De wetenschapper en de dromer
‘Eens wist ik
wie ik was,’
zei de dromer tegen
de man die
de wetenschap bedreef,
‘Tot mijn dromen
er niet meer waren
en vergingen
in het schip van mijn bewustzijn.’
De wetenschapper keek,
knikte,
kuchte een kleine kuch,
alvoor hij zei,
hoe de wereld blonk achter
de boeken der bestaan
‘Eens wist ik
wat ik zag,
maar dromer, oh, dromer,
hetgeen ik vond
kon niet tonen
wat het schip van mijn verstand
te boven ging.’
Samen, daar,
twee werelden uiteen,
de kust, de zee der leven
nam hun geesten mee,
overspoeld, verdronken,
per schip vergaan,
maar de dromer, oh, de dromer
kan tenminste nog eens dromen
van een koers
en een schip in zijn geliefde oceaan
Het is niet ongewoon dat mensen hun hele leven wachten met beginnen te leven. - Eckhart Tolle