Foto bij Nobody knows - 3/4

Op een of andere manier had Merlin zich voorgesteld dat hij nog wel een kans zou krijgen om Arthur om te praten. Ze waren al zo lang vrienden; hij zou vast nog wel inzien dat het niet de juiste weg was. Iedere keer dat het allemaal tegen leek te zitten was er tot nu toe wel weer iets gebeurd dat het tij had gekeerd. Het had al bijzonder duister geleken en soms had hij het gevoel gehad dat het onmogelijk zou zijn dat alles weer goed zou komen, maar toch was dat uiteindelijk iedere keer weer gebeurd.
      Maar dit keer niet. Hij zag Arthur niet eens meer. De twee wachten die hem ‘s nachts ruw bij zijn armen pakten en hem via niet veel gebruikte wegen het kasteel uit sleurden kende hij niet, en ze deden alsof ze hem niet hoorden toen hij tegen ze zij dat hij met iemand wilde praten. Pas toen ze ruim vijf minuten het bos in waren gelopen - of gestruikeld, in Merlins geval - lieten ze hem los, waarop hij prompt voorover op de grond viel. Met een doffe plof kwam er een kleine tas naast hem neer op de bladeren, die waarschijnlijk proviand bevatte.
      “Je hebt twee dagen om het koninkrijk te verlaten.” Dat was het eerste en enige wat hem werd verteld, en daarna maakten twee paar langzaam zachter wordende voetstappen hem duidelijk dat hij alleen werd gelaten.
      De dagen die daarop volgden waren verschrikkelijk. De weken leken wel jaren te duren, maar de maanden dwongen hem om aan zijn situatie te wennen. Voordat hij op het kasteel was komen wonen had hij in een kaal hutje gewoond met zijn moeder en ook zijn vele meerdaagse tochten met Arthur en de andere ridders hadden hem geleerd hoe hij zich moest redden zonder al die luxe, maar dat was ook niet waar hij moeite mee had.
      Het was de eenzaamheid die hem langzaam aan stukjes scheurde. Hij had natuurlijk terug kunnen gaan naar zijn moeder in Ealdor, maar hij durfde haar niet onder ogen te komen. Iedereen die hij verder kende en liefhad woonde in Arthurs rijk, waar hij niet meer mocht komen. Bijna een half jaar lang trok hij in zijn eentje langs de beboste grenzen van het koninkrijk, omdat hij niet wist wat hij anders moest. Hij ontweek de dorpjes en kwam nauwelijks een levende ziel tegen, op de dieren na.
      Het waren die dieren die uiteindelijk de doorslag gaven over een plan waar hij al een tijdje mee speelde. Na een korte maar harde winter werd het namelijk lente, en overal waar hij ging zag hij jonge gezinnetjes. Hij verlangde terug naar zijn eigen familie; naar zijn vrienden.
      En dus trok hij Camelot weer binnen en keerde hij terug naar het gebied rondom het kasteel, zelfs al was hij nog steeds verbannen.

Reageer (4)

  • Heronwhale

    oooooooooooh leuk verhaal!

    1 decennium geleden
  • Anaklysmos

    Omg, snel verder! I love it(H)

    1 decennium geleden
  • xxmarithxx

    GO MERLIN! =D
    Goed, als ik hem nu nog niet had weggejaagd met mijn geyell, dan had ik hem graag nog willen zeggen dat ik hem loveeeee =D Waarmee ik hem natuurlijk alleen nog maar verder weg had gejaagd.
    Ik love veel personages uit boeken geloof ik. Maar er is altijd ruimte voor meer natuurlijk.
    En dan bedoel ik onder andere veel van jouw personages, want die blijven echt heel goed, ook al zijn ze niet allemaal honderd procent van jou. Desondanks geef jij er wel je eigen draai aan en ik vind die draai heel mooi, want in de meeste fanfics krijgt de schrijfster het niet voor elkaar om het karakter van de persoon te behouden bij het schrijven en dat lukt jou wel.
    Zo, einde preek, maar ik meen wel wat ik zeg =)

    1 decennium geleden
  • FearlessLove

    Snel verder!
    Me likes!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen