Wist geen goede naam voor hoofdstuk.

Avondpoot en zilverpoot spraken geen woord totdat ze de rivier berijkte. Zilverpoot miauwde 'En, waar zou de rivierclan zijn?' Avondpoot wist het niet 'Geen flauw idee, maar als ik de rivierclan was zou ik naar het kamp gaan.' Zilverpoot miauwde 'Daar hebben we niks aan avondpoot.' 'Misschien zijn ze er wel, er moet toch één kat zijn? En anders, worden we zeker weten niet aangevallen.'' Toch sprongen ze van steen naar steen, de rivier over en dan het kamp in. Het was verlaten, en stil. 'Ik hoor iets!' miauwde zilverpoot. 'Hoe kun je nou nog iets horen zilverpo-'' avondpoot kon haar zin niet af maken. ''Stil nou en volg me.' Doodstil volgde avondpoot haar vriendin. Ze gingen naar de kraamkamer van het rivierclan kamp. 'Wat doen we hie-' ''Stil!'' zilverpoot hoorde blijkbaar toch echt iets. Toen zag avondpoot het ook. Een zwarte, kleine kitten, zat daar nog te piepen. Hij keek ze aan met zijn groene ogen. 'H-hallo.' piepte hij. '''Waarom ben je niet mee met de rivierclan?'' de kleine kater keek zilverpoot aan.
''Rivierclan gemeen! Ik shaduwclan eerst, toen verbannen en mee genomen door rivier, en toen zij mij achter laten in hol terwijl hun rennen voor schaduwclan!! zij mij wouden dood.' miauwde hij.
''Wat!?'' miauwde zilverpoot.
''En wat jullie hier doen ik vraag'' zei het katertje weer.
''Wij gingen op zoek naar de rivierclan, wij moeten hun helpen, ookal zijn ze gemeen.'' miauwde avondpoot.
Het kleine katertje leek hongerig. 'Mag ik eten?' vroeg hij. ''Rivierclan prooi megenomen en toen weg rennen gaan.''
''Ik vang wel iets!' miauwde avondpoot.
''Mag niet in rivierclan territorium.'' miauwde zilverpoot.
''Het moet! Wil je soms dat dit katertje dood gaat? Bovendien, de rivierclan is toch weg en we krijgen hun geur automatisch!'' miauwde ze terug.
''Goed dan, maar kleine krijger, mag ik je naam vragen?'' miauwde zilverpoot.
''Ik zwartkit.'' antwoordde het kittentje.
Avondpoot liep het hol uit opzoek naar eten.

( Nu even het gesprek tussen zwartkit en zilverpoot want het is beetje saai anders.)
''Waarom heeft de schaduwclan je verbannen?'' vroeg zilverpoot.
''Zij gemeen net als rivierclan, zij mij verbannen omdat ik honger had en hun geen prooi hadden terwijl leider super veel eten at!!!!'' schreeuwde het katertje boos. ''En dan rivierclan krijger mij meenemen en dan zij mij achterlaten en dan even nacht en even weer dag en dan jullie komen super veel vragen stellen.'' vervolgde hij. ''Sorry daarvoor.'' miauwde zilverpoot. ''Misschien mag je bij de donderclan, die zijn niet gemeen en je mag zoveel eten als je wil.''
(Nu weer avondpoot volgen)
''Eten als je wil...'' hoorde avondpoot nog voordat ze het hol binnen kwam met drie dikke vissen in haar bek. Ze legde ze neer. ''Tuurlijk mag je wel bij de donderclan!'' miauwde avondpoot alsof ze wist wat zilverpoot had gemiauwd. Ze begon aan haar vis te knabbellen. Na een tijd hadden ze allemaal gegeten. ''We moeten verder met de reis om de rivierclan terug te halen.'' miauwde zilverpoot.
''En zwartkit dan?'' vroeg avondpoot terwijl ze de laatste hap doorslikte van de vis.
''Jullie mogen gemene clan niet terug halen!!'' miauwde zwartkit boos en nam een laatste hap.
''Zwartkit het werkt gewoon dat er vier clans zijn.'' sprak avondpoot rustig.
''Nee! Slechte clan niet bestaan!'' protesteerde zwartkit.
''Nee, slechte leider, ik ga het goudster vertellen, en hij zegt op de volgende grote vergadering er wat van. Misschien winnen we wel en gaat de leider goed doen.'' miauwde zilverpoot. ''We brengen je wel naar het kamp.'' miauwde avondpoot. De drie katten liepen het hol uit. Na een tijd waren ze aangekomen bij de rivier, de zon ging al onder. Avondpoot pakte zwartkit op en begon van steen naar steen te springen met zilverpoot achter zich aan. Toen ze aan de overkant kwamen wou avondpoot zwartkit neerzetten maar hij sliep dus ze gingen weer verder. ''Het moet erg zijn voor zwartkit.'' miauwde zilverpoot onderweg. ''Eerst geboren in schaduwclan, dan verbannen en naar rivierclan, en dan daar ook weer achter gelaten worden, misschien vertrouwt hij de donderclan dus ook niet.'' ''of de windclan.'' miauwde avondpoot er achter aan. Na een tijd kwamen ze eindelijk aan. Goudster sprong op de hogesteen en riep alle katten bij elkaar. ''Ze zijn terug'' miauwde hij. ''Vertel wat er is gebeurt en waarom jullie een kitten bij jullie hebben.'' miauwde hij,
Zilverpoot vertelde het verhaal wel. 'We waren opweg naar de rivierclan kamp, om te kijken of ze misschien daar toch wel waren. We vonden alleen zwartkit, daar en hij vertelde dat hij verbannen werd door de schaduwclan zijn geboorteclan, en daarna naar de rivierclan is gehaald maar is achter gelaten omdat ze dachten dat het een nutteloze kitten was. We moesten hem wel menemen en we gaan zometeen weer de rivierclan zoeken.'' Goudster miauwde ''Ik zal met de twee leiders praten hier over op de vergadering, welke van de moederkatten zal deze kitten willen verzorgen?''
''Ik doe het wel!'' dat was ijsvacht. Ze nam de kitten over en liep naar de kraamkamer. Het was al donker.
Goudster begon te spreken zodra de moederkat uit het zicht was. ''Jullie twee, zijn al heel lang leerling. Jullie hebben een kitten gered en meer, het is tijd, om krijger te worden!'' Hij begon een ceremonie. ''Ik, goudster, vind deze jonge katten oud genoeg om krijger te worden. Ik geef ze nu hun nieuwe krijgersnaam.'' Wauw, de dag kon niet meer stuk, dacht avondpoot. Die onderweg naar de zonsondergang had gekeken. Maar nog steeds waren de mysteries er van de slechte leiders. ''Avondpoot.'' sprak de leider. ''Jij heet vanaf nu Avondhart. Je hebt lang genoeg getraind en word vast een dappere krijger.'' daarna keek hij naar zilverpoot. ''Zilverpoot. Jij hebt ook hard getraind, jou nieuwe naam is zilverwind. Nu, ga een nacht waken, dan naar de medicijnkat voor je ziekte, en dan slapen en dan zullen jullie weer verder gaan.'' Avondhart keek blij. Beter kon het niet. Ze waakten de hele nacht en daarna in de ochtend liepen ze naar de medicijnkat, die werd langzaam wakker. ''Oh ja.'' miauwde ze en onderzocht zilverpoot een tijdje. ''Goed nieuws, zilverwind, je hebt géén groenhoest meer!!'' Nu was het nog beter. ''Yes! Zilverwind! We zijn krijger, hebben een kitten gered, en je hebt geen groenhoest meer!'' miauwde avondhart blij. Na een tijd was ze toch uitgeput en ging op haar nest liggen naast zilverwind. Ze likten elkaar. ''Beter kan het niet!'' miauwde zilverwind.
''Inderdaad, maar ik ben KAPOT! Ik ga slapen.'' miauwde avondhart. ''ik ook'' ''slaaplekker.'' ''jij ook''
en ze sliepen.


(LANG HE LANGSTE HOOFTSTUK EVER! :D maar denk niet dat het niet spannend meer is, de leiders zijn nog steeds slecht)

Reageer (1)

  • Cloudtail

    ja na een tijdje geraakt je inspiratie wel een beetje op... dat is bij iedereen denk ik.

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen