snel genoeg te kunnen zijn voor de reis die we voor de boeg hadden, dat ze het niet vol zou kunnen houden en op sommige momenten zou moeten uitrusten. Ondertussen kende ik Jezebel goed genoeg om te weten dat ze de rust - die ze daadwerkelijk nodig had - niet zou pakken als niemand haar daar echt op zou wijzen, maar in mijn gedachten had ik daar een plannetje voor uitgestippeld. Net nadat Jezebel de bossen in was geschoten, schoot ik er zonder enige aarzeling achteraan en genoot van het rennen tussen de bomen - waarbij ik met gemak alle bomen ontweek die op mijn pad kwamen. Binnen enkele seconden had liep ik naast Ithuriël, Emmelynn en Jezebel achter ons, wat zo een aantal uren doorging. Na enkele grote wegen over te zijn gestoken - wat voor mij veel moeilijker was met mijn grote, lompe wolvenlichaam - liet ik mijn blik naar achteren glijden en zag ik een gepijnigde, vermoeide uitdrukking op Jezebel's gezicht. Direct liet ik het tempo was afzwakken en veranderden Emmelynn en ik van positie, ik achteraan bij Jezebel, zij vooraan bij Ithuriël. De bewegingen van Jezebel leken steeds moeizamer te gaan, iets wat ik vaker had gezien bij Renesmee - hybrides waren niet onvermoeibaar, op een punt was het ook genoeg geweest voor ze. Met een lichte wolvengrijs op mijn gezicht besloot ik naast Jezebel te gaan lopen en tijdens het rennen mijn rug wat omlaag te halen, ten teken dat ze erop kon gaan zitten wanneer dat nodig zou zijn. Ze zou haar krachten in Volterra het meest nodig hebben, die zou ze niet tijdens de tocht moeten verspillen, en ik hoop dat ze haar trots voor het laatste uur aan de kant zou zetten en op mijn rug klom.

    Raphaël Embriël Fray Call
    'Ah, Raphaël Embriël Fray Call, je lijkt op je lieflijke moeder, jongen.' De stem van Aro vulde de gehele troonzaal op het moment dat we deze waren betreden, wat uiteindelijk alleen maar resulteerde in een woedende uitdrukking op mijn gezicht en het feit dat ik Ameleigh - die imiddels uit mijn armen was gegleden - steeds dichter achter me probeerde te krijgen. Vanaf het moment dat we de troonzaal hadden betreden vertrouwde ik het zaakje niet meer, de aanwezigheid en energie van mijn ouders voelde ik zonder enige twijfel, maar zwak ; alsof ze hier niet lang geleden waren vertrokken. 'En... Ameleigh Bluebell Winter, als ik het goed heb. Wel, Ameleigh, ik heb gezien hoeveel ophef je hebt veroorzaakt. Mijn twee lievelingen zijn totaal ontdaan van hun geliefde gaven.' Knarsetandend keek ik even naar Alec en Jane, die beiden nu met blikken als onweersbuien naar Ameleigh stonden te staren, totdat ik de rode ogen van Aro opving. 'Ik zou haar graag ontmoeten, Raphaël.' Door dat ene, kleine, korte zinnetje kon ik het niet laten om de grom die uit mijn borst rolde tegen te houden, waardoor iedereen in de troonzaal verbaasd met zijn of haar ogen leek te knipperen. 'Ah,' hoor ik Aro rustig verder gaan, 'fascinerend, vampier ; wolf en mens in één lichaam.' De lijkbleke hand die hij vervolgens uitstak bekeek ik alsof het het vieste ding was, wat ik ooit had gezien ; maar in mijn gedachten wist ik dat ik geen keus had en dat ik uiteindelijk Ameleigh's hand door hem zou moeten laten lezen, al was ik benieuwd naar het resultaat door haar gave. Langzaam begin ik vooruit te lopen, waarbij ik erop let dat Ameleigh's lichaam en het mijne het contact niet verliezen, waarbij ik Aro een dreigende, woedend blik geef waardoor hij voor een kort moment verbaasd lijkt te zijn. Toch moet ik uiteindelijk lijdzaam toezien hoe Ameleigh's tengere hand verdwijnt tussen Aro's handen.

    || Ik moet vandaag van 9 tot 8 werken, misschien kan ik in de pauze even posten ofzo, maar dat weet ik niet zeker want dan moet het via mijn telefoon en dat is echt nieeeeet handig xd. ||


    || Stomme dubbelposts. ||

    [ bericht aangepast op 28 dec 2012 - 8:28 ]


    || Ben ik weer, hele hectische week gehad. Vakantie, feestdagen, school en de hele zooi. Even een stukje schrijven (: ||

    Isabella Marie Cullen
    "Jij gaat nooit me nooit vervelen." zegt hij lachend waarna hij zijn hoofd terugtrekt. Mijn vingers glijden van zijn haar naar zijn schouders en vallen daarna met een plof op het bed. "Ik moet zeggen dat het beter valt dan met je mensenlijke, uitgeputte lichaampje." zijn plagende grijns deed me lachen. Ik denk terug aan mijn tijd als mens. Edward had zich zo erg ingehouden, dat was echt duidelijk te merken toen we het de tweede keer deden. "Ik moet zeggen dat het mij ook beter bevalt," ik grijns mijn tanden bloot en verwissel onze positie zodat ik weer bovenop kom te liggen. "Maar ik had die eerste keer nooit willen missen." geef ik eerlijk toe waarna ik snel mijn lippen op die van hem druk en mijn handen over zijn borstkas laat glijden. Als mijn vingertoppen daar elk plekje hebben aan glijden ze weer naar zijn nek.

    Renesmee Carlie Cullen
    Ik houd mijn adem even in en peil zijn reactie, die was beter dan ik verwacht had. Alhoewel ik eigenlijk al wist dat ik met mijn gave veel kon bereiken. Zijn handen plaatsen zich voor de tweede keer om mijn middel. Tot mijn verbazing werd het geen omhelzing maar tilde hij me op en droeg me naar zijn slaapkamer.
    Een paar seconden later lig ik in zijn armen, Jacob legt zijn hoofd in mijn lange bruine haar en zucht even. "Ik hou van jou, Renesmee Carlie Cullen." mijn lippen krullen zich tot een grote glimlach waarna ik mijn hoofd op de zijne leg. "Ik hou ook van jou Jake, altijd al gedaan en zal ik ook altijd blijven doen." het was eigenlijk nog steeds het zelfde, alleen het 'houden van' was veranderd. Ik hield vroeger van hem als broer en vriend, en nu.. En nu hield ik echt van hem. Zoals papa van mama, opa van oma, Jasper van Alice, Emmett van Rosalie en andersom. Mijn hand gleed in de zijne en ik sloot met een kleine zucht mijn ogen, genietend van het moment waarop ik had gehad. Gewoon samen zijn, zonder papa of iemand anders erbij.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2012 - 16:03 ]


    But calm, white calm, was born into a swan.

    Edward Cullen
    'Ik moet zeggen dat het mij ook beter bevalt. Maar ik had die eerste keer nooit willen missen.' Bella's gezicht spreekt boekdelen wanneer ze de laatste zin uitspreekt, inmiddels degene is die bovenop ligt en vervolgens haar lippen op de mijne drukt. Het feit dat ik haar heb ontmaagd - op het moment dat ze nog in haar menselijke vorm was - heeft me altijd dwars gezeten, maar het was haar allergrootste wens en ik wil niets liever dan haar gelukkig zien, vroeg of laat zou ik toch aan al haar wensen voldaan hebben. Glimlachend trek ik mijn hoofd wat terug in de kussens, zodat ik haar aan kan kijken en mijn handen even in haar haren kan krullen. 'Ik had jóú nooit willen missen,' fluister ik dan, aangezien ik er vaak aan gedacht heb wat er was gebeurd wanneer Bella niet had besloten om voor een bepaalde periode bij Charlie te gaan wonen in plaats van bij Renee. We zouden elkaar nooit zijn tegen gekomen en we zouden nooit samen een leven opgebouwd kunnen hebben zonder die keuze. Zonder nog wat te zeggen klem ik mijn armen rond haar lichaam en druk haar zo dichter tegen me aan, terwijl ik mijn gezicht in haar nek verberg

    Jacob Black
    'Ik hou ook van jou Jake, altijd al gedaan en zal ik ook altijd blijven doen,' fluistert Renesmee zachtjes wanneer we eenmaal samen op mijn bed liggen, waarna ze een kleine zucht slaakt en haar ogen langzaam sluit. Glimlachend blijf ik naar haar gezicht kijken, wat ik al honderden uren heb gedaan maar nog steeds geen genoeg van zou kunnen krijgen. Altijd had ik tegen inprenten aangekeken alsof het vies was, alsof je er niets aan had ; enkel en alleen omdat ik het nog nooit zelf had meegemaakt en het gelukkige gevoel waardoor je wordt overspoeld heb kunnen delen. Sinds Renesmee in mijn leven is wil ik niets anders dan bij haar staan - tot lichte ergernis van de andere roedelleden - en zal ik mijn leven voor haar geven. Lichtjes begin ik mijn lippen tegen haar kaak te drukken en grom dan zachtjes, waarna ik mijn gezicht weer in haar haren verberg.


    Jezebel Odys Fray
    De eerste uren gingen aanvankelijk goed. Het feit dat er bloed door mijn aderen raasde maakte echter al vrij snel dat ik de lichte vermoeidheid begon op te merken. Ithuriël was enkele keren omgedraaid, maar wist dat het geen zin had om me te helpen nu ik veel te koppig was om mijn zwakte te tonen.
    Toen het Embry ook begon op te vallen, kon deze het natuurlijk ook niet laten om zijn enorme lichaam ietwat te verkleinen. ‘Het is niet eerlijk dat jij naast lengte ook al sneller bent.’ Mompelde ik binnensmonds toen ik uiteindelijk bijna met tegenzin op zijn enorme rug plaatsnam. Mijn hart klopte ergens in mijn keel en mijn lichaam leek van nature de hele situatie in zich op te nemen. Zijn zachte vacht onder mijn huid en zijn ademhaling die ik vlak onder het oppervlak kon voelen. Mijn lichaam leek zich automatisch aan te passen aan het zijne, waardoor ik al snel de ruimte had om mijn armen rond zijn nek te krullen. Mijn ontevredenheid was als sneeuw voor de zon verdwenen toen ik mijn hoofd tegen zijn nek legde en mijn ogen voor enkele seconden sloot. Ondanks alles had ik nog nooit op Embry's rug gezeten. Raphaël wel, toen hij het lichaam van een peuter was vond hij het 't leukste dat er was. Het was misschien trots geweest, of het feit dat ik normaal gezien niemand nodig had die de snelheid toevoegde. Misschien was het feit dat we graag wedstrijden speelden ook belangrijk om toe te voegen: ik was immers veel te koppig geweest om Embry zijn zin te geven. Misschien zou ik eindelijk in moeten zien dat sommige dingen opgeven enkel tot betere dingen zou lijden.

    Ameleigh Bluebell Winter
    Mij? Hij wilde mij? Ik voelde mijn hart tegen mijn ribben bonken en de verkrampende pijn die me misselijk maakte. Raphaël hield me vast toen hij me met tegenzin naar voren hield - waar mijn linkerhand al gauw in Aro's stenen vingers klemde. Ik sloot mijn ogen en vrijwel direct voelde ik de druk wegvallen. De enorme ruimte. Het was alsof ik voor mijn gedachten stond en de indringer herkende. Aro. Zijn gave duwde met immense kracht tegen het dunne randje dat mijn kostbare geheugen beschermde. Ik kon hem niet stelen, zoals ik met de anderen had gedaan. Ik voelde mijn spieren verstrakken toen ik terugdacht aan de grijze waas voor mijn ogen. De sterke, ondoordringbare glans. En hij verscheen. Mijn gave trok door mijn lichaam - weg van mijn hart, naar mijn hoofd, en ik opende mijn ogen waarmee ik opnieuw recht in die van Aro keek. Zijn blik betrok vrijwel meteen - werd een moment overdonderd waardoor hij zijn grip op mijn hand verloor en zelfs achteruit week. Hij greep kort naar zijn hoofd, voor hij vooruit dook en daarmee mijn schouders vastgreep. Was ik het die hem had afgeweerd met mijn ogen? Een mentale messteek in zijn gedachten? ‘Jij..’ Er rolde een misvormt, hoog geluid over zijn lippen waardoor ik mijn handen bijna in een moordgreep rond Raphaëls linkerhand krulde. ‘Mijn allerliefste, getalenteerde Ameleigh. Gun mij alsjeblieft een kijkje. Eén kijkje?’ Zijn blik verzachtte haast eng waarbij hij zijn hand opnieuw uitstak. Als ik het niet deed, zou hij zich dan op Raphaël wreken? Ik slikte toen ik mijn hand in de zijne legde en op mijn onderlip beet. De glans die ik sterk in mijn hoofd aanwezig voelde, vervormde iets. Er kwam iets vrij. Een herinnering. En ik wist precies welke.
    ‘Wat als ze me niet aardig zullen vinden?’ Ik sloeg mijn grijze ogen ten hemel voor ik deze opnieuw tot mijn vader richtte. De man glimlachte. ‘Ze zullen dol op je zijn, Ameleigh. Ze hebben gewoon nog nooit iemand ontmoet zoals jij.’ De man glimlachte naar me, voor hij zijn warme lippen tegen mijn voorhoofd drukte. ‘Jij zult er komen op je eigen manier, Ame, je bent speciaal. Vergeet dat niet.’ Ik glimlachte. ‘Ik hou van je, papa.’
    Aro's mondhoeken krulden hebberig omhoog, terwijl hij mijn hand dichter tot zich trok.
    ‘Magnifico.’


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Embry Call
    Na even twijfelen breekt de vermoeidheid uiteindelijk Jezebel's koppigheid en laat ze zich soepel op mijn rug glijden, waarbij ze uiteindelijk haar armen rond mijn nek slaat en het zich comfortabel maakt. Voor een kort moment schiet het door mijn gedachten dat ze nooit eerder op mijn rug heeft gezeten in mijn wolvenvorm, en vraag me vervolgens af waarom het dit rotte moment moet zijn voor de eerste keer. Steevast prop ik in mijn gedachten dat - wanneer we dit mogen zouden overleven - ik Jezebel altijd op mijn rug zal trekken wanneer we ergens heen gaan en ik in mijn wolvenvorm ben. Ik moet meer gaan genieten van mijn leven met haar, mijn leven met Raphaël en mezelf niet continu zorgen maken over de andere dingen die ons leven bedreigen, ik moet leren me naar mijn leeftijd te gedragen - en op sommige momenten de strenge, serieuze volwassene uit te hangen die regels verzint om zijn zoon binnen de perken te houden.
    Tijd om er lang over na te denken heb ik echter niet, Ithuriël en Emmelynn komen met een grote ruk tot stilstand, waarna ik langzaam af ren en naast ze vragend blijf staan. Niet ver voor onze neus begonnen de stadsmuren van Volterra, een plaats waar ik in mijn wolvenvorm zonder enige uitzondering direct vermoord zal worden, waardoor dit het punt is dat ik moet terug veranderen naar mijn mensenvorm en zwak en weerloos zal worden tegen de gaven en krachten van de Volturi. Met een simpele buiging van mijn rug laat ik Jezebel ervanaf glijden, sprint terug het bos in en begin aan mijn terug veranderings ritueel, waarbij ik zorgvuldig de zwarte spijkerbroek en het witte shirt over mijn hoofd trek. 'Tijd voor actie,' mompel ik als ik vervolgens terug kom bij de rest, en sla mijn arm rond Jezebel's middel.

    Raphaël Embriël Fray Call
    'Magnificio.'
    De stem van Aro brengt me direct rilling die langs mijn ruggengraat naar beneden trekken en me even verbaasd met mijn ogen doen knipperen. Op het moment dat zijn lijkbleke handen Ameleigh's dunne, tengere hand dichter naar zich toe lijken te trekken stoot ik opnieuw een zachte grom uit en geef een kort rukje aan Ameleigh's schouder, waardoor haar hand losschiet uit Aro's greep en zijn blik in een ruk naar mij lijkt te flitsen. 'Raphaël,' fluistert hij dan, waarbij de slangachtige glimlach terug rond zijn lippen verschijnt, 'vertel eens, wat dit bijzondere mensenkind voor je betekent.'
    Opnieuw druk ik Ameleigh naar achteren zodat mijn lichaam haar voor het grootste gedeelte voor Aro's blik verbergt. 'Dat hou ik liever voor mijzelf, heer Aro,' mompel ik dan zacht, terwijl mijn ogen heen en weer schieten naar de twee mannen achter hem ; Santiago en Demetri. 'Ach, wat ontroerend, je bent met haar ingeprent, de liefdesband nog sterker dan de sterkste vampier! Wat jammer dat we die band zullen moeten verbreken...' glimlacht Aro dan, waardoor en ditmaal een harde grom uit mijn keel rolt en ik mijn blik in die van Santiago boor. Direct voel ik zijn energiestromen door mijn lichaam vloeien en laat ze voor een kort moment stilliggen, waardoor hij slapjes op de grond valt om naar adem te happen. Nog geen seconde later herhaal ik dit ritueel op Demetri, die eveneens op zijn knieën zakt en me met grote ogen aankijkt terwijl hij zichzelf probeert te bewegen.
    'Er wordt hier helemaal niks verbroken, heer Aro,' sis ik dan zachtjes, terwijl mijn armen naar achteren schieten om Ameleigh dicht tegen me aan te drukken.