XXV

Peter Pettigrew

Gapend loop ik achter James en Sirius aan naar de Grote Zaal, op hetzelfde sjokkende tempo. Alleen Remus weet op deze vroege morgen normaal te lopen. Voor Sirius en James is het sowieso al een wonder dat ze uit bed zijn, ik heb ze niet meer terug horen komen, maar dat zal niet door het strafwerk komen. Als we eindelijk bij de Grote Zaal aankomen, sjokken Sirius en James achter Remus aan naar de tafel van Griffoendor, ik blijf echter staan. Een zwaaiend figuur komt in mijn richting gerend.
‘Peter,’ zegt Chiara. Ze heeft haar broodje nog in haar hand en haar vriendinnen zitten haar vanaf de tafel van Huffelpuf lachend aan te kijken. ‘We moeten nog een nieuwe afspraak maken voor Kruidenkunde.’
‘Oh, ja.’ Ik laat mijn ogen even naar de tafel van Griffoendor flitsen, om te kijken of het Sirius en James al opgevallen is.
‘Kun je vanmiddag om vier uur?’
Verbaasd kijk ik haar weer aan. ‘Eh.. Ja,’ mompel ik dan, ik word lichtjes rood.
‘Dan zie ik je dan wel in de bibliotheek!’ roept ze vrolijk, waarna ze weer naar haar tafel rent.
Ik haal een paar keer diep adem voordat ik me om durf te draaien om naar de tafel van Griffoendor te lopen, mijn ogen blijven op de grond gericht totdat ik ze echt nodig heb om te zien waar mijn vrienden zitten. Het feit dat deze niet in mijn richting kijken geeft me goede hoop dat ze het niet gezien hebben. In stilte schuif ik aan naast Remus, tegenover James en Sirius. Even blijft het stil.
‘Peter?’ vraagt James dan. ‘Moet je ons niet iets vertellen?’
‘Je hoort het ons te vertellen als je een date hebt, wormstaart.’ Sirius grijnst.
‘Ik heb geen date,’ mompel ik.
Sirius trekt één wenkbrauw op. ‘Nou, Peter, je mag niet liegen.’ Hij kijkt even naar James.
‘Ja, Peter, we hebben het wel gehoord. “Dan zie ik je dan wel in de bibliotheek!”’ Grijnzend imiteert hij Chiara’s woorden.
‘Dat is-’
‘Niet echt een romantische plek voor een date, nee,’ zegt Sirius.
‘Maar ik denk niet dat Peter zo’n romantische jongen is,’ zegt James tegen hem.
‘Maar Huffelpufs? Kom op, die houden toch van romantiek?’ Sirius kijkt nu mij aan. ‘Je moet wel wat beter je best doen, Petertje.’
‘Of ga je soms ’s nachts samen bij kaarslicht in de bibliotheek zitten?’ vraagt James grijnzend, waarna zowel hij als Sirius in de lach schieten.
Ik heb inmiddels het punt bereikt waarop mijn hoofd niet roder kan worden.
‘Wel oppassen dat je niet de hele bibliotheek in de fik steekt.’
‘Maakt dat jou wat uit?’ James kijkt Sirius verbaasd aan.
Sirius lijkt even na te denken. ‘Nee, eigenlijk niet.. Doe maar wel, Peter. Een kampvuur kan ook gezellig zijn.’

Dankzij Remus loop ik nu ongestoord richting de bibliotheek, hij herinnerde James eraan dat hij misschien dit schooljaar wel kansen heeft bij Lily. Op mijn horloge zie ik dat het al drie minuten over vier is en ik haast me de laatste hoek om en de bibliotheek in. Als ik haar daar nergens kan vinden, besluit ik aan een tafel te gaan zitten, die me zicht geeft op de ingang van de bibliotheek, zodat ik kan zien als ze binnenkomt.
Zuchtend kijk ik weer op mijn horloge. Ik heb in het half uur dat Chiara nu al te laat is al heel wat aan Kruidenkunde gedaan, misschien moet ik het maar gewoon opgeven voor vandaag en het project zelf doen. Dan komt het waarschijnlijk ook sneller af…