``157``

‘jongens!’ Mia ramt op de deur. ‘jongens doe open!’ Dean opent de deur langzaam en glimlacht naar Mia. ‘Mia, miste je me al?’ hij glimlacht breed en Mia slikt even. Ze schudt haar hoofd.
‘we moeten zo snel mogelijk naar het huis van die conciërge!’ Sam trekt zijn wenkbrauw op. ‘waarom?’ Mia duwt zichzelf langs Dean.
‘Alexandra is met hem mee naar huis’ Dean begint hard te lachen.
‘dus? Misschien is ze er klaar mee om maagd te zijn’ hij lacht even vunzig. Mia stompt hem gelijk hard op zijn arm. ‘Dean ik maak geen grapje, ik vertrouw die gast niet’ Sam pakt zijn mobiel en belt me. Na een paar seconden kijkt iedereen naar de tafel. ‘ze heeft haar mobiel niet bij zich’
‘we moeten haar zoeken!’ Sam en Dean pakken hun jassen en lopen gelijk achter Mia aan.
‘waar gaan jullie heen?’ ik trekt mijn wenkbrauw op als Dean, Mia en Sam op me af lopen. Mia opent haar mond verbaast. ‘maar je was met de trickster mee’ ik begin hard te lachen.
‘hij heeft me de documenten gegeven, meer niet. En ik heb eten gekocht. Weet je Mia misschien moet er iemand bij je blijven voordat je ziek wordt of zo’ Dean steekt zijn hand op. ‘Dean, ik ben blij als je bij haar blijft. Ik kan je echt niet luchten of zien’ snel loop ik door terwijl iedereen verbaasd blijft staan. ‘wat is er met haar aan de hand?’

‘dus Mia… het is al een tijdje geleden dat we alleen waren’ zegt Dean gelijk als de deur dicht zit. Mia draait zich naar hem om. ‘dat is het zeker Dean’ hij loopt op haar af en strijkt over haar wang.
‘je bent even mooi als eerst’ Mia glimlacht eventjes. Voorzichtig duwt Dean zijn lippen op die van haar en laat zijn hand over haar rug gaan. Mia gaat even op de kus in maar stopt dan. ‘Dean ik kan het nu niet’ ze loopt van hem vandaan en pakt een biertje. ‘ik vertrouw die man echt niet’ mompelt ze terwijl tegen het keukenblad aan gaat staan. Dean pakt ook een biertje en gaat tegen haar aan staan. ‘kunnen we dit morgen bespreken?’ Mia grinnikt.
‘je weet nog steeds hoe je me zo ver kan krijgen’ Dean pakt haar biertje uit haar hand en neemt haar mee naar het bed. ‘morgen ochtend, dan gaat het weer door. Maar nu zijn we alleen.’ Mia plant haar lippen op die van Dean.