08.3

Ik lag op de grond en elke vierkante centimeter van mijn lichaam deed pijn. Ik wilde transformeren, zodat ik mezelf kon verdedigen, maar ik was te bang. "Wat wil je van me?", vroeg ik uiteindelijk. Riley was verdwenen en ik was alleen met Victoria. "Schatje, of je het wilt of niet, jij gaat aan mijn kant vechten." Ik lachte sarcastisch. "Hoe wilde je dat voor elkaar krijgen?" "Simpel liefje." Opeens had ik het gevoel dat mijn hele lichaam in brand stond. Ik gilde het uit en zij stond alleen maar te lachen. "Dank je Riley.", zei ze na wat een eeuwigheid leek. Ik dook zo ver mogelijk weg in een hoek van de kamer. "Dus, als je niet wilt dat dit met je liefje gebeurd doe je wat ik wil. Je gaat mee naar Bella en me helpen haar te doden." "Er zit één fout in je plan. De Alfa. Sam laat me stoppen zodra hij doorheeft wat je van plan bent." "Geloof me, dat zal hem niet lukken." Ze lachte. Haar lach was eng. Zo schattig, maar tegelijkertijd ook zo sadistisch. Ik realiseerde me dat ik niks kon. Ze zou mij doden, of nog erger, ze zou Embry doden. Victoria gooide een flesje water naar me toe. "Drink, je moet op krachten blijven."

De volgende dag nam Riley me mee om te trainen. Hij dwong me om allerlei aanvallen te oefenen, voornamelijk gericht op het aanvallen van Seth. Het viel me op hoe opmerkelijk stil het was in mijn hoofd. Toen de avond viel transformeerde ik terug en gaf hij me te eten. Ik was echt helemaal uitgeput. "Hoe is het met Lilian?", vroeg hij opeens. "Ze is er kapot van dat ze haar broer kwijt is. Je ouders ook. Iedereen eigenlijk. Riley, ik snap het niet. Je was altijd zo vriendelijk tegen iedereen. Hoe heeft zij je zo diep laten zinken?" "Ik houd van haar en ik wil echt alles voor haar doen." "Riley, zij houd niet van jouw. Haar enige doel is Bella doden om de dood van haar partner te wreken. Je betekent niets voor haar en als je dit al overleeft zal zij je doden." "Je liegt.", zei hij. "Niet waar. Je weet dat ik niet lieg." "Jawel!" Riley sprong overeind en weer stond mijn lichaam in brand. "Houd alsjeblieft op.", huilde ik.