``184``

Dean maakt zijn armen los en helpt Sam. Dean wilt gelijk weglopen maar Sam houdt hem tegen. ‘Alex nog’ ik zit wat verdooft op de stoel. Dean bijt op zijn kaken en besluit me toch los te maken. Hij trekt me overeind voordat de goden terug komen. Dean staat tegen de deur terwijl ik me met moeite overeind hou. ‘Alex! Concentreer je’ even kijk ik naar hem. Zijn ogen staan kwaad maar daaronder zie ik iets van medelijden. Ik bal mijn hand. ‘de la’ snel loop ik er op af en trek hem open. Hij zou de deur net blokkeren. Dean knikt en trekt me mee naar Sam. ‘we moeten staken hebben’ ik probeer me te herinneren wat voor soort. ‘evergreen’ even knik ik en zie de kerstboom. ‘de kerstboom’ Sam en Dean schuiven de grote kast voor de deur en we duwen de boom om. ‘jammer, ik vond het een mooie boom’ we trekken allemaal een goede tak eraf. Het gebonk is gestopt. De man tackelt Dean en Sam wordt door de vrouw gegrepen. De worsteling begint, ik ren op Dean en de man af en haal uit. Mijn tak knapt en de man pakt me ruw bij mijn keel. Gelijk wordt al mijn lucht afgesloten en begin ik te spartelen. Een harde bonk doet de man omkijken. ‘Madge!’ de vrouw ligt dood op de grond. De man laat me los maar voor hij iets kan doen steekt Dean hem al neer.

‘hoe gaat het met je vinger?’ Sam pakt mijn hand beet en kijkt naar mijn vinger waar nu een nagel mist. ‘het doet pijn maar ik overleef het’ hij glimlacht even.
‘vrolijk kerstmis’ Dean loopt al naar de Impala.
‘Sam, wat kan ik doen om Dean me weer te laten vertrouwen?’ Sam zucht even diep en slaat zijn arm om me heen. ‘ik denk dat hij binnenkort wel weer bij trekt’ even glimlach ik ook.