De 100e Hongerspelen - 15

“Zo, voor jullie gaan trainen zou het handig zijn om te weten waar jullie goed in zijn”, zei Katniss bij het ontbijt. “Ian, jij kan heel goed boogschieten, je kan wat strikken zetten en je kent een aantal eetbare planten, toch?”
“Jep”, glimlachte Ian. “Handig toch, je ouders als mentoren, die kennen je door en door.”
“En je kan wat klimmen en redelijk hard rennen”, vulde Peeta grinnikend aan. “Vergeet ik nog iets?”
“Ik denk het niet”, lachte Ian.
“En jij, Vania?”, vroeg Katniss vriendelijk.
“Nou, euh”, stamelde ze. “Ik ben totaal niet sterk of zo. Ik ken wel wat van planten, en ook een paar waar je anderen mee kan verzorgen.”
“Heel goed”, knikte Katniss goedkeurend. “Medicinale kruiden geven ze niet op de training, maar als je wilt kan ik je nog wel wat bijleren, dat kan handig zijn voor in de arena. En ik dacht dat je ook een paar strikken kende?”
“Nou, ja, twee”, knikte Vania. “Maar zo handig ben ik daar niet in.”
“Je bent ook best lenig”, vond Ian. “Ik heb je een paar keer op plaatsen zien plukken waar ik nooit kwam omdat ik amper bij de bessen raakte.”
“Kan je klimmen?”, vroeg Peeta.
“Niet zo goed, daar ben ik niet sterk genoeg voor”, zuchtte Vania. Katniss en Peeta keken elkaar aan.
“Kan je gevangen dieren klaarmaken?”, vroeg Katniss.
“Ja, dat wel”, knikte Vania.
“Goed”, vond Peeta. “Daar is Ian nog steeds behoorlijk onhandig in.” Hij grijnsde even naar zijn zoon.
“Oké, jullie blijven bij de training steeds samen, jullie doen elk onderdeel samen, je eet samen, kortom, jullie gedragen je als een smoorverliefd koppel.”
“Dat moet nog lukken”, zei Vania, die weer wat moed kreeg. Ze leunde tegen Ian aan.
“Verder is het belangrijk dat jij je leert verdedigen, Vania. In de arena moeten jullie elkaar zo snel mogelijk zien te vinden, maar dat kan een paar dagen duren als je pech hebt, dus zo lang moet je kunnen overleven. Ook vuur maken is heel belangrijk, zorg dat jullie dat allebei onder de knie krijgen. Ian, jij moet ook oefenen op vechten. Zorg dat jullie even veel oefenen op vechten en wapens als op overlevingstechnieken, maar blijf voorlopig uit de buurt van de planten en het boogschieten. Strikken leggen, klimmen, spoorzoeken en vuur maken zijn heel belangrijk, net als messen werpen, speerwerpen en in mindere maten de andere wapens. Duidelijk?”