De stoelendans
Een stukje uit hoofdstuk twee:
Met mijn ledere veterlaarsjes raak ik als eerste de koele lucht aan. Dan komt mijn kleine neus in aanraking met de winterse dampkring. Een diepe slaak of zucht en ik zet mijn voorzichtige stappen door. Ik tuur de straat door. Geen enkel teken van leven, alleen een schaars lichtje dat door de gordijnen van de schuin overbuurman flikkert. Een dunne mist gloeit over het asfalt.
[ bericht aangepast op 17 sep 2011 - 18:28 ]
EGYPTIAN GOD