The Peacefull Life.

De nacht was over, de zon kwam langzaam op en scheen door de bladeren van het dierenbos waardoor sommigen hun ogen opende. In het mooie van bladeren hol scheen de zon vel door de bladeren waardoor een sneeuw witten poes haar ogen opende. 'Goedemorgen lieve snow.' de aardige stem van haar partner Ice hoorde ze als eerste. Ze stond op en rekte zich even uit. 'Hey ice.' sprak ze tegen de kater. 'Zullen we even rond gaan kijken buiten of er al dieren wakker zijn?' vroeg de kater ice terug. 'Oke.' ze liepen het hol uit, het hol hadden ze samen gemaakt. Het was sterk en stevig met twee warme nesten, het was dichtbij een klein meertje om te drinken, en binnen was het lekker warm, ze hadden ook een klein stapeltje van vis en ratten, oftwel hun prooi. Nee, hier jaagden ze niet op konijnen vogels of eekhorens, die waren hun vrienden. Maar de ratten waren gemeen, de zwakke ratten aten ze daarom ook op en de vissen begrepen ze hun taal nooit, en ze moesten ook echt iets eten dus besloten ze dat maar. Een jong konijn kwam aan zodra hij zag dat de twee katten wakker waren. 'Snow! Ice!' zei het konijn terwijl het hun richting heen ging. 'Hallo vlek.' begroette ice het konijn en stopte. 'Snow, ice, luister ik sprak fly net, hij zij dat hij een kitten hoorde miauwen in een richting! Jullie moeten hem helpen.'
'We gaan gelijk! Welke kant was het op?' vroeg ice.
'Daarheen!' Riep het jonge konijntje vlek en rende een struik in, de twee katten volgden. Onderweg vroeg snow iets aan vlek.
'Vlek?'
'Ja?'
'Waarom hielp je de kitten niet eerst zelf?' Vlek leek niet voorbereid op die vraag.
'Ik was al in de buurt van jullie en jullie waren wakker en bovendien kan ik de kitten niet zo goed zelf slepen hij is erg zwaar.' antwoordde hij. Snow wist niet zeker of hij de waarheid sprak maar zo'n smoes verzin je niet een twee drie, en bovendien was vlek een goede vriend die alles zou vertellen. 'Daar!' riep vlek die nu sneller dan de twee katten probeerde te rennen. Een zwart kittentje lag daar met zijn ogen dicht te piepen. 'Help. Ik honger.' miauwde het kittentje. 'Hallo.' miauwde ice en boog zig over het katertje. 'Dus jij hebt honger? Ik zal wel wat vangen.' hij liep alweer weg. Het katertje had zijn groene oogjes geopend ze waren helder groen. 'Hai ikke blacky ikke hier achtergelaten en nu ikke honger en alweer drie keer dag en nacht geweest.' miauwde de kitten toen.
'Blacky, ik ben Snow. Je mag wel met ons mee, wij hebben veel voedsel en drinken.' miauwde snow. Het katertje krabbelde overeind 'Echt? Mag ikke ook blijven?' 'Tuurlijk. Er wonen nog meer katten het is heel gezellig.' Er woonden verder nog de zussen van snow. 'Wat hun namen?' vroeg blacky. 'Swift, star en ice.' 'En ik ben vlek.' antwoordde vlek die eindelijk iets kon zeggen. Ice kwam aan met een dikke vis in zijn bek, hij liet het vallen voor het kleine katertje. 'Ice, vind jij het goed als hij bij ons blijft?' vroeg snow terwijl blacky allang aan het eten was. 'Tuurlijk. Maar vinden Star en Swift het wel goed?' 'Ik vraag ze wel als ze thuiskomen.'
Vlek zei 'Nou jullie hebben het geregeld. Dan ga ik maar weer eens.'
'Bedankt vlek.'
'Doei!' het konijn liep weg.
Blacky had genoeg gehad, hij had een halve vis op en dat voor een klein katertje! 'Kom je mee naar je nieuwe huis blacky?' vroeg ice.
'Ik nog geen energie ik niet kon slapen want koud.' zei blacky. Snow pakte blacky op. En ze liepen richting het hol. Star en swift lagen op hun nesten, Grey lag bij swift. 'Wie is dat?' vroegen ze alle drie tegenlijk. 'Blacky.' legde ice uit. Hij vertelde hoe ze hem vonden en alles. 'Tuurlijk mag hij hier wonen! Grey vind jij dat ook goed?' Grey knikte, grey woonde hier ook. Het was super gezellig, klein maar gezellig! Toen swift 'Grey' miauwde opende het katertje even zijn ogen die dicht waren gegaan. 'Wie is dat?' vroeg hij. 'Dat is grey hij woont hier ook.' legde star uit. Ze gingen allemaal op hun eigen nest en Blacky kwam bij Snow.

Toen het middag was stond swift op. Ze hadden de hele middag gepraat en sommigen van hem geslapen en af en toe gingen ze even kort jagen op vissen en prooiratten. 'Waar ga je heen?' vroeg haar partner gelijk. 'Even naar de Geneeskat ik heb pijn in me buik.' antwoordde ze. 'Ik ga mee.' antwoordde grey gelijk. 'Prima.' 'Ik ook!' miauwde star.
'Nee, anders word het iets te druk.' miauwde snow want ze wist dat iedereen mee zou willen. 'Trouwens ik heb je ergens voor nodig Star.'
'Waarvoor?'
'Ik wil even jagen met ice - Snow gaf ice een lik en kreeg een lik terug. - En jij moet op blacky passen.'
'Jeej, tuurlijk!' ze wou altijd al moederkat worden maar ze had geen partner of iets. Ze nam de kitten aan en ice en snow liepen het hol uit tegelijk met star en grey. 'Naar de kleine rivier.' miauwde ice. 'Daar is vaak vis!' Ze liepen naar het riviertje en wachtte zonder dat hun schaduw op het water viel op een vis. Daar! Een vis zwom naar boven en gelijk stak snow haar klauw uit. Ze sloeg het het land op en boog zich snel om het dood te bijten. 'Hebbes!' riep ze. 'Goedzo' snorde ice. Hij Ving ook een vis, na een tijd in de avond hadden ze acht vissen. 'Nieuw record! Acht vissen nog voor de nacht' Riep snow.
'Goedzo.' Oppeens kwam fly aan. De uil lande op een tak. 'Je moet snel naar het hol van de geneeskat boven op de berg!!!!!!! Het is een bericht dat ik moest sturen; er is iets met Star!'