H73
De vuurbol is heet, het vuur is heet, ik gil, het doet pijn!
Maar er zijn belangrijkere dingen, ik mag Diamantar niet laten sterven, ik duuw hem weg, hij is nu buiten het vuur. Ik hoor hem piepen, maar blijf staan dag wrede wereld.
Éen ding snap ik niet. Als ik in de vuurbol sta, waarom sterf ik dan niet? Ik kijk om me heen, maar ik kan niets zien. Te veel rood en groen. Te veel... Dan snap ik het. Ik heb het dan wel heet, het doet dan wel pijn. Maar het vuur raakt me niet, niet echt. Er ligt een soort huls rond mijn vel, en als ik naar Diamantar kijk, bij hem ook. Verbaast staar ik hem aan. Het vuur houd op, mijn vader heeft het ook door.
'Wat?' Boos kijkt hij rond.
'Zoek niet schim, ik ben hier.' Metsa en Aryen komen de kamer in. Waarom nu pas?
'Je vloek om de deur te sluiten was te zwak,' zegt Metsa. Dan kijkt hij bezorgt naar me,'Heeft mijn schild gewerkt?' Bibberig knikt hij.
'Jullie, dwazen!' Mijn vader heft zijn handen weer, en Metsa en Aryen trekken hun zwaarden. Terwijl Metsa naar voren stormd hoor ik de deur kraken. Nog meer mensen stromen binnen en tot mijn ongeloof herken ik de leden van mijn groep. Du Draumr Datia. De droom nevels.
Nicos rent ook op mijn vader af terwijl Trisa en War naast mij komen te staan. Nina, Sji en Mulk bekijken mijn en Diamantar's verwondingen.
'Gaat het? Doet iets pijn?' Nina kijkt bezorgt naar mijn gezicht, ik schud mijn hoofd. Ik ben in schok. Dan drukt Sji een edelsteen tegen mijn huid.
'Dit zal helpen,' zegt hij. Natuurlijk helpt dat, in edelstenen wordt energie opgeslagen en bij huid contact stroomd het bij mij naar binnen. Ik krijg weer kracht en mijn schok is over. Ook Diamantar naast me gaat in strijd houding staan.
Dan vallen we mijn vader aan.
Het wordt een groot gevecht, te groot voor de nu opeens kleine woonkamer van Metsa. En we verplaatsen ons danook naar Metsa's slaapkamer. Mijn vader stuurt zijn magie naar ons en laat ons weg duiken, onder tussen hopen wij dat we nog hulp zullen krijgen.
'Mulk!' Gil ik als Mulk als eerst bewusteloos raakt, snel zie ik dat Sji hem gaat helpen. Met de rest van ons gaan we rond mijn vader staan, net als de drakenrijders buiten deden. We hakken met onze zwaarden, maar we raken hem nooit.
'Mik op zijn hart, dat is de enigste plek waar je hem echt kan doden!' Gilt Aryen. Nicos springt naar voren en stoot naar mijn vaders hart. Ik zie Nicos door de lucht vliegen en nu is hij ook bewusteloos.
'Geef niet op! We zijn met meer!' War schreeuwd door het gehak en geruis van de magie heen. Haar aanmoedegingen geven me kracht, ik ben blij dat ik zulke vrienden heb. Onze draken vliegen over mijn vader heen, en War's draak, die al kan vuurspuwen bestookt mijn vader met vlammen. Maar mijn vader doet het niets, hij blijft schelden.
'Gekken! Jullie denken dat jullie míj aan kunnen! Whahaa!' Hij schiet vuur naar ons toe, allemaal ontwijken en slaan we zijn slag af. We worden moe en schimmen kunnen niet moe worden.
'Jullie kunnen niet winnen!' Lacht mijn vader. Dan schiet hij een explotie af, allemaal vliegen we door de kamer.
Mijn hoofd slaat tegen een muur en het wordt zwart.
Reageer (4)
spannend:|
1 decennium geledenSnel verder echt spannend
1 decennium geledenIk niet, duh, daar ben je te aardig voor
1 decennium geledenWeet je wat ik zou doen?
AVADA KEDAVRA!
Hihi
ikke:$
1 decennium geledenarme lillith en co
wnr komt eragon nou helpen komaan zo'n gevecht blijft niet onopgemerkt