• GHISLAINE
    Half fae ✰ with Angel & Shiva ✰ Outfit




          Niet lang nadat de opmerkzame gedachtespeling over haar tot waarheden vervloekte tong naar buiten is gerold, voelt de half—fae de druk op haar arm toenemen. Niet genoeg om daadwerkelijk pijn te doen, maar berispend genoeg om haar wenkbrauwen omhoog te laten rijzen en haar aandacht op de wildeling vluchtig te verslappen om te horen hoe waarschuwend hij haar naam uitspreekt.
          Ghislaine, niet gewend aan anderen die haar tot de orde pogen te roepen, geeft hem enkel een bemoedigend klopje op de arm die ze nog niet heeft losgelaten. Haar felgekleurde irissen glijden terug naar de in dierenvachten gehulde dame, wetende dat deze haar directheid allesbehalve als belediging op zal vatten. De fae zijn een scherpzinnig volkje, die niet glamours maar mensenkennis als hun grootste troef rekenen.
          ‘Hij bevindt zich onder ons,’ spreekt de verwilderde schone, haar stemgeluid ruwer en scherper dan ze gewend is, maar desondanks niet onplezierig om naar te luisteren. Het zijn diens woorden waarvan de lippen van de witharige zich omkrullen; alsof de belofte op chaos de angst overmeestert, zonder dat Ghislaine daar zelf enige controle over heeft. Het is haar natuur. Ondanks het eerlijke antwoord, is het haar duidelijk dat de necromancer op haar hoede is; en niet omwille van Angel. ‘Er klopt iets niet.’ De weinig geruststellende bekentenis is niet het het enige dat haar alerter maakt dan ze al was; ook Angel lijkt om te slaan nadat zijn ogen de ongezellige straat daadwerkelijk hebben opgemerkt, alsof hij voor het eerst goed om zich heen kijkt. Ghislaine is weinig enthousiast over de zijstraat, maar voelt zich daarentegen niet minder op haar gemak.
          Ze tuit haar lippen afwachtend, zich desalniettemin afvragend wat er mis is, maar poogt zich iets ontspannender op te stellen in de hoop dat het zal afgeven op Angel. Haar blik is nog geen seconde van de vrouw geweken en wanneer haar roofachtige kijkers zonder meer oplichten kan Laine de geur van dode magie op haar lippen proeven. Misschien dat ze voor Angel zou moeten schuiven, hem beschermen tegen de reden waarom de oogverblindende necromancer hem met zo'n indringende blik bekijkt dat een ander zou hebben weggekeken—maar de witharige voelt enkel die vreemd, fae—achtige glimlach over haar gezicht kruipen als de engel het woord neemt.
          ‘Alles kan helpen. Elk beetje informatie.’ Hij heeft gelijk, al zij het om andere redenen dan die zij heeft om te willen weten wat er speelt. Ghislaine wil absoluut niet de volgende zijn en heeft geen enkel verlangen om zich nog dichter bij de bewuste plek te begeven dan ze al zijn. Ze draait dezelfde lok om en om en om een kleine wijsvinger, onbeschaamd toekijkend hoe de jonge vrouw gehoor geeft aan de hoopvolle ondertoon in Angel's stem.
          Het is altijd iets wonderlijks om een ander te zien doen wat niemand anders kan; de vreemde wijze waarop verschillende magie werkt, waarop het leeft en beweegt in anderen. De half—fae drinkt het beeld op dat zich ontvouwd, de witte ogen die in het niets staren kennisgeving van de kracht die door haar heen stroomt, onderbroken enkel zodra ze een misnoegzame grauw laat horen die de haren in haar nek recht overeind laten staan.
          ‘Hij zit vast,’ spuwt ze in diezelfde, dierlijke intonatie. Ghislaine's gelaat is onverminderd zoet, de indringende blik ontvangend. ‘Hij zit net zo vast als de rest van ons.’ Ze heeft nog nooit zo graag belogen willen worden.
          ‘Ik waardeer je hulpvaardigheid,’ zegt ze. De wildeling heeft hen geholpen, zonder daar iets voor terug te vragen. Onbekend met de markt en de wijze waarop deze wordt gerunt. Laine zou haar hebben bedankt, als een dankjewel niet zou betekenen dat ze haar iets verschuldigd zou zijn. ‘Je bent alleen,’ voegt ze daar aan toe, een constatering ondanks de korte blik op haar dierlijke—dode—metgezel. ‘Mijn naam is Ghislaine, en dit is Angel. Waarom blijven we niet bij elkaar? Ik durf te wedden dat we een grotere kans maken om hier weg te komen als we samen blijven. Overleving zit in nummers, niet?’ oppert ze op bijna verlegen wijze, al is de sublieme schittering in haar ogen allesbehalve onschuldig.

    [ bericht aangepast op 27 mei 2020 - 2:25 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Als het goed is, is iedereen nu gewaarschuwt met een link (flower)


    Feel the fire, but do not succumb to it.