Nog niet af, ik werk eraan. Wat vinden jullie tot nu toe? ;'D
EDIT: KLIK HIER VOOR DE EINDVERSIE.
Beschuit met gouden muisjes
Ik mocht van mijn moeder nooit bij Jean-Pierre spelen. Ze noemde hem een ‘rijkeluiskind’ en zei dat zijn ouders hem manieren moesten bijbrengen in plaats van zijn spaarvarken vet te mesten zonder dat hij er wat voor deed. Dat Jean-Pierre eigenlijk maar een zielig jongetje was, omdat zijn ouders de echte betekenis van het woord ‘rijkdom’ nooit begrepen hadden. Rijk werd je namelijk door geluk en liefde. Die logica begreep ik niet. Mama heeft mij wel honderd keer verteld dat ze van mij hield en oma gaf mij altijd plakzoenen, maar ik heb nog steeds maar 5 muntjes van 2 eurocent in mijn portemonnee zitten.
De maandag erop verscheen Jean-Pierre in het klaslokaal, grijnzend van oor tot oor. Meester gebood ons in een kring te gaan zitten, omdat Jean-Pierre wat te vertellen had. Hij liet Jean-Pierre op zijn bureaustoel zitten, die veel te groot was voor hem. Zijn roodgelaarsde voeten bungelden zo’n 10 centimeter boven de grond. Ik was jaloers. Je mocht nooit op de stoel van meester zitten, behalve als je jarig was. Jean-Pierre was nog lang niet jarig.
‘Ik heb een zusje gekregen,’ zei hij vol trots. ‘Ze heet Annabelle.’
Hij blies de kauwgom die hij in zijn mond had op tot een grote bel, en liet die knappen zodat er roze restjes om zijn lippen achterbleven. Annabelle, Annabelle herhaalde ik in mijn hoofd. En daarna: Pieter, Pieter, Pieter. Het eerste klonk veel mooier, en even was ik boos op mijn moeder dat ze mij niet zo’n mooie naam gegeven had.
Op het schoolplein werd er die middagpauze niet gevoetbald. Het veld was leeg, en wat anders een elftal zou vormen, stond nu aan de zijkant rondom Jean-Pierre heen. Zelfs de meisjes speelden voor deze ene keer geen tikkertje, en luisterden aandachtig naar wat hij te vertellen had. Ook daar was ik jaloers op. De meisjes praatten nooit tegen mij, behalve als ik jarig was. Dan had ik snoep en zeiden ze ‘gefeliciteerd,’ en daarna liepen ze weer weg. Maar Jean-Pierre was nog lang niet jarig. Ik drukte mijn handen tegen mijn oren, om niet te hoeven horen dat Annabella’s wiegje van roze kant was en dat ze zulke lieve geluidjes maakte en zijn naam al bijna uit kon spreken. Ik gaf een boze trap tegen de voetbal, die onaangeroerd op de stenen lag. Jean-Pierre vroeg of ik woensdag ook op kraamvisite wilde komen, om vier uur, eerder kon niet want dan moest Annabelle slapen. Ik zei dat ik wel wilde, maar dat ik niet mocht omdat zijn ouders de echte betekenis van het woord ‘rijkdom’ niet kenden.
‘Jean-Pierre heeft een zusje,’ vertelde ik mijn moeder toen ik na school thuiskwam. ‘Ze heet Annabelle en ze heeft een wiegje van roze kant en ze maakt zulke lieve geluidjes en ze kan zijn naam al bijna uitspreken.’
Mijn moeder fronste haar wenkbrauwen. ‘Annabelle,’ herhaalde ze met een vies gezicht. ‘Nou, dan klinkt Pieter toch een heel stuk mooier, vind je niet?’
Nee, dat vond ik helemaal niet, maar dat zei ik niet. ‘Mag ik erheen?’ vroeg ik.
‘Waarheen? Naar dat verwende nest?’ Ze trok haar wenkbrauwen op.
‘Niet naar dat verwende nest. Naar Jean-Pierre en Annabelle en het wiegje van roze kant.’
‘En wat ga je daar doen? Beschuit met gouden muisjes eten? Ik dacht het niet.’
[ bericht aangepast op 27 dec 2012 - 23:24 ]
Destiny is what you're supposed to do. Fate is what kicks you in the ass to make you do it.