De opdracht: Schrijf een verhaal over een traumatische ervaring die jouw personage heeft meegemaakt. Dit verhaal kan en mag je op iets baseren wat echt gebeurd is, maar dit is zeker niet verplicht. Het is wel de bedoeling dat het verhaal echt kan gebeuren, dus schrijf geen verhaal over een vuurspuwende draak die iemand onder heeft gespuwd.
De schrijfstijl: Het verhaal moet in de verleden tijd worden geschreven en in de ik-vorm. Er moeten minimaal 600 woorden geschreven worden en maximaal 1500 woorden.

Na alles wat ik had verloren miste ik nog het meest het geluid van mijn eigen stem. Vroeger deed ik niets liever dan zingen. Ik zong als ik vrolijk was, maar even goed als ik me slecht voelde. Dan zong ik heel zachtjes de tonen van een oud slaapliedje. Het stelde me gerust.
En het was waarschijnlijk daarom dat het gemis van mijn gezang zo hard aan kwam. Er was niets meer om me gerust te stellen. Ik lag elke nacht onder mijn deken te rillen. Van angst, van woede, van verdriet. Alle emoties gleden door me heen en er was niets om me aan op te trekken. Niets dat me kon verder helpen. Niets dat me kon tonen dat er toch nog iets goed was in deze wereld.
Ik was ongelofelijk bang dat ik het zou vergeten. Dat de muziek mijn hoofd uit zou glippen. Dan pas zou mijn wereld écht stil worden.
Als die angst opkwam, ging ik meestal naar mijn piano. Dan speelde ik er urenlang op, zonder te horen wat er uit kwam. Ik keek naar mijn handen op de wit zwarte toetsen en wist dat het nooit meer hetzelfde zou zijn. Als het ontbreken van klank me daar niet van overtuigde, dan waren het wel mijn handen. Gerimpeld en onder de littekens. Misvormd.
Ik gleed weg. Weg in mijn stille wereld van pijn en verdriet. In het begin probeerden mensen nog met me te communiceren, maar ik sloot me van hen af. Ze werden een waas. Het maakte niet uit wie er bij me was. Hun stemmen hoorde ik niet en hun gezichten kon ik niet onthouden. Elke keer als ik dat probeerde schoof het onherkenbare gezicht van mijn zusje er voor. En de andere gezichten, ook al had ik ze niet gezien. Ik kon het me voorstellen. Elke nacht droomde ik van hen.
Ik miste hen niet. Niet zoals ik mijn stem miste. Elke keer dat ik aan mijn familie dacht, dacht ik aan die laatste avond. Het gaslek. De ontploffing. Ik herinnerde me de gelukkige tijden daarvoor nauwelijks. Het enige waar ik aan kon denken was de afschuw. Het bloed en het vuur. Hoe ik iets in mijn handen had wat het hoofd van mijn zusje bleek te zijn. Ik gilde, maar hoorde mezelf niet. Ik strompelde naar buiten, struikelde over iets. Een lichaam? Voor me lag een hand. Een hand met de trouwring van mijn moeder aan.
Dat was het laatste wat ik me herinnerde. Ik werd wakker in het ziekenhuis. De wereld was, sinds die ene laatste ontploffing, stil geworden. Stil en onbetrouwbaar. Toen ik eindelijk in de spiegel mocht kijken, herkende ik mezelf niet. Ik was een schim geworden. Bleek, maar met fel rode brandwonden. Littekens over mijn hele lichaam. En een holle, lege blik in mijn ogen.
Mijn lichaam herstelde, maar mijn geest niet. Ik wou niet communiceren. Ik wou niet eens meer leven. De stilte was mijn vijand, maar tegelijkertijd mijn vriend. Ik haatte hem. Ik haatte het gevoel van gevangen zitten in een dikke laag mist. Maar nu ik later op die periode terug kijk, weet ik dat die stilte ook mijn bondgenoot was. Mijn manier om mezelf te verstoppen, weg te vluchten. Niet voor niets weigerde ik met mijn handen te leren spreken.
Nu schetsen diezelfde handen vele boodschappen in de lucht. Niet iedereen begrijpt me, maar dat vind ik goed. Zo blijven mijn geheimen veilig. Zo worden de littekens op mijn lichaam langzaam niet meer dan littekens. In de spiegel zie ik nog steeds het gebrandmerkte meisje, maar elke keer gaat ze meer bij me passen. Ten slotte is mijn ziel ook gebrandmerkt.
En zo komt de dag dat ik in de spiegel kijk en mezelf herken. En vanaf dat moment heb ik mijn stem niet meer nodig. Vanaf dat moment vind ik kracht in mezelf.

Reageer (4)

  • Impressive

    Wat een prachtig stukje tekst! Het greep me zó aan en zeker het stukje dat ze vertelt over de gasontploffing kreeg ik even een rilling door me heen. Het moet verschrikkelijk zijn wat zij meemaakte. Ik vind je schrijfstijl erg leuk: de kortere zinnen, afgewisseld door langere. Maar af en toe moet je een beetje opletten dat je zinsbouw wel nog helemaal ok zit. Toch lees ik er bij dit verhaal over omdat de inhoud zo pakkend is. De spellingfouten heeft imlove al een beetje aangehaald.
    Het einde is de kers op de taart. Héél erg goed gedaan!

    1 decennium geleden
  • Henkerina

    Zoals imlove al zei, het was een klein beetje onduidelijk. Ik snap wat er is gebeurd, maar het kon wat mij betreft wel wat beter uitgelegt worden. Sommige zinnen kloppen inderdaad niet, maar eigenlijk lees je daar snel overheen, omdat het verhaal zelf zo goed is.
    Ik vind het einde mooi, omdat ze zichzelf kan accepteren zoals ze nu is. Goed gedaan hoor!

    1 decennium geleden
  • imlove

    Zeker een zeer goed verhaal! Een goed trauma gekozen, alleen is het wel een beetje onduidelijk. Het verhaal leest niet heel snel door doordat er geen alinea’s in zitten. Ook zaten er een aantal spelfouten in. De zinsopbouw in verschillende zinnen klopt niet helemaal. Hier een voorbeeld: “Na alles wat ik had verloren miste ik nog het meest het geluid van mijn eigen stem. “ Dit had moeten zijn: ‘Na alles wat ik verloren had, miste ik nog het meeste het geluid van mijn eigen stem.‘ En ik snapte dit niet helemaal. Er staat tussen: “misvormt.” Dit moet met een -t zijn en ik snapte niet helemaal of dit over haar handen ging of de ontploffing. Verder heb ik geen fouten gevonden, dus dat heb je goed gedaan. Ook het einde vind ik mooi. Dat ze zichzelf toch accepteert is een mooi einde! De titel past goed bij je verhaal. Je hebt er goed over nagedacht en veel aandacht aan besteedt. Heel goed gedaan!

    1 decennium geleden
  • Rainlight

    Wauw. Dit is echt heel erg goed (flower)(huil)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen