Ik moet voor morgen een opdracht af hebben, en ik snap het echt niet. want eigenlijk weet ik niks van Duits..
Dus, kunnen jullie me helpen?
Opdracht:
Lees de zinnen. Vul de juiste vormen in kolom C in. In kolom B staat of het een der-, die-, das-woord of meervoud is.
A - B - C
1 een - die - Das ist ......... Schneebrille.
2 welke - mv - .............. Pisten sind markiert?
3 dit - das - Ich trinke .......... Mineralwasser nicht gerne.
4 de - der - Ohne ............ Trainer hätte ich nicht gewonnen.
5 een - die - ........... torte mag ich nicht.
6 geen - mv - Ich habe ........... Skischuhe.
7 welk - das - .......... Eis schmeckt dir am besten?
8 een - der - Wir fahren durch ........ bakannten Tunnel.
9 deze - der - Sie tut viel für ............ Freund.
Please help me?
[ bericht aangepast op 26 nov 2012 - 22:30 ]
All our dreams can come true, if we have the courage to pursue them..