De rest van de week ging langzaam voorbij. Ik moest helaas nog gewoon naar school en had moeten zweren dat ik niets over het weerwolf-gedoe zou zeggen tegen mijn vrienden. Zelfs niet tegen mijn beste vriendin Amber.
Mijn klasgenootjes vroegen vaak waarom ik mij zo anders en levenloos gedroeg.
Ik was heel erg sloom en moe. Normaal was ik altijd druk en irritant (op een leuke manier dan). Telkens als ze dat vroegen antwoordde ik gewoon dat er niets aan de hand was. Vaak wouden ze dan nog doorvragen maar nam de juf (ja, ik was blijven zitten) het voor mij op door te zeggen dat ze op moesten letten bij haar uitleg. Ik vermoedde dat Sam haar wel alles had uitgelegd.

Donderdagmiddag kwam ik thuis van school. Ik gooide mijn schooltas op de eetkamertafel en ging op de bank zitten. Mijn/Jacobs kamer lag nog steeds in puin. We hadden Billy beloofd om het zo snel mogelijk op te ruimen en op te bouwen, maar er was nog niets van gekomen. Tot die tijd sliep Jake op de bank en ik buiten in een tentje. We hadden het toch nooit koud.
Billy kwam binnenrijden, opende de koelkast en pakte er een blikje bier uit. ''Zo, Fiann, hoe was 't op school?"'
''Wel oké..'' mompelde ik. Billy zuchtte en nam een slok van zijn bier. ''Vanavond houden we een kampvuur. Ik moest je uitnodigen namens iedereen.'' Ik keek op. ''Kampvuur?''
''Ja. We houden een barbecue en vertellen stamverhalen.'' vertelde Billy, blij dat hij eindelijk mijn aandacht had. Ik knikte.

Dus die avond was ik van plan om naar dat kampvuur te gaan. Ik had toch niets beters te doen (stapels huiswerk, maar dat is niet BETER).
De barbecue/ bijeenkomst was op het strand. Samen met Jake ging ik op weg. Toen we door het bos wandelde, mompelde ik: ''We moeten toch echt wel eens beginnen met de opbouw van onze kamer. Ik vind het zo zielig voor Billy om een kamer te missen en de kou zal voor hem ook al niet meewerken. Jacob kuchte alleen maar. Ik bleef staan en riep: ''Kun je nou voor één keertje eens wel naar mij luisteren?!'' Jacob negeerde mij en liep door. Zak. Mopperend liep ik achter hem aan. Uiteindelijk kwamen we uit op het strand. Zo ver lopen was het blijkbaar toch niet. Billy, Sue Clearwater en tot mijn verbazing ook Charlie zaten zich al rond het oplaaiend kampvuur te warmen.
Jacob rende (wat zeg ik, het leek bijna op húppelen) naar een meisje toe. Renesmee.
Leah en Seth waren met de barbecue bezig en Embry, Quil, Jared en Sam waren aan het voetballen. Paul roosterde marshmallows. Ik ging naast hem zitten en pakte ook een takje. ''Mag ik...'' mompelde ik en ik wees naar de zak met spekkies die naast zijn been lag. ''Natuurlijk''. Paul griste de zak van het zand en gaf hem aan mij. ''Thanks.''
Vliegensvlug prikte ik drie marshmallows door het stokje heen en hield hem boven het vuur. ''Wanneer gaan we beginnen?'' Mijn stem klonk zacht en schoor.
Paul keek niet op van het vuur en zei: ''Als Quils opa en Emily er zijn.''
Ik was verbaasd. ''Word Emily dan niet opgehaald door Sam? Ik bedoel, die twee zijn toch onafscheidelijk?''
''Iemand moet opa halen.''
''Waarom Billy of Sue dan niet?''
Paul grijnsde en fluisterde: ''Niet door vertellen. Ze hebben echt een blunder begaan.''
Haha. Ik zag de blunder al aankomen. ''Wat dan?''
''Ze waren hem vergéten op te halen.'' Ik voelde een lachkriebel in mijn buik. Vergeten? Arme opa. Ik probeerde mijn lach in te houden en dat lukte aardig.

Seth kwam naast ons zitten en vroeg lachend: ‘’Je hebt de blunder ook gehoord, zo te zien?’’ Paul zei dat hij wat zachter moest praten toen Billy met opgetrokken wenkbrauw onze kant op keek.
Emily kwam aanlopen met oude Quil en iedereen keek op. Leah kwam aanlopen met een bord met gebraden worstjes en zette ze op het kleine tafeltje dat naast onze boomstam stond. Snel ging ze zitten. De jongens waren inmiddels klaar met voetballen en namen ook plaats op de ‘’banken’’.
We keken Billy allemaal verwachtingsvol aan. Hij schraapte zijn keel en begon.

Lang, heel lang geleden, waren wij, de Quileuttes nog een hele kleine stam. Het was voor vijanden dan ook aantrekkelijk om ons aan te vallen. De enige manier om onszelf te verdedigen was door onze boten te pakken en de zee op te gaan.
Later begonnen er dingen te veranderen. Sommige van ons werden geestenkrijgers. Diegene hadden speciale krachten waarmee ze naar de geestenwereld konden reizen en terug. Ook konden wij dingen in beweging zetten. Hele dorpen werden soms overstroomt en zandwegen werden onbegaanbaar door grote rotsblokken die de weg versperden. We gebruikten onze gaves alleen als dat echt nodig was.
Toen we weer eens de zee op moesten vluchten, verlieten de geestenkrijgers onder leiding van stamhoofd Kahelea hun lichamen en lieten ze achter bij de vrouwen. Hele windstormen ontstonden en de sledehonden van de vijandige stam werden opstandig. Uiteindelijk verliet de stam hun post en verdween voor eeuwig. We hadden gewonnen.

De andere dichtbijgelegen stammen sloten verdragen met ons omdat ze niets met onze magie te maken wouden hebben. Generaties gingen voorbij en de laatste geestenkrijger opperhoofd kwam aan bod. Taha Aki was een man van vrede en stond bekend om zijn wijsheid.
Een geestenkrijger genaamd Utlapa vond dat ze hun rijk moesten uitbreiden en de macht over de andere stammen moesten krijgen. Taha Aki was het niet met hem eens en liet hem zelfs verbannen van de stam. Maar Utlapa ging niet ver weg. Hij verborg zich in het bos waar nooit iemand hem zou vinden.
Taha Aki was waakzaam en beschermde zijn volk, zelfs wanneer er geen gevaar was. Om de zoveel tijd verliet hij het dorp en ging naar een heilige en geheime plek in de bergen.
Taha Aki liet zijn lichaam achter en zocht in de omliggende gebieden voor eventuele gevaren of bedreigingen. Op een dag was Utlapa Taha Aki achtervolgd. Hij was vastbesloten om hem te doden, maar toen Taha Aki zijn lichaam achterliet kreeg hij een ander plan. Ook Utlapa werd een geest en zijn eigen lichaam.
Taha Aki wist meteen wat er gebeurde toen Utlapa zich bij hem in de geestenwereld voegde. Snel keer Taha Aki terug naar de heilige plek, maar was al te laat.
Utlapa was in zijn lichaam gekropen en deed zich voor als Taha Aki. Utlapa werd weer leider en verbood het reizen tussen de geesten- en mensenwereld. Hij zei dat hij een visioen van gevaar had gekregen, maar in werkelijkheid was Utlapa gewoon bang dat Taha Aki terug zou keren naar de mensenwereld.

Uiteindelijk was Taha Aki het zat dat Utlapa zijn stam had overgenomen. Utlapa had zelfs drie vrouwen genomen die helemaal niet van hem hielden.
Taha Aki stuurde de grootste wolf van het woud richting de stam met de opdracht om Utlapa te doden. Maar Utlapa was slim en verborg zich achter zijn krijgers. Daardoor doodde de wolf een jonge man en werd Taha Aki’ s verdriet nog groter.

Taha Aki voelde zich gedoemd omdat hij nooit de grens tussen leven en dood over kon steken. De grote wolf volgde hem overal door het bos en Taha Aki werd jaloers op het dier. De wolf had immers een lichaam van vlees en bloed. Hij niet.
Hij vroeg of de wolf zijn lichaam met hem zou willen delen. De wolf stemde toe en samen in één gingen ze op weg naar het dorp.
Het volk was doodsbang voor het dier en de krijgers kwamen aanzetten met hun speren. Verbaasd stopte ze toen ze zagen wat de wolf aan het doen was. Hij viel niet aan maar jankte de stamliederen. De krijgers besefte meteen wat hij wou laten horen en dat dit alleen maar onder invloed van een geest kon staan.

Een oude krijger genaamd Yut wou niet gehoorzamen aan zijn valse leider en verliet zijn lichaam. Yut zag de waarheid in en verwelkomde Taha Aki in zijn eigen lichaam. Utlapa besefte onmiddellijk wat er gebeurd was en rende naar Yut’ s lichaam met een mes in zijn handen. De andere krijgers waren in de war. Yut ging terug naar zijn lichaam, maar kon niet vechten tegen Utlapa. Hij moest eerst de andere krijgers waarschuwen en bovendien was Yut te oud. Taha Aki transformeerde naar de wolf en voelde grote woede. Na een trilling werd de wolf omgevormd tot een man voor de ogen van de krijgers. De man zag er niet uit als Taha Aki, maar als zijn geest, die de mannen meteen herkende. Utlapa probeerde te vluchten, maar Taha Aki had de kracht van de wolf in zich en doodde Utlapa.

Alles was daarna weer normaal. De enige verandering was dat Taha Aki weer opperhoofd werd en bekend stond als ‘’de grote wolf.’’ In wolfvorm werd hij niet ouder. Vele generaties lang leidde hij ‘’wolfmensen’’ op tot ‘soldaten’.


Later begon hij de stam niet meer te leiden. Taha Aki veranderde niet vaak meer en werd steeds ouder. Hij verwekte vele zonen, die na verloop van tijd ook in wolven konden veranderen. Maar ze waren allemaal verschillend, omdat de wolfvorm de geest van de mens weerspiegelde. Sommige werden krijgers, zoals Taha Aki en werden niet ouder, anderen vonden het niet fijn om te transformeren en gingen met de loop van leeftijd mee.


‘’Dit was het verhaal van de geestenkrijgers.’’ Ik schrok op van de stem van oude Quil. Ik zat helemaal in het verhaal en was bijna vergeten dat er ook nog een werkelijkheid was. Mijn marshmallows waren inmiddels verbrand en zuchtend porde ik het kleverige geval in het zand. ‘’Maar dan is er nog het verhaal van de Kouden.’’ ging oude Quil verder. Tijdens het verhaal klonk de toon waarop hij praatte anders dan Billy had gedaan, maar daarop werd het verhaal niet minder spannend en mooi.

Nadat Taha Aki zijn leven als wolf had opgegeven, kwamen er problemen in het noorden met de Makahstam.
Verschillende jonge vrouwen waren verdwenen en zij gaven de naburige wolven de schuld. Alle wolven wisten van niets en ze geloofden elkaar omdat net als bij de geestenkrijgers hun gedachten nog met elkaar in verbinding stonden.
Taha Aki wilde geen oorlog en gaf zijn oudste zoon, Taha Wi, de verantwoordelijkheid van het vinden van hun onschuld. Taha Wi ging met vijf wolven op een zoektocht naar bewijs, maar ze roken alleen een vreemde, zoete geur.
Ze volgden het en de reis nam ze zo ver noordelijk dat Taha Wi de twee jongere broers terug naar het dorp liet gaan om Taha Aki op de hoogte te stellen. Taha Wi en de andere twee nooit meer terug.
Een jaar later werden twee Makah meisjes uit hun huizen gehaald. Op dezelfde avond verklaarde de Makah’ s de oorlog aan ons.
De Quileuttes vonden dezelfde zoete geur en gingen weer op jacht.
Slechts een van hen terug, Yaha Uta, de oudste zoon van Taha Aki’ s derde vrouw.
Yaha Uta had vreemd, koude stukken van een lijk bij zich. Hij beschreef wat er gebeurd was met zijn broers. Een van hen onderschat de kracht van het schepsel en werd een slachtoffer. Yaha Uta en zijn andere broer waren wat voorzichtiger, maar het wezen stemde zich af op hun bewegingen en greep zijn broer. Yaha Uta probeerde wanhopig zijn broer nog te redden, maar was te laat. Hij slaagde er wel in om zijn vijand in stukken te scheuren.

De overblijfselen van het schepsel waren op de grond uitgestald om te onderzoeken, Plotseling begon het lijk zich uit zichzelf aan elkaar vast te hechten. Zonder beterweten staken de oudsten het in brand. Ze verspreiden de as in het bos en in de zee. In de bergen en in de aarde, met uitzondering van een klein zakje dat Taha Aki om zijn nek hing zodat hij gewaarschuwd zou worden als het schepsel weer samen besloot te komen.
Het monster kreeg al snel de bijnaam de Koude. Het dorp vreesde dat er andere bloeddrinkers waren, omdat zij slechts één wolf als beschermer hadden.
De koude vrouw kwam al sneller dan ze hadden gevreesd.
Ze was beeldschoon, hoewel een jongetje beweerde dat haar geur pijn deed aan zijn neus. Een ouderling hoorde dit en schreeuwde om de Koude Vrouw af te leiden. Hij werd haar eerste slachtoffer. Vervolgens vermoorde zij nog meerdere mensen. Iedereen probeerde weg te komen, maar de meeste werden met weinig moeite door haar gedood. Ook Yaha Uta werd verslagen. Taha Aki voelde de woede in zichzelf opborrelen en veranderde in een oude, grijze wolf. Hij viel de Koude Vrouw aan. Taha Aki’ s derde vrouw had net gezien hoe haar zoon vermoord was en zag dat haar man aan de verliezende hand lag.
Iedereen liep gevaar als hij het niet zou overleven. De derde vrouw had geen gave om zich te transformeren, maar wel één hele nuttige eigenschap: Moed.
De derde vrouw greep een mes van de grond en liep richting de bloeddrinker. Ze stak zichzelf in het hart. De Koude Vrouw kon rook het bloed en kon zichzelf niet beheersen. Ze werd even afgeleid, maar dat was genoeg voor Taha Aki om haar te doden
Taha Aki was daarna nooit meer teruggekeerd naar zij menselijke zelf. Hij vertrok naar het bos om daar het lichaam van zijn vrouw te beschermen. Hij was nooit meer teruggekeerd naar de stam.

Taha Aki’ s nakomelingen veranderde niet meer in wolven. Alleen wanneer er een Koude in de buurt was zouden zij terug transformeren. De Koude kwamen altijd in kleine groepjes, waardoor de roedel maar uit drie wolven bestond. Tot er een groter coven kwam.
De leider van de coven sprak tegen Ephraïm Black alsof hij een mens was en beloofde de Quileuttes niet de schaden. Ephraïm geloofde hem omdat de man vreemde gele ogen had en niet de ‘’normale’’ rode kleur.
De bloedzuigers en de Quileuttes stelde een verdrag op, waarin stond dat ze nooit elkaars territorium zouden betreden.

Het bloed van de wolven van toen bevind zich nog steeds in jullie lichamen. Jullie zullen voor altijd en overal zo blijven, totdat alle Kouden zijn uitgeroeid.


Iedereen had zijn adem ingehouden tijdens het luisteren. Ik herkende dat ik dit verhaal op internet gelezen had, alleen snapte ik alles nu pas.
Nu pas vielen alle puzzelstukjes op de plaats. Maar die vreemd zoete stank die beschreven werd, rook ik ook bij Bella.. Was zij dan...
Mijn gedachten vaagde weg door Leah, die opsprong en shit riep toen ze de geur van aangebrande saté rook. Seth snelde naar de barbecue toe met zijn bord.
De rest bleef zitten, nog steeds in de ban en magie van het zojuist vertelde verhaal over de Kouden. Ik stond op en ging naast oude Quil zitten. ''Maar... wat zijn de Kouden nou eigenlijk precies?'' vroeg ik beleefd. Hij keek op, maar Billy antwoordde: ''Vampiers.'' Ik hapte naar adem. Bestonden vampiers echt? Bestonden die vieze, gevaarlijk bloedzuigers écht? Mijn mond viel open. ''Ma-a-ar-r...'' Ik had goed opgelet bij het verhaal en wist dat wij alleen maar zouden veranderen als zij in de buurt zouden zijn. ''Ma-ar welke vampiers zijn hier-r... n-nu dan?´´ Billy keek op en mompelde: ´´De Cullens.´´ De Cullens, de Cullens... ik kende die naam ergens van.... Toen schoot het mij te binnen. De Cullens waren een familie die in het bos woonde... Dr. Carlisle Cullen was arts in het ziekenhuis... De kinderen waren allemaal geadopteerd. ''Waarom roeien wij ze dan niet uit, Billy?'' vroeg ik verbaasd. Billy keek met een begrijp-je-het-nou-nog-niet-hoofd. ''Ze zijn vega. Ze jagen alleen maar op dieren.'' Arme bosdieren schoot er meteen door mijn hersenen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen