``64``

‘kan jij je nog die avond herinneren?’ vraagt Dean gelijk aan Sam als we in de auto zitten. Sam schudt zijn hoofd. ‘ik had je naar buiten gedragen’ Het is doodstil geworden. ‘dat wist ik niet’ Sam weet niet wat hij verder moet zeggen. We zijn lang stil. ‘zullen we ontbijten?’ stel ik voor. Er is een restaurant dichtbij en we stappen uit. ‘ik moet eventjes iets doen’ mompelt Dean. Hij loopt weg. Dean is niet zichzelf. ‘Sam vind je niet dat Dean anders is?’ vraag ik terwijl wij aan een tafel gaan zitten. Sam bekijkt het menu. ‘hij heeft het moeilijk, omdat dit ons huis was, en omdat onze moeder er is vermoord. Ik denk dat hij…’ voordat Sam verder kan praten wordt hij afgekapt. ‘Sammy, hou je mond’ het klinkt boos. ‘Dean, Sam beantwoorden alleen min vraag’ neem ik voor Sam op. Dean gaat naast me zitten en kijkt me zuur aan. ‘maakt me niets uit. Jij denkt dat je alles kan maken omdat je een beetje een leuk koppie hebt. Maar weet je wat… het is allemaal een leugen’ verward blijf ik zitten. Waaraan had ik die opmerking nou verdiend. Voordat ik iets terug kan zeggen komt de ober al. We bestellen wat te eten en drinken en zeggen niets meer.
‘misschien moeten we langs die Missouri’ stelt Sam voor. Ik knik en kijk naar Dean. Hij haalt zijn schouders op. Oké, als hij niet gauw een beter humeur krijgt dan val ik hem aan. Ik word er gek van. Bang zelfs. Als het eten op is besluiten we dan toch naar Missouri te gaan.

‘hier is het’ we stappen het gebouw binnen. Er komt een vrouw naar buiten. ‘bedankt, Missouri’ ze schudt de hand van een andere vrouw. ‘natuurlijk lieverd’ de vrouw loopt weg en Missouri zucht diep. ‘haar man gaat vreemd met de babysitter’ even kijk ik verward om. ‘maar had je de waarheid dan niet moeten zeggen?’ ze schud lachend haar hoofd. ‘ze komen hier niet voor de waarheid, maar voor troost’ even haal ik mijn schouders op. ‘ik zou toch liever de waarheid weten’ De vrouw draait zich naar me om en onderzoekt mijn gezicht. ‘maar dat komt doordat je veel meer hebt mee gemaakt’ antwoordt ze. ‘en wat kan ik voor jullie doen? Heeft het iets met liefde te maken?’ ik stoot een half lachje uit. Niet bepaalt. ‘wacht eens, nu herken ik jullie eindelijk’ ze glimlacht naar de jongens. ‘jullie zijn Sam en Dean winchester’