XXXV

Alice Potter

Als ik omkijk zie ik dat Sirius aan komt lopen. Hij kijkt me even aan en grijnst naar me, waarna hij Remus even vragend aankijkt. ‘Is er iets?’ vraagt hij aan Remus, als hij ons bereikt heeft.
‘Nee.’ Remus kijkt me heel even aan, waarna hij zijn blik op de deur van de Ziekenzaal richt. ‘Ik ga mijn spullen pakken.’
Sirius kijkt hem met opgetrokken wenkbrauwen na en kijkt dan mij verbaasd aan. ‘Wat is er met hem?'
Ik haal mijn schouders op. ‘Ik weet het niet,’ mompel ik. Zou Remus…
‘Goed.’ Verstoord kijk ik Sirius aan. ‘Ik ga even naar James.’ Hij wijst naar de deur van de Ziekenzaal en ik knik even afwezig.
‘Nee!’ Hij kijkt me geschrokken aan en laat de deurklink los. Ik word rood. ‘Lily is er ook.’
Sirius lacht even. ‘Heb jij dat gedaan?’ Ik pluk wat aan mijn haar en knik. ‘Goh… Dat krijg je dan een stuk sneller voor elkaar dan James.’ Hij grijnst even. ‘Maar je ziet er dan ook een stuk beter uit.’ Ik word nog roder en kijk naar mijn handen. ‘Je zou-’
De deur van de Ziekenzaal wordt opengesmeten en Lily stormt woedend naar buiten, waarna ze de deur weer netjes achter zich dichtsmijt.
‘Ach. Ik weet zeker dat James je hulp wel even waardeerde…’ Sirius grinnikt en loopt dan naar de Ziekenzaal.
‘Aah! Jouw broer is echt-’ Lily loopt een paar keer heen en weer en kijkt me even aan. ‘Nou , sorry, maar het is echt een-’ Ze maakt een gefrustreerd geluid.
Ik lach even. ‘Ik weet het.’
‘Dan doet hij eens een keer zoiets. Iets liefs en…’ Ze glimlacht even. ‘En dan verpest hij het weer door zo’n ongelooflijke lul te zijn.’ Ze kijkt me even aan en haalt dan zuchtend een hand door haar haar.
‘Wat heeft hij gedaan?’
‘We zaten dus gewoon te praten en toen stelde hij voor om samen naar Zweinsveld te gaan, maar ik had al met Severus afgesproken.’
‘Ah.’ Ik knik begrijpend als ik terug denk aan de reactie die hij in de trein had op Severus. ‘Ik denk niet dat hij daar ooit normaal over zal kunnen doen.’
Ze zucht. ‘Nee.’ Ineens glimlacht ze. ‘Ga jij trouwens al met iemand naar Zweinsveld?’ Verbaasd kijk ik haar aan. Wil ze nou dat is met James ga? Of met Severus? ‘Ik bedoel,’ zegt ze en kijkt me even doordringend aan. ‘Verstoorde ik iets daarnet?’