034 Eleanor
Na het lekker eten, neem ik afscheid van Thranduil. Mijn vader, mijn echte vader die ik pas sinds kort heb gevonden. Hij moet terug naar Mirkwood, maar ik zal hem af en toe bezoeken, ik wil onze band behouden.
'Dag, vader. Galo anor erin râd dhîn.' Moge de zon je pad verlichten. Ik sla mijn armen om hem heen en knuffel tegen hem aan. Ook al kennen we elkaar niet zo goed, maar ik zal hem enorm missen. Thorin neemt mijn hand zachtjes in de zijne vast als mijn vader weg gaat, aangezien één enkele traan uit mijn ooghoek ontsnapt. Ik kijk hem recht in de ogen aan, terwijl hij liefde en bezorgdheid uitstraalt. Ik staar in zijn ogen, alsof ze me langzaam opslokken en plots komt er iets tevoorschijn. Een herinnering, onze eerste herinnering. Ik vlieg om zijn nek, terwijl hij even verbaasd blijft staan.
'Ik herinner me weer iets, toen je met je boot aanmeerde. Ik weet het weer.' fluister ik hem toe, waarna zijn armen om me worden geslagen en een kus op mijn wang wordt gedrukt.
'Ik hoop dat de rest ook snel volgt dan.' fluistert hij terug in mijn oor.
Nadat iedereen gedaan had met eten, help ik Fili met de afwas. Thorin is de zaal uitgegaan, om een of ander edelsteen te gaan zoeken die belangrijk blijkt te zijn.
'Hij vind het echt super, Eleanor.' ik kijk op naar Fili. Ik had me geconcentreerd op de afwas, waardoor het even stil was.
'Wat dan?' vraag ik wat verward, helemaal niet mee met wat Fili probeert te zeggen. Met vlotte bewegingen wast hij alles netjes af, geen vlekje is er nog te bespeuren en toch werkt hij op een hoog tempo dat ik niet kan volgen.
'Dat je weer iets herinnert. Zijn gezicht sprak boekdelen, wanneer jullie zo stonden te knuffelen hoor.' vertelt hij. Ik voel hoe mijn wangen wat rood kleuren, mijn hartje klopt wat sneller als ik aan Thorin denk. En plots bam, komen er verschillende herinneringen naar boven. Het zijn er gewoon zoveel opeens dat het lichtjes begin te tollen in mijn hoofd. Ik laat het bord uit mijn handen vallen en grijp me vast aan een kast. Maar tevergeefs, toch val ik neer op de grond en Fili springt meteen naar me toe. Mijn lichaam raakt de grond, maar mijn hoofd beland net nog op iets zachts. Fili's hand ligt onder mijn hoofd, terwijl hij bezorgd naar mij kijkt.
'Wat scheelt er?' vraagt hij meteen, maar ik krijg geen woord uit mijn mond. Ik kan hem enkel aanstaren, dus neemt hij me op in zijn armen en draagt me weg. De lange gangen door, tot hij stopt aan een van de deuren. De kamer waar ik wakker uit werkt, betreed ik opnieuw in Fili's armen. Voorzichtig legt hij me op het bed, waarna hij mijn schoenen uitdoet en het laken over me heen legt.
'Rust maar een beetje. Straks zal er iemand bij je langskomen.' zegt hij. Hij veegt mijn haar uit mijn gezicht, waarna hij rechtstaat en de kamer uit stapt. Vermoeid doe ik mijn ogen dicht, zodat ik even alle herinneringen en gedachten kan sorteren.
Als ik al beetje bekomen ben, hoor ik stemmen en voetstappen op de gang. De stemmen kan ik niet goed horen, maar aan de kracht en volume te horen, is er Thorin erbij. De voetstappen stoppen vlak voor de deur van deze slaapkamer.
'Fili wat was er nu zo belangrijk dat je het niet in de schatkamer kon zeggen? Ik moet de arkenstone vinden, voor ons allen. Je weet dat anders de andere ons niet zullen helpen als we het nodig hebben.' vertelt Thorin. Het maakt dat ik me even teveel voel hier in Erebor, maar Thorin weet natuurlijk niet dat ik weer van alles herinner.
'De is door haar knieën gezakt, oom. Ze voelde zich niet goed, ik dacht dat je het wel wou weten en haar zou gaan bezoeken dan.' zegt Fili. Er volgt een lange stilte, een ongemakkelijke stilte weliswaar. Ik sta op van het bed, stap naar de deur en leg mijn hand op de deurklink.
'Dat doe je niet, laat hem maar. Ik kijk vlug om mee heen, maar zie niemand staan. Zelfs onder het bed, in de kast of achter de gordijnen niet.
Doe niet zo raar, je weet wel wie ik ben. Ik ben jou. Verward kijk ik mezelf aan in de spiegel. Ik praat niet, ik doe niet anders of zie er niet anders uit. Toch is die stem daar, die zowel bekend als onbekend klinkt.
'Het kan zijn dat ze ligt te slapen, maar je kan altijd naar binnen gaan in plaats van hier in stilte te wachten.' merkt Fili op. Mijn aandacht wordt daardoor afgeleid van de stem en kijk ik opnieuw op naar de deur. Ik verwacht dat de deurklink naar beneden gaat, de deur open gaat en Thorin naar binnen zal komen. Dat hij ziet dat alles in orde is, zodat ik hem kan vertellen wat ik opnieuw weet en dat hij weer een tikkeltje gelukkiger is. Maar in plaats daarvan blijft de deur dicht en een doffe plets klinkt door de gang.
'Wat denk je dat je bent? Mij hoef je daarop niet te wijzen hoor, ik ben nog steeds jouw koning en je dient respect te tonen. Ik beslis nog steeds zelf wat ik wel of niet doe. Ken je plaats, Fili.' hoor ik Thorin kwaad zeggen. Zijn zware voetstappen klinken doorheen de hal, die langzaam verdwijnen. Ik doe de deur met een ruk open en Fili zit neergeknield op de grond, met zijn handen om zijn buik. Meteen kniel ik naast hem neer, waarna ik hem voorzichtig overeind help en naar het bed in de slaapkamer begeleidt.
'Waarom deed hij dat nu?' vraag ik aan hem. Fili blijft echter naar de grond staren, alsof hij net de grootste fout uit zijn leven had gemaakt. Ik verlaat de kamer woest, op zoek naar diegene dat ik ooit mijn hart heb geschonken.
Reageer (4)
Ik was trouwens waarschijnlijk echt terug gaan praten tegen die stem haha.
1 decennium geledenOeeeh Eleanor, sass queen!
1 decennium geledenNah. Ik voel aankomen dat ze straks verliefd op Fili gaat worden EN DAT MAG NIET.
1 decennium geledenTHORIN LUL
1 decennium geleden