Ik zou ook wel met je willen samen schrijven.
In de lente liepen ze langs de net uitkomende plantjes, die hun kopje uit de aarde staken. Ze had een grote bos vergeet-me-nietjes in haar handen, die ze voorzichtig op het graf legde, dat omringd was met andere bloemen. Door de zaden van de oude bossen bloemen die ze in de winter erop had gelegd.
Met gemak kwam ze overeind en veegde de blaadjes van haar jurkje af en trok haar vest aan. De waterige zonnestralen vielen over hun gezicht, waardoor ze best bleek leken. Maar het meisje had een roze blos op haar wangen, waardoor het leek dat zo bloosde.
Hij keek haar aan met zijn grijze ogen en je zag zijn hoge jukbeenderen, mooie vorm van lippen, die echter niet gekruld waren in een glimlach.
Het meisje raakte voorzichtig zijn arm aan, waardoor hij haar weer aankeek en zachtjes knikte. Ze had niets gezegd, ondanks dat wist de jongen wat ze zei. Dat was ook een van de raadsels.
Ze keek naar het graf, daarna liepen ze de begraafplaats af.
[ bericht aangepast op 13 maart 2012 - 16:19 ]
Then I defy thee, stars. Romeo Montague