Wat als je het zusje van georg bent, die kanker heeft? -30-

Wat moeten we toch met Gustav?
'Waren jullie ons aan het afluisteren?' vraag ik nepboos. 'Nee' zegt Georg. 'Jaja' zegt Siham daarop. 'Tom waren wij hun aan het afluisteren?' vraagt Georg aan Tom. 'Nope' zegt Tom daarop. 'Bill waren we hun aan het afluisteren?' vraagt Tom dan aan Bill. 'absoluut niet' zegt Bill dan. 'Gustav waren we hun aan het afluisteren?' vraagt Bill dan. 'Z'n beetje...? zegt Gustav dan, Siham, Romy en ik kijken de jongens boos aan.
'GUSTAV!' roepen de andere jongens. 'Wat moeten we nu met jou?' vraagt Tom sarcastisch. De meiden en ik lachen ons kapot.
'En zouden jullie ons nu willen verlaten?' vraag ik lief. De jongens staan op en lopen naar de kamer van Georg toe. Ik sluit de deur, en doe hem op slot. Dan gaan we ons omkleden. We trekken onze voetbalbroekjes aan. Siham en Romy zouden ook blijven slapen, net zoals de andere. We trekken onze truitjes, met onze eigen naam aan. Siham had een roze, met zwarte letters. Romy had een witte met zwarte letters. En ik had een fel groene met mijn naam in zwarte letters. Ik sta mijn haar nog op te steken met een haarklem. 'Wij gaan alvast, naar beneden' zegt Siham. Ik knik. Ik hoor de deur dicht gaan. even later gaat hij weer open en ik zie via de spiegel, Bill staan.